"Op dit moment is men bezig om een organisatie op te bouwen, zodat er over een aantal maanden een volwaardige bond actief kan zijn", vertelt Barry Smit, doelend op de Nederlandse Vechtsportbond (NVB). Vanuit zijn werk bij de Nederlandse Vechtsportautoriteit begeleidden hij en zijn collega’s afgelopen jaar de oprichting van deze nieuwe sportbond. Negen bestaande vechtsportorganisaties, die zich bezig hielden met kickboksen, Thaiboksen en Mixed Martial Arts (MMA), gaan hierin op. "In deze drie sporten bestonden zo’n veertig jaar lang een stuk of tien vooral elkaar beconcurrerende organisaties, zonder enig overzicht. Er was heel weinig sprake van samenwerking. Die tijd is nu voorbij."
"Bij een bond kregen mensen ruzie en dan had je ineens twee bonden" vervolgt hij. "Dan fuseerden er weer twee of drie bonden, maar vervolgens werd er weer een nieuwe internationale organisatie actief in Nederland. In al die tijd heeft geen van deze bonden zich tot volwaardig bond ontwikkeld. Veel organisaties, die bond werden genoemd, waren eigenlijk een soort scheidsrechters’ verhuurbedrijven. Als je een toernooi wilde organiseren in een sporthal en je had acht scheidsrechters nodig, dan belde je zo’n bond en die leverde dan voor een bepaald bedrag. Dat was zo het model, waarop de vechtsport draaide. Allerlei andere verantwoordelijkheden, die een serieuze sportbond hoort op te pakken, bleven liggen."
Een voor de vechtsport onmogelijke en onhoudbare situatie, met een aantal negatieve consequenties. "Op een gegeven moment is vanuit de sector ook gezegd: er moet structureel iets veranderen", aldus de terugblik van Barry Smit. "Deze sporten zijn dermate versplinterd georganiseerd, dat een aantal overkoepelende problemen niet kan worden aangepakt. Dat ging onder meer over bestrijding van infiltratie van criminele elementen, van zwart geld, het aanpakken van doping. Maar ook het ontwikkelen van een jeugdplan, van talentbegeleiding en uniforme regelgeving. Vanuit een overkoepelende visie werken aan de toekomst van de sport. Daar kwam allemaal niets van terecht, omdat er alleen maar kleine concurrerende organisaties waren."
De ‘janboel’ in de vechtsport leidde tevens tot problemen met een aantal gemeenten. "Dat was vooral in de periode van 2010-2015, toen ook maatschappelijke problemen in de sport opdoken, wat te vaak leidde tot verstoring van de openbare orde. Sommige gemeenten zeiden: deze sporten zijn zo slecht georganiseerd, dat als dat zo doorgaat wij ze niet meer toestaan. Onder andere Amsterdam wilde geen kickbokstoernooien meer, want die evenementen werden gezien als een soort netwerkbijeenkomsten van de onderwereld. En iedereen deed maar wat. Daar hadden de gemeenten geen zin meer in."
"Een deel van de sector heeft toen gezegd: 'Wij moeten de goede elementen in de sport helpen en de rotte elementen weghalen'", memoreert Smit. Vanuit dat idee is op een gegeven moment in 2017 de Nederlandse Vechtsportautoriteit geboren. Die is zich vanaf dat moment gaan bezighouden met het opschonen van de sector. Uit een analyse bleek dat de versplintering één van de kernproblemen was. Enkele van de belangrijkste antwoorden daarop is de bundeling van krachten binnen één bond, en aan te sluiten bij NOC*NSF. Die is afgelopen november opgericht en wordt nu opgebouwd."
De Nederlandse Vechtsportautoriteit nam sinds 2017 al een hele reeks maatregelen om de sport beter te organiseren. Zo nam de VA het initiatief tot het invoeren van een keurmerk voor sportscholen. "Zonder dat keurmerk kan je niet meedoen aan wedstrijden in Nederland. Dat is ook met gemeentes afgesproken. Zij verbieden evenementen, als niet iedereen op dat evenement een keurmerk heeft. Daarnaast is het Fight-passport ingericht, een soort centrale ledenadministratie. Die verschillende bondjes hadden ook een eigen ledenadministratie. Ze verkochten ledenboekjes bij wedstrijden. En ze wisselden hun informatie niet altijd uit. Dus als iemand bij de ene bond een schorsing of medische uitsluiting had gekregen, kon hij volgend weekend gewoon bij een andere bond weer vechten. Er is nu één uniform digitaal systeem opgezet, waardoor er één centrale wedstrijdorganisatie is, één centrale registratie van alle partijen, en iedereen neemt alle schorsingen of medische uitsluitingen over. Dat is iets dat uiteindelijk ook wordt overgedragen aan de bond."
"Als de bond komend voorjaar erkend wordt door NOC*NSF, worden de vechtsporten eindelijk opgenomen in de Nederlandse sportfamilie"
Ook zette de VA het tuchtrecht op voor de vechtsport, ontwikkelde het een handreiking voor promotors en gemeentes met heldere eisen voor de organisatie van vechtsportevenementen, en werd een licentiesysteem ingevoerd voor promotors en matchmakers. "Door het samenspel van deze maatregelen is het aantal incidenten rond de vechtsport teruggedrongen tot een minimum. Waar gemeenten jarenlang wantrouwig waren ten opzichte van vechtsportevenementen, worden ze nu steeds vaker met open armen ontvangen. Zolang ze maar aan de voorwaarden van VA voldoen. In tientallen gemeentes, waaronder de grote steden, is dat ook als keiharde eis opgenomen in het lokale evenementenbeleid."
NOC*NSF verleende volop hulp bij de oprichting van de Nederlandse Vechtsportbond. Barry Smit: "Dat zag ook perspectief voor deze sporten en heeft het proces vanaf het begin gesteund. Dat heeft echt een grote bijdrage geleverd dat er nu één bond bestaat, die als het goed is komend voorjaar erkend gaat worden door NOC*NSF. Komt erop neer dat de vechtsporten eindelijk worden opgenomen in de Nederlandse sportfamilie." Met alle voordelen voor de ongeveer duizend sportscholen in het land, waarvan de helft aan wedstrijden meedoet en een keurmerk bezit. Bij het andere deel trainen alleen recreanten voor hun plezier en om fit te blijven. Van de twintigduizend wedstrijdsporters blijkt iets meer dan de helft jeugd. Daar ziet de NVB de toekomst van de sport. Maar de nieuwe bond wil nadrukkelijk ook de honderdduizenden recreanten bedienen, die van de bestaande vechtsportorganisaties weinig aandacht kregen.
Vorig jaar kreeg Jan Willem Landré vanuit NOC*NSF en de Vechtsportautoriteit de opdracht als kwartiermaker een begin te maken met het inrichten van een bond. "Om alle partijen bij elkaar te brengen. En dat heeft hij gedaan. Hij heeft zijn opdracht met succes afgesloten. Eind november is er een bestuur gepresenteerd. Dat is gedaan in Rotterdam, in het Topsport Centrum. Met als voorzitter Peter Kwint, voormalig Tweede Kamerlid. Verder zit Sem Schilt, voormalig wereldkampioen-kickboksen, in het bestuur en nog een viertal andere mensen. Zij zijn nu bezig om een organisatie op te bouwen."
Hoewel nog alles in de steigers staat, koestert de nieuwe bond diverse ambities als het ontwikkelen van een breedtesportbeleid. "Dat bestond nog helemaal niet", benadrukt Barry Smit. "Het ondersteunen van jeugdig talent, bijvoorbeeld in samenwerking met de Topsport Talentenscholen (voorheen Loot-scholen), voor het combineren van een opleiding en een topsportcarrière. Dat soort faciliteiten en allerlei faciliteiten van NOC*NSF, zoals bijvoorbeeld op Papendal, waren nooit beschikbaar voor jonge vechtsporters. Zo’n Rico Verhoeven heeft het allemaal zelf moeten uitzoeken, in tegenstelling tot zijn generatiegenoten, die goed waren in judo of schaatsen."
Simpele, basale bondszaken kunnen nu ook op een goede en juiste wijze worden geregeld. "Een voorbeeld", besluit Smit de toelichting. "Voorheen stonden vrijwilligers onverzekerd de wedstrijden te begeleiden. Een bond kan daar netjes een verzekering voor regelen. De vechtsporten zijn in Nederland nog relatief jonge sporten., maar gaan met deze bond nu echt volwassen worden…."
Lees ook: