Ruimte voor Sport speerpunt in toekomstvisie KNLTB

KNLTB-programma Ruimte voor Tennis en Padel: de juiste accommodatie met de juiste voorzieningen op de juiste locatie

De KNLTB bestaat dit jaar 125 jaar. Hoewel heel 2024 een feestelijk jaar is, werd het indrukwekkende jubileum vorige maand uitgebreid gevierd op het NTC in Amstelveen. Midden in het feestgedruis werd echter ook een even belangrijk als zorgwekkend thema aangesneden: ruimte voor sport in Nederland. Die ruimte staat onder druk, terwijl het zo belangrijk is dat iedereen in zijn eigen omgeving kan sporten, zo onderstreepte spreker en lector Impact of Sport Koen Breedveld nog maar eens. De KNLTB beseft dat als geen ander. Het is precies de reden dat de bond nog niet zo heel lang geleden het programma Ruimte voor Tennis en Padel startte.

"Waar ik werk, in Den Haag, is het laagste niveau van sportvoorzieningen per hoofd van de bevolking", vertelde Breedveld in Amstelveen. "En het wordt alleen maar erger. Er komen steeds meer huizen en dat is goed, mensen moeten ook ergens wonen. De ruimte om te sporten wordt echter minder en minder. Er zijn heel ingewikkelde theorieën over de redenen van mensen om wel of niet te sporten, maar het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Er is één heel simpele theorie, de drempeltheorie: iedere drempel die mensen ervaren om te gaan sporten, is er één te veel en maakt dat mensen afhaken."

Vereniging essentieel

In een panelgesprek in Amstelveen schoven ook sportpresentator Tom van ’t Hek, Directeur Dienstverlening van de KNLTB Robert Jan Schumacher en oprichter van de nieuwe Amsterdamse tennisvereniging Tennis in West, Pepijn van Gestel, aan. De woorden van Breedveld kregen veel bijval. De drempel moet lager, in meerdere opzichten. De vereniging moet een prettige, veilige plek zijn waar je je goed voelt, sociale contacten onderhoudt en lekker kunt sporten.

"Er is één heel simpele theorie, de drempeltheorie: iedere drempel die mensen ervaren om te gaan sporten, is er één te veel en maakt dat mensen afhaken"

Koen Breedveld - Lector Impact of Sport

"Ik ben van oudsher een tennisser. Inmiddels ook wel een padeller, maar bovenal ben ik een verenigingsmens", zei Schumacher. "De vereniging loopt als een rode draad door mijn leven. Nu natuurlijk ook beroepsmatig, maar vroeger al was ik kind van de club. Ik denk dat ik vaker op de club te vinden was dan op school of in de collegebanken. Die betekenis had de vereniging ook voor mij, het was een tweede thuis. Daar leer je naar anderen om te kijken, voor elkaar te zorgen. En daarom is de vereniging essentieel. Nu, maar in onze visie zeker ook in de toekomst."

Nieuwe Amsterdamse club komt tegemoet aan vraag

De KNLTB realiseert zich goed dat, zoals Breedveld stelde, er simpelweg voldoende ruimte voor sport moet zijn en blijven in de bewoonde gebieden. Iedereen moet in zijn eigen omgeving toegang hebben tot sport. Tennis in West is een uitgelezen voorbeeld van een nieuwe vereniging die voorziet in een behoefte om op korte afstand van huis te kunnen tennissen. Oprichter en voorzitter Pepijn van Gestel vroeg zich in 2017, toen zijn kinderen graag wilden tennissen, af waarom er eigenlijk zo weinig tennisaanbod was in West. "Ik ging op onderzoek uit en toen bleek al snel dat er meerdere rapporten waren, van de gemeente, van de KNLTB, over te weinig aanbod in Amsterdam West. Nu, zeven jaar later, is er deze vereniging. En dat wilden wij ook: een vereniging, geen commercieel aanbod. Met de weinige beschikbare vierkante meters en op een plek midden in de Kolenkitbuurt, was het zeker geen makkelijke opgave, maar het is gelukt, daar zijn we trots op." De cijfers bevestigen het feit dat het nieuwe aanbod in Amsterdam West tegemoet komt aan een vraag. Al snel waren er 550 leden en inmiddels is er een wachtlijst.

Ruimte voor Tennis en Padel

"Voldoende ruimte voor tennis en padel is echt een speerpunt voor de KNLTB", vervolgde Schumacher. "Landelijk is de bereikbaarheid goed geregeld. We hebben een fijnmazig netwerk van 1.650 verenigingen en dan hebben we nog een paar honderd commerciële aanbieders. Bereikbaarheid is echter niet hetzelfde als toegankelijkheid. Ja, we zijn bereikbaar, maar we hebben nog niet overal het aanbod voor al die groepen die we graag willen bereiken. Bovendien; landelijk ziet de bereikbaarheid er goed uit, maar er zijn grote regionale verschillen. En de openbare ruimte staat wel onder druk. Amsterdam is een goed voorbeeld, daar staat de beschikbaarheid onder druk."

Een toenemende druk op de openbare ruimte, vooral door woningbouw en een groeiend gebrek aan indoor- en outdoor-sportlocaties. In een tijd waarin we meer dan ooit beseffen dat sport en beweging zo belangrijk zijn voor de gezondheid. In de Alliantie Sportinfrastructuur, onder regie van NOC*NSF heeft een aantal bonden samen uitgesproken dat dit thema meer aandacht verdient. Bij de KNLTB heeft dit geresulteerd in het programma Ruimte voor Tennis en Padel, dat op 1 januari officieel van start ging.

In dat opzicht gaat de KNLTB zeker niet over één nacht ijs. De bereikbaarheid, maar zeker ook het afstemmen van vraag en aanbod per regio moet kloppen. “We willen de ambities van iedereen binnen onze sporten zo optimaal mogelijk faciliteren en de juiste handvatten bieden om ‘de juiste accommodatie met de juiste voorzieningen op de juiste locatie’ te krijgen en te behouden”, zei Accommodatie Manager Leon van Leeuwen eind vorig jaar in Centre Court Magazine van de KNLTB.

Vlekkenkaart

"We willen onder andere op regionaal niveau bekijken waar vraag en aanbod niet goed aansluiten. Met als doel om onze sportinfrastructuur toekomstbestendig te maken. Uiteindelijk dienen deze stappen bij te dragen aan onze missie ‘meer mensen meer laten tennissen en padellen", aldus Jarno Zwier, projectleider indoorcapaciteit bij de KNLTB, in hetzelfde interview.

Dat vraagt gedegen onderzoek en uitvoerige gesprekken met alle belanghebbenden in tennis en padel. Een belangrijk onderdeel van het programma is een zogenoemde vlekkenkaart. "We hebben een vlekkenkaart ontwikkeld waarin we onder meer het aantal inwoners afzetten tegen het aantal (potentiële) leden en het aantal banen. Daarbij nemen we dan ook zaken als reistijden en baandruk mee. Uiteindelijk willen we dan, met alle aanbieders, maar ook zeker met gemeenten en provincies in overleg om inzichten te delen en samen naar oplossingen te kijken om in de ambities van aanbieders en gemeenten te voorzien.”

De vlekkenkaart is een middel dat steeds in ontwikkeling is en een steeds beter uitgangspunt vormt om in te spelen op de wensen en behoeften van alle tennissers en padellers in Nederland. De KNLTB wil dat iedere tennisser straks binnen een straal van 10 minuten rijden buiten kan tennissen en padellen en hooguit 20 minuten nodig heeft om op een indoortennis- of indoorpadelbaan te komen. Deze reistijden zijn vastgesteld nadat we o.a. onderzoek hebben gedaan naar de reisbereidheid van spelers, zegt Van Leeuwen. "Je zult de wensen en behoeften van aanbieders en spelers goed inzichtelijk moeten hebben om gedegen beleid en advies op te kunnen stellen. En er dient heel nadrukkelijk regionaal beleid te worden gevoerd met inachtneming van gemeentelijk beleid en wet- en regelgeving. Het programma Ruimte voor Tennis en Padel zal uiteindelijk moeten leiden tot regionaal maatwerk."

Foto's: KNLTB