Arbeidskansen in de sport nemen toe

De arbeidsmarktmonitor Sport en bewegen 2018

De arbeidskansen voor zowel mbo- als hbo-afgestudeerden aan sportopleidingen blijven zich positief ontwikkelen. Gemiddeld is er de afgelopen twee jaar sprake geweest van een groei van 3,5 procent in het aantal sportbanen. Dit blijkt uit de nieuwste Arbeidsmarktmonitor Sport (AMMS) uitgevoerd door KBA Nijmegen in opdracht van NOC*NSF, Hogescholen Sport Overleg, de mbo S&B-opleidingen, SBB, Arbeidsmarktfonds Samen Presteren, Nationale Raad Zwemveiligheid en KVLO.

Eens in de twee jaar rapporteert de Arbeidsmarktmonitor Sport (AMMS) over de kansen op de arbeidsmarkt voor hbo- en mbo-sportstudenten. Aan de zesde editie van deze rapportage hebben bijna 1.500 werkgevers en ruim 850 mbo- en hbo-gediplomeerden meegewerkt. Op basis van de uitkomsten van de vragenlijsten trekken de onderzoekers Joost van der Horst en Jos Frietman een aantal conclusies over de arbeidsmarkt in de sportsector.

Versnippering

Allereerst heeft de arbeidsmarktmonitor gekeken naar het aantal mbo- en hbo-alumni met een baan. Het overgrote deel van de studenten heeft enkele jaren na het afstuderen werk gevonden. Daarbij was bovendien tussen 2015 en 2018 een lichte stijging te zien: van 91% naar 92% bij de mbo-gediplomeerden en van 95% naar 97% bij de hbo-gediplomeerden. Ook de baanomvang in uren per week neemt toe en het gaat de verworven banen steeds vaker om een sportbaan dan om ander werk. De rapporteurs zien wel dat er sprake is van een versnippering van het werk over meerdere banen. Zowel bij de mbo- als hbo-alumni gaat het om meer dan een derde van de groep met meer dan één baan.

Fitnessbranches grootste werkgever

Gekeken naar de werkgelegenheid binnen de sportsector concludeert de monitor dat de fitnessbranche de grootste werkgever is als het gaat om sportbanen (12% van de totale sportgerelateerde werkgelegenheid), gevolgd door sportverenigingen (11%) en ‘overige commerciële organisaties’ (bijvoorbeeld tennis-, zeil- of dansscholen, commerciële aanbieders van sportaccommodaties, sportwinkels, in totaal 10%). De zwembranche en de overheid nemen respectievelijk 5 procent en 3 procent van de werkgelegenheid voor hun rekening. De sportbonden vormen een relatief kleine branche (2%). Ook in aanpalende sectoren zoals zorg, welzijn en onderwijs, waar sport vooral als middel wordt benut, steeg de werkgelegenheid. Alleen binnen de sector veiligheid (defensie, justitiële inrichtingen) was dit niet het geval.

Werkgevers positief over toekomst

De werkgevers gaven verder in de arbeidsmarktmonitor hun toekomstverwachtingen over de sportgerelateerde werkgelegenheid. Daarbij komt duidelijk naar voren dat de werkgevers positiever zijn over de toekomst. De te verwachten groei voor de komende vijf jaren ligt in het algemeen hoger dan de gerealiseerde groei van de afgelopen twee jaar.