Een op de drie gemeenten kampt met criminele weldoeners. Zij gebruiken hun illegaal verkregen vermogen om sympathieke doelen te sponsoren en zo een respectabele positie te verwerven in hun gemeenschap. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Tilburg in opdracht van Politie en Wetenschap.
"Uit onze enquête onder een groot aantal gemeenten meldt dertig procent deze vorm van ondermijning te herkennen", aldus Toine Spapens, hoogleraar criminologie en tevens één van de onderzoekers. Voorbeelden variëren van glas-in-lood-ramen voor de kerk tot een Sinterklaasfeest voor bezoekers van een Voedselbank. Ook sport staat in de speciale belangstelling van mensen met een dubieuze achtergrond.
"Onder deze 'weldoeners' vallen niet alleen recent veroordeelden, maar ook degenen waarvan je aan kunt voelen dat er iets niet klopt. Zij zijn het moeilijkst aan te pakken, maar kunnen juist de meeste schade veroorzaken. Soms proberen ze met sponsoring hun image op te poetsen voor de omgeving. Sportclubs dienen zich af te vragen wat de gevolgen zijn als ze in zee gaan met zulke personen. Vrijwel allemaal hebben ze het sponsorgeld hard nodig, maar het is vaak lastig om de daaruit voortvloeiende invloed van deze investeerder te negeren. Ook loopt de goede naam van de club gevaar als hij daadwerkelijk verdachte is in een strafrechtelijk onderzoek, of betrokken raakt bij een criminele afrekening. Dat blijft dan vaak nog jaren in de media rondzingen", zegt Spapens.
Spapens veronderstelt dat clubs die crimineel sponsorgeld aannemen daar meestal niet direct strafrechtelijke voor kunnen worden aangepakt. "Dan zou het OM moeten aantonen dat een club wetenschap had van dubieuze geldstromen en zich daardoor welbewust schuldig maakt aan witwassen. Dat is heel lastig. In theorie zou de rechter van een veroordeelde crimineel kunnen eisen, dat hij geld retourneert met als gevolg dat deze bij de club aanklopt voor restitutie van het sponsorbedrag. Dat heb je ook liever niet. Vaak ging het bij sponsoring van sportclubs om louche types met slechte vrienden. Dan hangt er een waas van twijfel over de afkomst van het geld. Wanneer niets bewezen is, neemt de club het afbreukrisico dan voor lief, maar het lijkt ons niet verstandig."
De KNVB zou kunnen ingrijpen bij aantoonbare competitievervalsing, meent Spapens. "Zeker op amateurniveau moet een serie achtereenvolgende promoties van één club bij de bond reden zijn om onderzoek te doen naar de herkomst van de financiering. In een eerder onderzoek naar matchfixing kwam al naar voren dat een dubieuze sponsor een risicofactor is. Als deze een machtsfactor vormt binnen de club, zou hij eisen kunnen stellen. Nou is het aanbod van weddenschappen op Nederlandse sportwedstrijden nog vrij klein en heeft het nu niet veel zin om een amateurclub om die reden over te nemen, maar bij de mogelijke openstelling van de gokmarkt zou dat snel kunnen veranderen. Misschien zijn criminelen nu al bezig om zich strategisch in te kopen bij bepaalde clubs met het oog op die wetsverandering. Anderzijds hebben we de ervaring dat zij in de praktijk niet zo heel ver vooruit denken."
Forensisch accountantsonderzoek bij mogelijk dubieuze sponsors is volgens Spapens meestal niet nodig. "Een naam door Google halen of eens wat informatie opvragen bij de Kamer van Koophandel, geeft meestal voldoende achtergrondinformatie over een persoon of bedrijf. En ook iets simpels als het vragen van een bankgarantie schrikt sponsors met zwart geld al af. Of ga gewoon eens kijken bij het 'succesvolle bedrijf' van de weldoener. In een matchfixingzaak in België beweerde een Chinese investeerder dat hij directeur was van een bedrijf met vijfduizend werknemers. Toen de voetbalclub iemand naar het opgegeven adres stuurde om eens te gaan kijken, bleek het een leegstaand kantoortje in een aftandse torenflat… "
Foto: Shutterstock