Het nieuws sloeg dinsdag in als een bom. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) legt de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond een boete op van maar liefst 525.000 euro voor het onrechtmatig verstrekken van gegevens van leden aan derden. De tennisbond deelde gegevens van leden met commerciële partners voor marketingdoeleinden en volgens de AP is dat onder de sinds mei 2018 geldende Algemene Verordening Gegevensbescherming niet toegestaan. De KNLTB wist al sinds het najaar van 2018 dat de AP onderzoek deed naar de gangen van de tennisbond en bepleitte sindsdien meermaals dat het volledig binnen regels had gehandeld, maar vond geen gehoor bij de AP. En dus stapt de bond nu naar de rechter. "Als onze leden niet langer kunnen profiteren van de meerwaarde van samenwerking met partners, wordt de sport voor hen duurder."
De KNLTB benadrukt ook dat de AP met dit besluit een precedent schept voor de gehele sport, waardoor op den duur sportbeoefening voor verenigingsleden in het algemeen duurder wordt en uiteindelijk minder mensen kunnen sporten. Daarnaast worden sportbonden veel minder interessant voor potentiële sponsors als gegevens van leden niet langer met commerciële partners mogen worden gedeeld, zegt de KNLTB. Dan komt uiteindelijk adequate ondersteuning van de verenigingen in gevaar. Om sport voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar te stellen, is dit soort samenwerkingen met commerciële partijen noodzakelijk. Daar is de KNLTB zeker van.
Meer bonden hebben dit standpunt en werken daarom op vergelijkbare wijzen samen met commerciële partners en ook NOC*NSF ziet het belang van deze samenwerkingsverbanden voor de sport. En wie het landelijk overheidsbeleid ten aanzien van sport en bewegen van de afgelopen jaren beschouwt, moet inderdaad concluderen dat de sanctie van de AP op zijn minst een ander signaal afgeeft dan het ministerie van VWS graag over het voetlicht brengt, bijvoorbeeld met een veelomvattend initiatief als het Landelijk Sportakkoord.
"Om verenigingen goed te ondersteunen, moet je nu eenmaal ledengegevens delen met andere partijen"
"Wij zijn een non-profit-organisatie, wij willen de sport en natuurlijk in het bijzonder de tennissport toegankelijk en betaalbaar houden", zegt Robert Jan Schumacher, Directeur Dienstverlening van de KNLTB. "We hebben ook met het ministerie van VWS afgesproken dat dit van belang moet zijn in de lokale sportakkoorden. Zorg dat zo veel mogelijk mensen kunnen sporten. Dat is onze doelstelling als KNLTB. We hebben geen keiharde commerciële doelen. Om verenigingen goed te ondersteunen, moet je nu eenmaal ledengegevens delen met andere partijen, bijvoorbeeld met een externe partij die de ledenadministratie faciliteert of voor de organisatie van competitie en toernooien. Maar daarnaast zien wij dat leden op zoek zijn naar een directe meerwaarde als zij een tennislidmaatschap afsluiten. Oftewel; ze vinden het aantrekkelijk dat zij bijvoorbeeld met korting tennisschoenen kunnen kopen omdat zij KNLTB-lid zijn. Om die reden zijn wij de afgelopen jaren samenwerkingen aangegaan met commerciële partijen. Om leden voor tennis relevante aanbiedingen te kunnen doen. Zo genereren wij inkomsten om verenigingen goed te ondersteunen, om die toegankelijkheid en betaalbaarheid te bewaken."
Terug naar de kern van de zaak. De werkwijze van de KNLTB was dus niet nieuw, maar met de inwerkingtreding van de AVG in mei 2018, rezen er vragen. De AP kwam de in haar ogen bedenkelijke handelwijze van de KNLTB uiteindelijk op het spoor doordat een verontrust tennislid en tevens jurist publiekelijk vraagtekens zette bij het delen van data met commerciële partners. Deze persoon, die in december 2018 zijn verhaal deed in een reportage van Nieuwsuur, las in een nieuwsbrief van de KNLTB hoe de bond bij wijze van pilot telefoonnummers van leden deelde voor een gerichte commerciële actie en kwam in verweer. Hij dreigde met een kort geding, waarna het tot een schikking kwam.
De KNLTB besloot het beleid aan te scherpen en telefoonnummers alleen nog maar te delen na expliciete toestemming van de betreffende leden. Toen was echter ook de interesse gewekt van de Autoriteit Persoonsgegevens, die nog vijf klachten van verontruste tennisleden ontving. De AP stelde een onderzoek in en richtte zich daarbij vooral op twee gerichte acties. Eén betrof het versturen van een flyer met een kortingsactie per post, een wijze van benaderen die de KNLTB al jaren hanteert. En één betrof de al genoemde telefonische actie. Beide acties vonden plaats in 2018. De belactie brak de KNLTB overigens voortijdig af omdat de bond, hoewel er naar eigen zeggen geen regels werden overtreden, niet blij was met hoe de actie in de praktijk werd uitgevoerd.
De regels in de AVG waaraan organisaties moeten voldoen die persoonsgegevens voor dergelijke acties delen, hebben vooral betrekking op heldere en transparante informatievoorziening over de werkwijze en op het vragen van toestemming. Leden moeten weten waarvoor hun gegevens worden gebruikt en moeten toestemming geven alvorens gegevens met derden worden gedeeld. Het informeren van leden lijkt de KNLTB uitvoerig te hebben gedaan. Dat gegevens van leden gedeeld kunnen worden met partijen die zich bezighouden met zogenoemde direct marketing, staat al sinds 2005 in de statuten van de bond. Ook heeft de KNLTB sinds 2007 een expliciet mandaat van de Ledenraad om gegevens te delen zodat leden gericht per post benaderd kunnen worden en geldt sinds 2017 hetzelfde voor benadering via telefoon. Tenslotte werd van december 2017 tot en met maart 2018 een uitvoerige campagne gevoerd via de eigen kanalen en externe media om tennisleden goed te informeren over de implicaties van de nieuwe AVG. De KNLTB toetste destijds het gehele privacybeleid ook aan het Handboek Sport & Privacy van NOC*NSF.
Dan het verkrijgen van toestemming van leden om gegevens te delen met derden. Op dat punt lopen de zienswijze van de KNLTB en die van de AP volledig uiteen. De KNLTB zegt formeel niet van elk lid persoonlijk toestemming nodig te hebben en baseert zich daarmee op het 'gerechtvaardigd belang', één van de zes grondslagen in de AVG die de verwerking van persoonsgegevens rechtvaardigen. Dat gerechtvaardigd belang ontstond na het van de ledenvergadering verkregen mandaat. Of zoals het in het Handboek Sport & Privacy wordt uitgelegd:
'Als het doorgeven aan sponsoren in algemene zin is goedgekeurd door de ledenvergadering, dan heeft de sportbond voor die verstrekking geen individuele toestemming meer nodig van de betrokkene. De sportbond kan deze doorgifte in dat geval namelijk baseren op een gerechtvaardigd belang'.
De AP bestrijdt dat standpunt, stelt dat met het delen van gegevens met derden 'zuiver commerciële doeleinden' werden beoogd en dat dan sowieso geen sprake kan zijn van een gerechtvaardigd belang. Die conclusie lijkt op zijn minst op gespannen voet te staan met Grond 47 in de AVG, waarin letterlijk staat: 'De verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van direct marketing kan worden beschouwd als uitgevoerd met het oog op een gerechtvaardigd belang'. Bovendien, zo zegt de KNLTB, het gaat hier niet om zuiver commerciële doeleinden, er is daadwerkelijk een gerechtvaardigd belang. De meerwaarde die samenwerking met commerciële partijen biedt aan het lidmaatschap, leidt tot extra inkomsten om verenigingen nog beter te ondersteunen. Die inkomsten komen allemaal ten goede aan de Nederlandse tennissport.
Tot zover het juridische steekspel. Nu duidelijk is dat de AP een forse boete oplegt, overheerst in de burelen van de KNLTB in Amstelveen vooral teleurstelling. Te meer omdat de bond na eerste melding van het onderzoek van de AP, lang de hoop had in gesprek te kunnen over eventueel verkeerd handelen en hoe dat te corrigeren, mocht er inderdaad sprake zijn van een overtreding. De AP zegt op zijn website zelf ook dat dergelijk contact met een organisatie, omschreven als 'alternatieve interventie', voldoende kan zijn om de overtreding te laten beëindigen. Bovendien heeft de Tweede Kamer de AP in maart 2018, kort voordat de nieuwe AVG in werking trad, verzocht toch vooral 'hulpvaardig' te handhaven en voornamelijk 'voor te lichten in plaats van goedwillende organisaties te beboeten'.
De Autoriteit Persoonsgegevens zegt in een reactie dat een gesprek met de KNLTB over eventuele overtredingen en corrigerend handelen, geen zin meer had. "De overtreding, het verhandelen van ledendata, had immers al plaatsgevonden. Dat was niet meer terug te draaien", zegt een AP-persvoorlichter. Een opmerkelijke redenering, vinden ze bij de KNLTB. De tennisbond communiceerde al in februari 2018 naar leden over het hoe en waarom van het delen van data en het direct benaderen van leden en benadrukte toen ook dat leden die dit niet wilden, zich konden afmelden. Niet veel later werd de AP door een aantal bezorgde tennisleden getipt over de plannen van de bond. Dat bood toch voldoende tijd om met de AP in gesprek te gaan, vindt de KNLTB.
Verder vreest de KNLTB dat het door de AP als voorbeeld wordt gesteld, dat de tennisbond moet boeten om een signaal af te geven richting de sport. Iets wat de AP desgevraagd ten stelligste ontkent. Nieuwsuur, dat er ten tijde van de uitzending eind 2018 al achter was dat de AP onderzoek deed naar de KNLTB, trok dezelfde conclusie en legde die mogelijkheid op camera voor aan AP-voorzitter Aleid Wolfsen. "We hebben, zo durf ik u wel te zeggen, als het gaat om alles wat met sportverenigingen te maken heeft in algemene zin, ingezoomd op één specifieke zaak", antwoordde Wolfsen.
"Wij doen wat we doen om iedereen die dat wil, de mogelijkheid te bieden om te tennissen", benadrukt Schumacher tenslotte nog maar eens. "Tennis is een leuke sport en mensen worden gezonder en fitter als ze bewegen, dus ik wil dat zo veel mogelijk mensen de baan op gaan en daar de voordelen van ervaren. Dan kan ik ook een wezenlijke bijdrage leveren aan het Sportakkoord."
Foto: Stijnstijl Fotografie / KNLTB
Lees op Sportnext.nl meer over de invloed van deze boete op partnerships van bonden met merken: