Sinds dit seizoen heeft de KNVB de competitie-opzet van een deel van het meidenvoetbal gewijzigd. Dit gebeurde mede op basis van de wensen van voetbalsters zélf. De voetbalbond doet al jaren onderzoek onder spelers en speelsters om erachter te komen wat zij belangrijk vinden in hun sportbeleving.
"De spelers en speelsters zijn uiteindelijk degenen waar het allemaal om gaat. Voor hen doen we het, zowel clubs als de bond. Daarom betrekken we de doelgroep zelf bij de verbetering van ons aanbod. Wij wijzen clubs er ook op om continu in contact te staan met hun leden", zegt Marije Min, Marketeer Meiden & Vrouwen bij de KNVB.
Al tien jaar doet de KNVB onderzoek onder gestopte voetballers naar hun redenen om te stoppen met de sport. Uit dat onderzoek, en een data-analyse van het ledenbestand, bleek enkele jaren terug dat met name meisjes tussen 16 en 18 jaar stoppen met voetballen. "Het uitstroompercentage ligt in die categorie hoger dan in ander groepen. Het is bekend dat pubers vaker stoppen met hun sport dan jongere kinderen of oudere sporters, maar we zagen dat bij meiden dat percentage nog eens veel hoger ligt dan bij jongens in dezelfde leeftijd", zegt Min.
Uit een data-analyse van alle wedstrijden in die categorie in een aantal seizoenen, kwamen drie interessante gegevens naar voren:
Min: "We vroegen ons af: wat zou de speelster willen? Wat vindt zij belangrijk? En hoe zouden we het competitie-aanbod zo kunnen verbeteren, dat de speelsters meer plezier beleven en langer blijven voetballen?"
In het najaar van 2020 stuurde de KNVB een vragenlijst naar alle voetbalsters tussen 12 en 19 jaar. De centrale vraag was: hoe ziet jouw ideale competitie eruit? In het voorjaar van 2021 volgde nog een onderzoek met daarin vragen over eventueel nieuw aanbod. Daarnaast nodigde de bond speelsters uit om in gesprek te gaan en organiseerde de KNVB een klankbordgroep met daarin mensen die zich hard maken voor het meidenvoetbal en medewerkers van andere sportbonden. "We wilden weten hoe andere bonden met dit vraagstuk omgaan. Ook hebben we naar de competities in andere Europese landen gekeken. Maar uiteindelijk was de input van de speelsters zelf het belangrijkst", zegt Min.
Er kwam bijvoorbeeld naar voren dat speelsters liever verder rijden voor een spannendere wedstrijd, dan dat ze dichtbij spelen maar dik winnen of verliezen. En dat ze liever een combinatieteam met een andere club hebben, zodat ze met meiden van de eigen leeftijd kunnen spelen, in plaats van een team van alleen meiden van de club zelf, maar met een (zeer) groot leeftijdsverschil. "Ook bleek dat de meeste meiden liever 9 tegen 9 voetballen zodat de wedstrijd door kan gaan, dan dat hij wordt afgelast wegens tekort aan spelers. Toen we dezelfde vragen aan trainers en andere functionarissen bij verenigingen stelden, kregen we op sommige punten andere antwoorden. Dit geeft aan dat het belangrijk is om de doelgroep zélf te vragen naar hun mening."
Na een pilot tijdens het vorige seizoen is begin dit seizoen de nieuwe competitie ingevoerd. Dit zijn enkele wijzigingen:
- De oudste jeugdcategorie bij de meiden is niet meer de MO19, maar de MO20. Min: “Door meiden een jaar langer bij de jeugd te laten spelen, proberen we te verminderen dat een team versneld doorgeschoven wordt naar de senioren. Ook wil een deel van speelsters graag een jaar langer in de junioren spelen, met name meiden die pas gestart zijn met voetballen.”
- Er mag in 9-tallen worden gespeeld, met als doel dat speelsters zoveel mogelijk in hun eigen leeftijdscategorie spelen. Er zijn competities waar teams standaard in 9-tallen spelen. In andere competities in de tweede, derde en vierde klasse mag worden uitgeweken naar 9 tegen 9 als een van beide teams geen compleet team op de been kan brengen door bijvoorbeeld blessures. “We zien dat in het lopende seizoen daardoor veel meer wedstrijden doorgaan dan in vorige seizoenen”, zegt Min. Zowel in gebieden met relatief weinig voetbalsters en clubs als in gebieden met veel speelsters en clubs, zoals de Randstad, wordt 9 tegen 9 gespeeld. Min: “Bij kleine clubs in kleine kernen hebben ze vaak niet meer speelsters. Maar bij grotere clubs kiezen ze er bijvoorbeeld voor om het derde team een 9-tal te laten zijn. Zij hebben te weinig speelsters voor drie complete elftallen, maar eigenlijk te veel speelsters voor twee teams.”
- Er wordt gespeeld in vier fases. Na elke fase worden de poules aan de hand van de uitslagen uit de vorige fase opnieuw ingedeeld. Op die manier spelen de teams sneller op hun juiste niveau en worden de wedstrijden spannender. Uit onderzoek naar de uitslagen van dit seizoen blijkt inderdaad dat het percentage grote uitslagen kleiner is dan voorheen.
- Het seizoen wordt afgesloten met een toernooi voor alle teams op verschillende plaatsen door heel het land: de Final League. De Final League geldt als vierde fase van de competitie.
Het onderzoek onder speelsters gaat voorlopig door. Aan de hand daarvan kan de nieuwe competitieopzet worden bijgesteld. Daarnaast informeert de KNVB de clubs geregeld over de uitkomsten van de onderzoeken. "Verenigingen kunnen daar ook hun voordeel mee doen. Luisteren naar voetballers is belangrijk. Alleen zo kom je erachter wat er speelt. We zien dat steeds meer clubs dat ook doen, bijvoorbeeld met een jeugdraad of exit-gesprekken met voetballers die stoppen bij de vereniging. Daar komen heel interessante inzichten en ideeën uit", zegt Min.
Foto: KNVB Media