Begin december van vorig jaar kreeg zwemster Kira Toussaint te horen dat in een door haar afgegeven urinemonster een lage concentratie van een verboden middel was aangetroffen. Ruim drie maanden later krijgt Kira te horen dat ze vrijuit gaat. Dat roept vragen op. Hoe kan dit, en wat is er in de drie maanden gebeurd?
De Dopingautoriteit geeft nooit commentaar op individuele dopingzaken, en daar gaan we ook geen gewoonte van maken. In dit bijzondere geval hebben we echter toch besloten om enig licht te werpen over wat er zich in die drie maanden heeft afgespeeld. Het is een korte samenvatting geworden van een lang en ingewikkeld proces, maar ik hoop dat er toch een aantal vragen in beantwoord wordt. Ik publiceer de navolgende informatie met toestemming van Kira Toussaint.
Begin december van vorig jaar werd ik gebeld door iemand uit het begeleidingsteam van Kira Toussaint, die me vertelde dat Kira in China een positieve dopingtest had afgegeven. De stof was tulobuterol. De vraag was of ik iets over dat stofje wist, en wat Kira en de mensen om haar heen nu te doen stond. Ik was op dat moment bij een conferentie in de buurt van Lissabon, en ik voerde het gesprek in een rustig hoekje van het congrescentrum.
Een dergelijk telefoontje is niet ongewoon als een Nederlandse sporter in het buitenland een positieve test heeft afgelegd. Zo’n bericht komt meestal hard aan en er dringen zich direct tientallen vragen op. Vrijwel altijd horen daar vragen over publiciteit bij, want dat is het eerste vraagstuk dat op een sporter afkomt. En hoewel het uiteraard helemaal de eigen keuze van een sporter is hoe hij of zij hiermee omgaat (Zelf naar buiten komen? Afwachten?) kan de Dopingautoriteit in veel gevallen helpen bij het maken van die keuze.
In dit geval was dit niet de directe vraag, want er was al besloten om Kira direct terug te laten keren naar Nederland vanuit Hangzhou waar de wereldkampioenschappen kortebaanzwemmen op het punt stonden om te beginnen, met als verklaring een ziekte. Journalisten stellen een dergelijke aanpak meestal niet op prijs, en zo’n leugentje-om-bestwil kan zich tegen de sporter keren. Waarbij niet altijd wordt meegewogen dat het naar buiten komen met een dopingzaak ook hard kan aankomen bij andere sporters die op dat moment nog moeten presteren, en die niet moeten worden afgeleid door dit probleem. Ook in dit geval was het smoesje bedoeld om de andere zwemsters in de wedstrijd niet te belasten.
"In de afgelopen 15 jaar zijn mondiaal nog maar vijf van dergelijke zaken geweest met tulobuterol. Het gaat dus om een stof die zeer zelden wordt aangetroffen"
Ik nam tijdens het telefoongesprek de procedure door (inclusief de gang van zaken rondom de B-analyse), en ik gaf aan dat ik vrijwel onbekend was met de stof tulobuterol. Ik kon me niet herinneren ooit van een tulobuterol-zaak gehoord te hebben. Ik beloofde dat wij direct aan de slag zouden gaan met het verzamelen van meer informatie over tulobuterol, probeerde nog wat nuttige tips te geven over de aanpak van de zaak, wenste mijn gesprekspartner sterkte, en wij beëindigden het gesprek. Achteraf bezien is het vroege moment waarop wij op de hoogte werden gesteld van de zaak overigens een belangrijke factor geweest bij het vinden van de waarheid.
Dat ik mij niets van eerdere tulobuterol-zaken wist te herinneren, bleek overigens niet zo vreemd te zijn. Want toen een paar van mijn collega’s naar aanleiding van deze zaak naar eerdere tulobuterol-zaken gingen kijken, bleken er in de afgelopen 15 jaar mondiaal nog maar vijf van dergelijke zaken geweest te zijn. Het gaat dus om een stof die zeer zelden wordt aangetroffen. Wij leerden dat de stof maar in een stuk of zeven landen is geregistreerd als geneesmiddel, voornamelijk in een aantal Oost-Aziatische landen. In alle eerdere zaken was, voor zover wij konden achterhalen, sprake van 'slordig medicijngebruik', en de opgelegde straffen waren betrekkelijk mild. Het was ons duidelijk dat daarvan in de zaak van Kira geen sprake was, dus we realiseerden ons al snel dat we op onbekend terrein waren terecht gekomen.
Bij de eerste gelegenheid na haar terugkeer in Nederland kwam Kira – samen met haar vader – naar het kantoor van de Dopingautoriteit. Ook dat is helemaal niet ongebruikelijk, althans in Nederland. Ook als ‘de zaak’ niet een zaak van de Dopingautoriteit is (en in het geval van Kira ging het om een zaak van de Internationale Zwemfederatie FINA) blijken sporters er vaak voor te kiezen om naar ons toe te komen, en hun verhaal te doen. En om antwoorden te zoeken.
Voor de sporter is het grote voordeel dat hij of zij alle mogelijke vragen kan stellen over de zaak en de procedures, maar ook dat hij of zij ‘het hart kan luchten’. Een dopingzaak is vaak een emotionele achtbaan voor de betrokken sporter, en dat gold zeker ook voor Kira. Voor de Dopingautoriteit is het grote voordeel van een gesprek dat we ons al in een vroeg stadium in de zaak kunnen verdiepen, en dat de waarheidsvinding zo snel mogelijk kan beginnen. Maar ook dat we een indruk krijgen van de sporter, en we een eerste inschatting kunnen maken van de geloofwaardigheid van zijn of haar verhaal. Er wordt vaak tegen ons gelogen, maar we hebben wel enige vaardigheid ontwikkeld in het onderscheiden van ware en onware verklaringen. Al moet ik toegeven dat ik toch nog steeds verrast wordt over de vanzelfsprekendheid waarmee sommige sporters keihard in mijn gezicht kunnen liegen.
Foto: Flickr / Play the Game
Bij toeval was ikzelf een van de mensen die het gesprek bij ons op kantoor met Kira gevoerd hebben. Dergelijke gesprekken worden altijd door twee van mijn collega’s gevoerd (in steeds wisselende samenstelling). Bij Kira ging het niet anders. En hoewel wij jammer genoeg nooit kunnen vertrouwen op wat sporters tegenover ons verklaren: Kira maakte een volstrekt oprechte, en overigens ook geschokte indruk op ons.
Het gesprek met Kira richtte zich in eerste instantie vooral op de vraag of de tulobuterol mogelijk in een door haar gebruikt voedingssupplement of medicijn zou kunnen zitten. Dit is nog steeds een vaak voorkomende bron van ‘positieve dopingcontroles’. We hebben in overleg besloten om mogelijke boosdoeners in een geaccrediteerd dopinglaboratorium te laten analyseren. Analyses die uiteindelijk niets bleken op te leveren. Een andere theoretische mogelijkheid was dat het voedsel dat zij in China had gegeten wellicht tulobuterol had bevat. Het is bekend dat dit met de stof clenbuterol een risico vormt in onder andere China en Mexico, en sporters houden hier terdege rekening mee. De kans hierop leek ons dus, door meerdere oorzaken, buitengewoon klein. Maar op zo’n moment kan je niets uitsluiten.
De doorbraak kwam toen ons een document werd toegestuurd dat door medewerkers van het Wereld Anti-Doping Agentschap WADA was opgesteld, en dat voor commentaar naar de directeuren van de dopinglaboratoria gestuurd was. In het stuk werd de mogelijkheid geopperd dat een positieve test op tulobuterol zou kunnen worden verklaard door het gebruik van een ander, maar er sterk op lijkend en niet verboden medicijn. De molecuulstructuren van beide stoffen lijken sterk op elkaar en het zou wel eens zo kunnen zijn dat beide stoffen door de gebruikte analysemethode niet goed te onderscheiden zouden zijn.
Dit was op dat moment nog slechts een theorie, en voer voor discussie tussen vakgenoten. Het delen van dergelijke theorieën is tussen labdirecteuren heel gebruikelijk, en die insteek helpt het vak verder, want onderzoeksresultaten en conclusies worden ook gedeeld. De theorie stond ook helemaal los van de situatie waarin Kira Toussaint zich bevond, want de schrijvers van het stuk wisten helemaal niet dat er een tulobuterol-zaak liep, en al helemaal niet dat juist in die zaak mogelijk sprake was van de vraagstukken die in het stuk beschreven werden.
Aan onze kant vatte al snel de overtuiging plaats dat er in de zaak van Kira inderdaad haast wel sprake moest zijn van een onterecht afgegeven resultaat, namelijk de rapportage van de aanwezigheid van tulobuterol terwijl het om een andere (toegestane) stof ging. Kira had het gebruik van dat medicijn correct op het dopingcontroleformulier genoteerd, dus de puzzelstukjes leken op hun plaats te vallen.
Als we rustig achterover geleund hadden, was na verloop van tijd (weken of maanden) vanzelf wel duidelijk geworden of dit inderdaad het geval was. Probleem was echter dat we helemaal niet konden wachten. De advocaat van Kira stond op het punt om haar verweerschrift in te dienen, en er was een datum gepland voor de hoorzitting, die in Lausanne zou plaatsvinden. Een hoop druk, hoge kosten en andere ellende, en dat terwijl dat alles mogelijk niet nodig was.
Er dreigde dus een hoop onnodig ‘gedoe’ en tijdverlies, of erger nog: een onterechte veroordeling. Wij besloten om die reden om de hoofdpunten van de ‘verwisselingstheorie’ te delen met Kira’s advocaat, zodat die deze theorie (op het laatste moment) nog in het verweerschrift kon verwerken. Op die manier werd de verwisselingstheorie onderdeel van de tuchtrechtelijke procedure, en moest die theorie in het kader van die procedure ook getoetst worden.
"Zonder de inzet van de mensen in de dopinglaboratoria, WADA, FINA en – ik moet het zeggen – mijn eigen organisatie zou Kira op dit moment nog steeds in onzekerheid verkeren"
Hiermee kwam de zaak in een stroomversnelling. De directeur van het door ons benaderde lab deed in zijn eigen laboratorium een aantal experimenten die de verwisselingstheorie bevestigden, maar hij kon de analyses niet op de resterende urine van Kira uitvoeren, want die urine bevond zich (zoals voorgeschreven) nog steeds in het lab in Peking. En dus ging er heel snel een verzoek naar Peking om de verwisselingstheorie te toetsen door de analyse nogmaals uit te voeren, maar nu met een andere analysemethode die wel onderscheid tussen tulobuterol en het bewuste medicijn kan maken. Zowel FINA als WADA zetten druk op de zaak om zo snel mogelijk te weten of er inderdaad sprake was van een vals-positieve bevinding, en dus een onterechte procedure.
Laboratoriumanalyses kosten tijd. Maar het laboratorium in Peking maakte haast, want een vals-positieve bevinding is de nachtmerrie van elke labdirecteur, en alle betrokkenen wisten dat er grote druk op de zaak stond. Er moest alles aan gedaan moest worden om te voorkomen dat de betrokken sportster onnodig aan een hoorzitting zou gaan deelnemen.
De uitslag was een bevrijding voor iedereen: er was inderdaad sprake van een vals-positieve bevinding op tulobuterol, dat onderscheid kon via de gebruikelijke analysemethode NIET worden vastgesteld maar wel via een tweede analysemethode, en Kira ging vrijuit. Ironisch genoeg nam ik opnieuw deel aan een conferentie (ditmaal in Lausanne) toen mijn telefoon ging. Er zijn slechtere dagen.
Dit is geen eind-goed-al-goed verhaal. Kira is ten onrechte beschuldigd van een dopingovertreding, en dat is een zwaar gelag. Ze heeft ruim drie maanden in onzekerheid geleefd, ze heeft kosten gemaakt, ze heeft geleden. Ze heeft de wereldkampioenschappen kortebaanzwemmen 2018 gemist en die komen niet meer terug. Daar is niets moois aan, en dat laat zich niet wegpoetsen.
Tegelijkertijd is haar zaak uiteindelijk door inspanningen van een aantal mensen binnen de antidopingwereld tot een (min of meer) goed einde gebracht. Zonder de inzet van de mensen in de dopinglaboratoria, WADA, FINA en – ik moet het zeggen – mijn eigen organisatie zou Kira op dit moment nog steeds in onzekerheid verkeren, en had het nog lang kunnen duren voordat de waarheid boven tafel kwam.
Het voelt dubbel, en dat is het ook.
Herman Ram is voorzitter van de Dopingautoriteit.
Foto header: Twitter / FINA