Ter gelegenheid van de onlangs verschenen 100ste editie van vakblad Sport & Strategie duiken we in ons archief. We halen de beste interviews met de topstukken uit sport en politiek van de afgelopen jaren en presenteren die hier online opnieuw. Vanaf de eerste editie heeft dit vakblad de ontwikkelingen rond een bid om de Olympische Spelen van 2028 in Nederland op de voet gevolgd. In november 2009 sprak Frans Oosterwijk met toenmalig NOC*NSF-voorzitter Erica Terpstra over dit Olympisch Plan 2028. Zoals altijd bij Terpstra spatte de ambitie en het optimisme er toen vanaf.
Erica Terpstra treedt in mei volgend jaar af als voorzitter van NOC*NSF. Voordat het zover is worden een aantal belangrijke beslissingen genomen met betrekking tot het Olympisch Plan. Zoals de keuze voor de stad die naamdrager wordt van de Spelen van 2028. Overigens is de rol van Terpstra straks niet uitgespeeld. Zo behoudt ze bijvoorbeeld graag haar plaats in de Council OP 2028.
Door Frans Oosterwijk
Natuurlijk, de keus van het IOC om de Spelen van 2016 toe te kennen aan Rio de Janeiro was ook een manier om af te rekenen met de arrogantie van de Verenigde Staten, dat dacht met het aantreden van Barack Obama de buit al binnen te hebben, zegt Erica Terpstra. "Maar het bid van Rio was gewoon heel erg goed. En slim. Op een wereldkaart hadden ze met cijfers aangegeven hoe vaak de Spelen in Europa, Azië en de Verenigde Staten waren georganiseerd. Twaalf keer in de VS, nul keer in Afrika en Zuid-Amerika. Dat heeft de laatste twijfelaars over de streep getrokken."
Knap aan de campagne was ook dat de Brazilianen niet voor hun zwakke punten wegliepen. Drie problemen had Rio, volgens Terpstra. "Op de eerste plaats het feit dat Brazilië in 2014 ook het WK voetbal organiseert. Daarnaast was er het probleem van de veiligheid en dat van de stagnerende economie. Door die zaken openlijk te benoemen heeft Rio van die nadelen een voordeel gemaakt. Zo werd het WK voetbal gepresenteerd als de ultieme veiligheidsgarantie voor de Olympische Spelen: als het tijdens het WK goed gaat, gaat het twee jaar later bij de Spelen ook goed. Briljant. Kan Nederland wat van leren. Want we streven hetzelfde na: in 2018 het WK voetbal organiseren en tien jaar later de Olympische Spelen."
"Allereerst: dat je nooit kansloos bent. Van de vier kandidaatssteden op de shortlist, had Rio vooraf de minste papieren. Toch gaan zij nu met de Spelen aan de haal. Voorts dat je niet moet benadrukken wat iedereen al goed doet. Goede stadions, een perfect organisatieplan, dat hebben andere kandidaten ook. Je moet benadrukken waarin je onderscheidend bent. 2028 is een eeuw na de Spelen van 1928 in Amsterdam. Kiezen voor Nederland is dus een keus voor historie, traditie. Een tweede argument kan zijn dat Nederland, na Griekenland in 2004, waarschijnlijk het eerste kleine land zal zijn dat zich na een reeks van grootmachten durft op te werpen als olympisch kandidaat. Dat zal bij veel IOC-leden in goede aarde vallen, want nu al bestaat de vrees dat de Spelen zó de pan uitrijzen dat ze nooit meer door een kleiner land kunnen worden georganiseerd."
IOC-congressen worden ongeveer om de vijftien jaar georganiseerd. Het congres van 1994 in Parijs had als belangrijkste thema dat de sporters zelf veel meer bij de organisatie van de Spelen betrokken zouden moeten worden. Sindsdien ontstonden er in elk land olympische atletencommissies en werden er meer oud-sporters in het IOC gekozen. Het belangrijkste feit van het voorbije congres in Kopenhagen, aldus Terpstra, is niet, hoe revolutionair ook, de keuze voor Rio als olympische stad.
Terpstra: "Dit congres zal de geschiedenis ingaan als het congres waar centraal stond hoe we de jeugd meer bij de olympische beweging kunnen betrekken. Een vraag die superactueel is geworden. Want voor het eerst in de westerse geschiedenis neemt, door slechte voedinggewoonten, door te weinig beweging, door diabetes, obesitas en hart- en vaatziekten, de levensverwachting niet toe, maar af. In 2011 worden in Singapore voor het eerst de Olympische Spelen voor de jeugd georganiseerd. Die Spelen werden lange tijd gezien als een speeltje van Rogge, maar hebben nu een belangrijk strategisch doel gekregen: hoe kunnen we de jeugd bij de sport betrokken houden, hoe verknopen we sport met sociale, educatieve en culturele waarden. Kortom: hoe kunnen we de Olympische Spelen gebruiken als instrument in de strijd tegen de pandemie van obesitas en overgewicht."
Foto: Erica Terpstra met schaatser Erben Wennemars in 2009. Foto: Flickr (CC)/ Ariane Colenbrander
In Nederland wordt de strijd voor een gezonde, sportieve leefstijl behalve door NOC*NSF ook gevoerd door Nationaal Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Tien jaar geleden, bij de start van NISB, werd door NOC*NSF met argwaan gekeken naar de nieuwkomer die zich eveneens wilde manifesteren op het gebied van de breedtesport en de recreatiesport. Dat wantrouwen kwam enerzijds voort uit het feit dat er geen duidelijke taakverdeling was afgesproken, en anderzijds uit de omstandigheid dat beide organisaties afhankelijk waren van dezelfde subsidieverstrekker, het Ministerie van VWS. Bij NOC*NSF bestond de vrees dat de subsidies voor NISB wel eens ten koste zouden kunnen gaan van de eigen subsidiëring.
"Na Griekenland in 2004 zullen wij het eerste kleine land zijn dat zich durft op te werpen als olympisch kandidaat. Dat zal bij veel IOC-leden in goede aarde vallen"
Intussen is volgens Terpstra bij beide partijen het besef gegroeid dat ze geen concurrenten zijn, maar dat ze elkaar nodig hebben. Zelfs het feit dat NISB in 2010 fuseert met de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en zo nog krachtiger wordt, vermag de voorzitter van NOC*NSF niet verontrusten. "NISB is fantastisch bezig met het ontwikkelen van nieuwe sport- en beweegvormen voor de jeugd en voor ouderen. Zoals wij hard aan het werk zijn om de bonden en verenigingen te stimuleren om die nieuwe sportvormen aan te bieden binnen een bond- en verenigingsstructuur. In de toekomst zullen we vaker samen activiteiten ontwikkelen. De tijd is er rijp voor. Vanuit alle maatschappelijke sectoren komen er vragen op de sport af. Dat betekent dat er voor NOC*NSF en NISB nog een wereld te winnen is. Er zijn zoveel loketten waar de sport geld kan vinden! Niet alleen bij VWS, maar ook bij andere ministeries, het moet alleen worden aangeboord."
"Met financiële hulp van het ministerie van Onderwijs hebben we de nieuwe structuur van de combinatiefunctionaris opgezet, waarmee we een brug slaan tussen de school en sportvereniging. Maar sport kan ook worden ingezet voor de preventie van obesitas, en dat ligt op het beleidsterrein van Volksgezondheid. Sport kan ook worden ingezet voor de sociale cohesie in de krachtwijken, het domein van het Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie. Bij al die ministeries is geld te vinden voor sport."
"In toenemende mate, want ze zien dat sport helpt. Neem de krachtwijken. Daarvoor is bij het Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie veel geld beschikbaar. Dat geld is de afgelopen jaren vooral gestoken in welzijnsprojecten. Volgens onderzoek is dat niet zo effectief geweest. Tegelijkertijd is er een rapport verschenen over de Cruyff Courts en daaruit blijkt dat die trapveldjes niet alleen de jeugd in beweging brengen, maar tevens de wijk een impuls geven. Dus is het legitiem om Eberhard van der Laan te vragen om aan dit soort projecten deel te nemen. Met Justitie zijn we op dit moment in gesprek om jonge boefjes, die onder toezicht staan van de reclassering, sport aan te bieden. Dat moet in een bepaalde structuur worden gegoten. Zo’n structuur kost geld, maar je krijgt er veel voor terug, in de vorm van minder criminaliteit en overlast. We vragen dus niet om meer geld, we vragen slechts bestaande middelen slimmer te investeren en daar de sport bij te betrekken."
Door de steun van het kabinet voor het Olympisch Plan 2028 is de sport de afgelopen jaren nog hoger gestegen op de politieke agenda. Terpstra: “Uitgangspunt van het Olympisch Plan is de ambitie om de komende jaren de hele samenleving op olympisch niveau te brengen. Die ambitie heeft zijn startpunt gekend in de Nederlandse topsport, dat bij de top tien van de wereld wil horen. Die drang om te excelleren, is door het kabinet vertaald naar de samenleving in zijn geheel: Nederland moet in 2016 behoren tot de top tien van de ‘vitaalste’ samenlevingen. Een land zonder files, dat zorgzaamheid paart aan energie, uitblinkt in wetenschap en cultuur, en investeert in een geweldige sportinfrastructuur.
"We vragen niet om meer geld, we vragen slechts bestaande middelen slimmer te investeren en daar de sport bij te betrekken"
"Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft al laten weten dat ze het Olympisch Plan als pressurecooker gaat gebruiken om infrastructurele plannen, die ze toch al had, versneld tot uitvoering te brengen. Economische Zaken gaat zich inspannen om veel meer grote evenementen in Nederland te organiseren. Niet alleen sportevenementen maar ook culturele evenementen. Omdat het goed is voor de Hollandbranding in het buitenland. Zo heeft ieder ministerie zijn eigen argumenten om mee te doen, en kan er een wervelwind van vernieuwing en modernisering ontstaan."
Met de benoeming van Ivo Opstelten, voormalig burgemeester van 'sportstad' Rotterdam, tot voorzitter van de Council Olympisch Plan 2028, is een nieuwe stap gezet richting 2028, zegt Terpstra. Onder zijn regie moeten alle stakeholders in de Council – NOC*NSF, de rijksoverheid, de provincies, de vier grote steden, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de vakbeweging (FNV) en het bedrijfsleven (VNO-NCW, MKB Nederland) – nog voor het eind van dit jaar de plannen ontvouwen waarmee ze hun sector olympic proof gaan maken.
Terpstra: "Vervolgens worden die plannen met elkaar gecombineerd, en wordt een tijdsplan opgesteld. Dat moet in het voorjaar klaar zijn, inclusief een eerste kosten-batenanalyse. Dan worden ook de belangrijkste knopen doorgehakt: waar zouden in 2028 de verschillende sporten kunnen plaatsvinden, welke grote sportevenementen gaan we in de periode tot 2016 naar Nederland halen om ons te profileren als eventuele kandidaat en ten slotte: welke stad wordt de naamdrager van de Spelen."
"Ook als dat niet het geval is, ben ik ontzettend tevreden met de voortgang van het OP. Het gaat veel sneller en voorspoediger dan ik van tevoren dacht. Ik ben de laatste tijd regelmatig gebeld door mensen uit de kunst, wetenschap, architectuur, die zeggen: wij willen meedoen aan het Olympisch Plan, wij willen ook excelleren. Iemand van het Nederlands Dans Theater wilde praten over de raakvlakken tussen dans en sport, en hoe in de verschillende sporten de talentontwikkeling is georganiseerd. Fantastisch vind ik dat: de koppen bij elkaar steken, zien hoe we elkaar kunnen versterken."
"Als dat zou gebeuren, zou ik het niet afwijzen. Maar daar moeten anderen over beslissen."
"Zeker. Toen Jacques Rogge weer eens in Nederland was, heb ik geïnformeerd naar de mogelijkheden. Als je grote sportevenementen naar Nederland wilt halen, dan moet je maximaal zijn vertegenwoordigd in het bestuur van Europese en internationale sportfederaties, en natuurlijk ook in het IOC. Elke mogelijkheid om in die richting te lobbyen grijp ik aan. Rogge zei dat Nederland met twee leden in het bestuur, Anton Geesink en prins Willem-Alexander, al disproportioneel in het IOC is vertegenwoordigd. Maar hij zei ook dat er een nieuwe jeugdcommissie komt, dus wie weet, kunnen we daar een Nederlandse vertegenwoordiger in krijgen."
Fotobijschrift boven: Erica Terpstra bij de Charter Olympisch Plan 2028 in juli 2009. Foto: ANP Foto.