"Over de hele Europese linie doen de Nederlandse bonden het ten aanzien van maatschappelijke betrokkenheid prima. Dat komt, mijns inziens, doordat de aandacht voor breedtesport in ons land minstens net zo groot is als voor de topsporters met veel aandacht voor het betrekken van allerlei groepen in de sport”, concludeert Frank van Eekeren van de Universiteit van Utrecht. Van Eekeren leidde het onderzoek naar acht Nederlandse sportbonden op een groot aantal maatschappelijke parameters voor de National Sports Governance Observer. Het eindrapport werd afgelopen maand gepresenteerd door Play the Game.
”Kijkend naar het thema duurzaamheid, dan lijkt het binnen de bonden echter nauwelijks of geen thema. Zij denken nog heel weinig aan energiebesparing of circulair bouwen. Nu hebben we het onderzoek een jaar geleden al afgerond, maar ik zie op dit moment nog steeds weinig signalen op bestuurs- of beleidsniveau voor dit thema. Sommige verenigingen, gemeentes of accommodatiebouwers zijn op dit vlak wel heel actief, maar de aansturing en de stimulering uit de bonden ontbreekt grotendeels, wat overigens een internationaal verschijnsel is. Uitzonderingen zijn de hockey- en de tennisbond, die het wel goed doen.”
“Het stimuleren van integratie van bepaalde bevolkingsgroepen heeft meer de aandacht van beleidsmakers, dan het aanpakken van iets abstracts als het klimaatvraagstuk", concludeert Van Eekeren. "Ze weten er geen raad mee of ze vinden dat het thema niet op hun bordje ligt. In de samenleving gaat het net zo. Bij anti-discriminatie of seksuele intimidatie ligt sneller een link met sport, dan bij energiebesparing. Toch kan een bond onderzoek doen naar het lichtverbruik in kantines, sporthallen en 's avonds op de sportvelden. Vervolgens zouden ze daarna hun leden, de verenigingen, kunnen stimuleren of faciliteren om dit vraagstuk aan te pakken. Als een club op dit moment informatie aanvraagt om het complex klimaatneutraal te maken, dan kunnen de meeste bonden daar niet bij helpen.”
”Ik ben heel benieuwd hoe die afspraken over duurzaamheid in het Sportakkoord gaan uitpakken in beleidsmaatregelen"
”Nu weet ik best dat bij veel sporten clubs hun accommodatie niet in eigendom hebben. Zo maken zwemclubs gebruik van het bad van de gemeente en huren de meeste zaalsporten hun speelvelden in een hal. Dan is de invloed van de bonden kleiner, maar desalniettemin zouden ze druk kunnen uitoefenen op de verhuurder om duurzame normen aan te houden, die voort kunnen vloeien uit de implementering van het Sportakkoord. Ik ben heel benieuwd hoe die afspraken over duurzaamheid gaan uitpakken in beleidsmaatregelen. De bonden en de overheid zijn nu aan zet om de gemaakte plannen in daden om te zetten. In het Sportakkoord is de nieuwe code goed sportbestuur als onderdeel opgenomen. Het is nu de vraag of duurzaamheid daar aan moet worden toegevoegd. Om duurzaamheid op de agenda te krijgen zal je iets moeten doen. Grofweg is de keuze tussen: vrijblijvend adviseren, belonen of straffen.”
Van Eekeren snapt overigens best dat duurzaamheid bij de sportbonden nog niet de aandacht heeft gekregen die thema's als gelijke behandeling, doping, matchfixing ontvangen. "De bonden ondervinden daarop behoorlijke druk vanuit de maatschappij, maar intussen is in veel andere sectoren duurzaamheid zeker zo belangrijk. Als je serieus mee wilt doen in deze wereld, dan kan je dat thema niet langer uit de weg gaan."
Ga voor het eindrapport van de National Sports Governance Observer naar Playthegame.org
Foto: BrabantSport.