In het vakblad Sport & Strategie (editie 3-2018) laten we een klaroenstoot klinken en brengen we met diverse artikelen een ode aan de sportvereniging, hoeksteen van de Nederlandse sportcultuur. In deze serie haalt een aantal prominenten uit de sport herinneringen op aan de sportvereniging(en) uit hun heden of verleden. Zij schilderen zo en passant het Nederlands sportlandschap door de jaren heen, met de vereniging als eeuwige constante. Aflevering 1: Minke Booij.
"Na elk kampioenschap met Dames 1 van Hockeyclub ’s-Hertogenbosch (HCDB) werd Mijn Club, het nummer van Kees Prins, gedraaid en zongen we met zijn allen mee: ‘Dit is mijn club, mijn ideaal.’ Een prachtig liedje over clubliefde zoals ik dat ook echt voel voor HCDB. Dit komt vooral tot uiting in de woorden: ‘Hier ligt mijn hart, mijn vreugde, mijn verdriet…’
Toen wij met het gezin in het najaar van 1983 (ik was 6 jaar oud) verhuisden naar Den Bosch, ben ik nog die zomer (inmiddels 7) lid geworden van HCDB en mocht ik starten in ME-5. Mijn ouders en oudere broer Menno waren ook lid. We hockeyden allemaal – mijn vader, broer en ik fanatiek, mijn moeder recreatief en zij werd actief als lid van diverse commissies. Allemaal vonden we al snel onze plek binnen de club en maakten vrienden.
Ik ontwikkelde me als speelster en waar ik opklom van regionale teams naar nationale teams, groeide de club met me mee of andersom. Er kwam een aantal goede trainers (onder wie Marc Lammers) op mijn pad en in Dames 1 ook speelsters (zoals Mijntje Donners) die minstens zo ambitieus waren als ik. We droomden van het winnen van de landstitel en de allerbeste worden.
Gesteund door de vaste kern vrijwilligers binnen de club hebben we er samen – door keihard te werken – voor gezorgd dat in 1998 zowel voor de heren als de dames de eerste landstitels in de geschiedenis van de club werden behaald. Iets waar ik nog altijd ontzettend trots op ben. Maar misschien ben ik dat nog wel meer op waar de club nu staat. Want de beste worden is een, maar de beste blijven is nog veel moeilijker. En bij de dames is dat meer dan gelukt!
Naast een plek om me te ontwikkelen was het echt een tweede thuis, waar ik ook daadwerkelijk ben opgegroeid, geweldige dingen heb meegemaakt en vrienden voor het leven heb gemaakt. Maar waar ik ook een van de meest afschuwelijke dagen van mijn leven heb beleefd. Mijn moeder kreeg na een van mijn wedstrijden op de club een hersenbloeding en overleed een paar dagen later. Een heftige tijd volgde, waarbij ik ook met name veel steun heb ondervonden binnen HCDB. Oftewel, waar ik mee begon: de hockeyclub is voor mij een plek waar mijn hart ligt en waar ik intense vreugde en diep verdriet heb beleefd. Hoewel ik er nu niet meer dagelijks kom, en soms niet eens wekelijks (mijn zoon wilde liever op voetbal), voelt het nog altijd als thuiskomen."
Minke Booij is directeur Spieren voor Spieren.
Dit artikel verscheen eerder in vakblad Sport & Strategie (editie 3-2018). Nieuwsgierig naar de rest van dit prikkelende vakblad voor bestuurders in de sport? Neem dan nu een abonnement.