Ter alarmering van de groeiende beweegarmoede in Nederland nam Joop Alberda, samen met Sarina Wiegman, Louis van Gaal, Guus Hiddink, Bas van der Goor, Epke Zonderland en neuropsycholoog Erik Scherder het initiatief tot een publicatie van pagina groot pamflet in een aantal kranten. "Sport is weg, helemaal stilgevallen. Terwijl sport een essentieel onderdeel is van onze samenleving", zo hoopt hij met zijn duidelijke boodschap de politiek te prikkelen tot enig serieuze actie. Met in elk geval de toezegging van de overheid het onderwerp eindelijk eens mee te nemen in de gesprekken over het volgende regeerakkoord. Als resultaat moet dat in de verre toekomst een eigen ministerie voor sport opleveren, al dan niet in combinatie met cultuur en milieu.

Opvoeding door topspelers

"Ik heb veel reacties ontvangen, ook uit de politiek", vertelt Joop Alberda, die vooral een discussie wilde aanjagen. Dat lijkt geslaagd, want sinds het verschijnen van de grotendeels door de volleybalbond betaalde advertentie duiken steeds meer rapporten en cijfers op met verontrustende conclusies van onder andere een schrijnend gebrek aan motorische vaardigheden onder de jeugd. Zo scoren kinderen van 9 tot 12 jaar met 25% onder en met 46% gelijk aan het gemiddelde. En slechts 29% daarboven.

Basisscholen horen de jongeren twee keer in de week een uur gymles aan te bieden, maar dat is pas over drie jaar wettelijk verplicht, en dan wel mét een vakleraar. Om de jeugd meer dan nu te laten bewegen en te sporten, startte de Nevobo een tweetal projecten. "In de aanloop naar het WK van 2015", memoreert Michel Everaert, programmadirecteur bij de volleybalbond. "Back to school met de internationals, topspelers, talenten en jeugdspelers. Meer dan honderd spelers hebben dat opgepakt. We zijn dat min of meer blijven doen, en uitgebreid met scholen in de buurt van de oude school, en waar we evenementen hadden. Het was ontzettend succesvol en alle spelers vonden het leuk. Ze waren in een andere rol bezig met een stukje opvoeding."

Schoolbezoeken

In de loop der jaren reduceerde de volleybalbond het project tot een veel kleinere omvang, met nog maar zo’n dertig bezoeken aan scholen, en met een minimaal aandeel van de jeugdspelers. "In april is toen het idee ontstaan om in deze trieste tijden een heleboel topspelers op een andere manier in te zetten", vervolgt Michel Everaert. "De basisscholen zouden op 11 mei weer beperkt opengaan. We kwamen toen met het plan om alleen de basisscholen met onze spelers op het schoolplein te gaan entertainen. Het volleybal was stopgezet en zo konden de spelers toch nog wat in actie komen. Het is nog klein van omvang, met tot nog toe zo’n twintig bezoeken aan scholen, maar het voelt heel dankbaar en het moet nog groeien."

Sinds twee weken heeft de Nevobo dit project uitgebreid tot specifiek ook gericht op het beachvolleybal. "Maar dan zoeken de spelers puur de verenigingen op. Twaalf tot zestien toppers uit het beachvolleybal verzorgen clinics of een demonstratietraining en verdienen daar nog wat mee. Het programma is onlangs besproken en meer dan veertig beachvolleybalverenigingen hebben inmiddels gereageerd. Een deel is al gedaan, een deel gaan we nog doen. En het aantal kan nog oplopen", aldus Michel Everaert.

Onderwijl heeft de volleybalbond een veel groter plan ingediend bij het NOC*NSF en mikt met de sportkoepel op ondersteuning van de overheid. "Eén keer in de week willen we met onze spelers op schoolpleinen een extra les verzorgen. Meer sporten willen meedoen en dan kunnen we tot een mooie verdeling komen. De kinderen op de basisschool zijn vier dagen in de week om half drie vrij en vaak werken de ouders dan nog tot vijf uur. Er is voldoende tijd om ze dan een extra uur met volleybal, korfbal, turnen, atletiek en nog wel meer sporten in beweging te krijgen en kennis te laten maken met de verschillende sporten", onthult Michel Everaert een meer dan gewenste methode, om spelers en trainers van de verschillende sportverenigingen naar de scholen uit te zenden, als hulpmiddel in de strijd tegen de beweegarmoede onder de jeugd.

Stip aan de horizon

Al in 2014 had Joop Alberda, toen samen met Hiddink, Van Gaal en Johan Cruijff, de intentie een pamflet te ontwikkelen om te proberen de overheid wakker te schudden voor een gedegen aanpak tegen het almaar minder bewegen van de Nederlander, met alle ziektes en kwalen van dien, en nu eindelijk eens te porren om het hoog op de politieke agenda te plaatsen. "Een soort beweegreferendum. Hoe alarmerend het onder meer is gesteld met hoe wij omgaan met het gymonderwijs. Maar dat hebben we toen niet gedaan, omdat het nog niet het goede moment was om het in de samenleving te droppen. Daarvoor bleek het nog niet urgent genoeg."

De uitbraak van het corona-virus was voor Joop Alberda wel het geschikte moment om zijn initiatief te lanceren. "Dit is belangrijk voor ons allemaal. Er moet iets gebeuren. Ik zie het als een stip aan de horizon. Met over 20 tot 30 jaar hopelijk het beoogde rendement."

Foto: fotohoogendoorn.nl / Nevobo