De schaatsbubbel in Thialf was in januari en februari het epicentrum van het internationale schaatsen. Alle belangrijke prijzen van het seizoen werden verdeeld in Heerenveen: de EK sprint en de EK allround, twee wereldbekerwedstrijden en de WK afstanden. Frans Oosterwijk maakte voor vakblad Sport & Strategie een uitgebreide reconstructie van de totstandkoming van deze schaatsbubbel met organisator Patrick Wouters van den Oudenweijer van House of Sports. Herman de Haan, directeur-bestuurder van de KNSB vertelt over de internationale lobby in de schaatswereld.
Herman de Haan had zich zijn derde seizoen als
directeur-bestuurder van de KNSB anders voorgesteld. Eerst liet de beoogde (en
onbekend gebleven) opvolger van KPN als hoofdsponsor het op het laatste moment
afweten vanwege het coronavirus. Daarna zette COVID-19 de hele schaatswereld op
stelten. Alle ijsbanen in Nederland moesten dicht, alle evenementen werden geannuleerd
en er dreigde een seizoen zonder inkomsten.
Met de komst van Nederlandse Loterij en het Chinese automerk Lynk & Co als nieuwe partners van Schaatsend Nederland, maar vooral dankzij de bubbel werd de situatie ten goede gekeerd. De Haan: "Volgend jaar zijn de Olympische Spelen. Schaatsen is Nederlands meest succesvolle olympische sport en dat willen we graag blijven. Maar dan moeten onze schaatsers wel kunnen schaatsen! Daarnaast wilden we graag ook de andere sponsors [Daikin voor het langebaanschaatsen, Trachitol voor het marathonschaatsen, kledingsponsor FILA en Rabobank voor de jeugd, FO] exposure bezorgen. Dankzij de bubbel zijn we daar prima in geslaagd. De evenementen hebben wel dertig procent meer kijkers getrokken dan normaal! Bij het EK sprint en het EK allround lag de piek op 1,9 miljoen kijkers. In die zin heeft de KNSB weer waar voor geld geleverd: voor elke euro die een sponsor in het schaatsen stopt, krijgt hij meer dan twee euro mediawaarde terug."
Foto: KNSB
Als president van de KNSB stond De Haan afgelopen zomer voortdurend in contact met zijn collega’s in Amerika, Canada, Polen, Noorwegen en Japan – de andere landen waar internationale wedstrijden en kampioenschappen waren gepland. Al snel bleek dat alleen Nederland een bubbel voor elkaar dacht te kunnen krijgen. De Haan: "Nederland is het hart van de internationale schaatswereld, ook zakelijk en commercieel. Ik heb mijn collega’s gevraagd: 'Als wij ons bij de ISU hard maken voor een bubbel, kan ik dan rekenen op jullie steun?' Die steun hebben ze gegeven. Iedereen begreep dat er maar één plek in de wereld was waar dit kon, en dat was Thialf."
"Bedrijfseconomisch hebben we het, door alle wedstrijden op één plek te houden, heel efficiënt kunnen oplossen"
Toch moest er enige scepsis worden overwonnen. Sommige landen waren de gedachte toegedaan dat juist in Nederland het coronavirus hevig had toegeslagen. Want Nederland was toch een oranje gebied? "Moesten we uitleggen dat dat misschien wel zo was, maar dat we prima die bubbel konden organiseren. Dat er een heel team van artsen bovenop zou zitten. Dat we gesteund werden door NOC*NSF en dat het coronarisico door alle voorzorgen vrijwel nihil was. Uiteraard sprak voor ons ook dat schaatsers en coaches heel graag in Thialf zijn en dat we in de loop der jaren meer dan afdoende hebben bewezen hier geweldige evenementen te kunnen organiseren. Uiteindelijk kreeg ik van de ISU te horen dat het kon. Toen werd het een kwestie van uitwerken en doen."
Maar liefst 300 à 400 personen die vijf weken in een hotel verblijven, vijf weken lang Thialf exclusief afhuren – dat kost een smak, beaamt De Haan. "De kosten van de bubbel zijn vooral voor rekening gekomen van de ISU als opdrachtgever. De deelnemende landen en dus ook de KNSB droegen substantieel bij door een groot deel van de hotel- en verblijfkosten van hun schaatsers voor hun rekening te nemen. Zo gaat het normaal ook. Per saldo is dit internationale seizoen voor iedereen misschien iets duurder geweest, maar niet veel. Want er waren geen World Cups en kampioenschappen in andere landen, er hoefde niet heen en weer gevlogen te worden, dus dat geld kon elk land uitsparen. Dus ook bedrijfseconomisch hebben we het, door alle wedstrijden op één plek te houden, heel efficiënt kunnen oplossen."
Foto: House of Sports/ CC Menno van Veen
Dit stuk verrscheen eerder als een onderdeel van een groter artikel over de schaatsbubbel in Thialf in het vakblad Sport & Strategie editie 1-2021. Benieuwd naar het hele artikel? Bestel deze editie dan als los nummer.