Er moet meer specifieke aandacht komen voor het bespreekbaar maken en het vergroten van homo-acceptatie in het voetbal. Zeven op de tien betaalde spelers beoordelen de algemene acceptatie als ruim onvoldoende. Dat percentage staat gelijk met het resultaat van een zelfde (voorlaatste) onderzoek uit 2014. "Dat is teleurstellend", bekent Stephan Hakkers, onderzoekscoördinator en adviseur van Alliantie Gelijkespelen 4.0, die opdracht gaf tot het recente onderzoek.
Maar de spelers zelf dringen tevens aan om meer aandacht te schenken aan het nog immer gevoelige thema in het voetbal. "Zij merken ook wel dat de homo-acceptatie een langere weg heeft te bewandelen dan zeg maar de strijd tegen racisme", aldus Stephan Hakkers. "Wij merken dat zelf vanzelfsprekend ook wel. Wij moeten ons best doen dat we dit onderwerp steeds weer onder de aandacht krijgen. Dat is en blijft hard werken. Maar dit onderzoek helpt daarbij dan wel degelijk, want het heeft veel aandacht gegenereerd in de media."
"Wat de spelers ook aangeven", continueert Stephan Hakkers zijn bevindingen uit het onderzoek, "is dat de verantwoordelijkheid heel duidelijk ligt bij de club zelf. Wij proberen dat ook te bespreken bij de clubs, maar soms is die ingang wel moeilijk. Er wordt heel vaak gezegd van: het speelt niet bij ons in de club." In een poging meer door te dringen tot onder meer de bvo’s maken de betrokken partijen gebruik van podcasts. "We hebben zelf ook een podcast gemaakt met voetballers. De NOS heeft gesproken met een homoseksuele voetballer in de Eredivisie."
"Voetballers leven al jaren in een bubbel. Meer dan in andere sporten heerst er ook een machocultuur"
Stephan Hakkers wil geen naam vrijgeven van de bewuste speler. "Wij doen dit mede vanuit een vertrouwenspersoon, de John Blankenstein Foundation. Zij hebben ook contact met voetballers." De John Blankenstein Foundation wordt tegenwoordig geleid door Karen, de zus van de overleden arbiter. "Na die podcast hoor ik Bram van Polen, de aanvoerder van PEC Zwolle, ook een keer zeggen dat hij over dit onderwerp in gesprek wil gaan. Je ziet gewoon dat op het moment dat we er op een transparante manier over praten, er meer ruimte ontstaat. Voetballers leven al jaren in een bubbel. Meer dan in andere sporten heerst er ook een machocultuur."
Uit het onderzoek blijkt voorts dat de supporters een heel belangrijke rol spelen in de homoacceptatie. "Die groep scoort het slechtst volgens de voetballers", aldus Stephan Hakkers. Daar moeten we dus veel meer mee in gesprek. Ik denk dat daarin veel winst is te behalen. We moeten, denk ik, dat per club doen, het gesprek aangaan met de supportersvereniging. Dat zou ook collectief kunnen gebeuren’, benadrukt Stephan Hakkers het belang van deze aanpak. "We zouden dan de actie met de VVCS breder kunnen trekken en de supporters daarin ook kunnen laten meedenken."
De Vereniging van Contractspelers verzoekt al jaren alle aanvoerders in beide divisies één keer per seizoen hun band te wisselen met de zogenoemde regenboogband, als extra blikvanger voor de homo-acceptatie in het voetbal. Meestal gedurende een weekeinde in oktober, maar in 2020 door de corona-crisis pas in half december. "Wij hebben toen de regenboogband veranderd in de 'one-love band'. One love staat ook in letters op die band, die trouwens wit is", aldus Arjan Ebbinge namens de VVCS. "Zo pak je het hele pakket aan. Niet alleen seksuele geaardheid, maar ook racisme, discriminatie, het geloof, kleur ofwel de afkomst." De VVCS voerde overigens de enquête uit en benaderde eind januari de aanvoerders met de vraag over homo-acceptatie en die te delen met de spelers van de selectie.
Hoewel 46 procent van de voetballers toegeeft het moeilijk te vinden om uit de kast te komen, zoals dat heet, is het draagvlak voor dit thema hoe dan ook verbreed. "Want 89 procent van de spelers zegt nu: als een speler bij ons homoseksueel blijkt te zijn, dan zullen wij hem steunen", wijst Stephan Hakkers tot slot op een toch positieve conclusie uit het onderzoek van de Alliantie Gelijkspelen 4.0.