Morgen begint in het Zuid-Koreaanse Gwangju het WK Zwemmen. Olympisch zwemcoach Jacco Verhaeren is daar als eindverantwoordelijke van het Australische topzwemmen ook aanwezig. Dit WK is een belangrijk moment richting Tokio 2020, wat ook voor hem het slotstuk wordt van een periode van zeven jaar in Australië. Voor NLCoach zocht journalist Nick Tol Verhaeren op en sprak hem over de verschillen tussen Australië en Nederland. “Ik doe hier veel inspiratie op.”
Jacco Verhaeren begon vijfenhalf jaar geleden als bondscoach van het Australische zwemmen. Hij kwam daardoor ook weer in het olympisch zwemstadion van Sydney waar hij zijn grootste successen behaalde als coach: onder zijn leiding behaalde de Nederlandse zwemploeg daar vijf keer goud met Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn. Tijdens zijn werk kwam hij er al snel achter dat Australië veel meer van dat soort grote zwemstadions heeft.
Behalve in de sportfaciliteiten merkte Verhaeren ook een groot verschil in de hele sportbeleving van het land. "In weinig landen vind je zo’n intense sportcultuur als hier", zegt hij in het interview met NLCoach. "Kijk alleen maar naar de schoolzwemkampioenschappen, waar soms duizenden mensen op de tribunes zitten. En als je een rondje maakt door de middelbare school van onze twee kinderen, dan denk je: Papendal heeft werk te doen. Ze hebben topfaciliteiten; van een zwembad en gym tot atletiekbanen en voetbalvelden. En elke sport wordt gedoceerd door een professionele coach. Er wordt in Australië ontzettend veel geld geïnvesteerd in schoolsport. Dat wordt gezien als de basis."
Australië heeft daardoor volgens Verhaeren een voorsprong op Nederland. "Ik ben nog steeds van mening dat Nederland een geweldig sportland is, maar het kan zoveel beter", denkt Verhaeren. "Wat dat betreft doe ik in Australië veel inspiratie op. Ook dit model is zeker niet zaligmakend. Dat komt mede doordat de wereld van school nog te veel gescheiden is van de topsport en de afstanden hier immens groot zijn. Maar het zou dom zijn om te veronderstellen dat we in Nederland dezelfde successen kunnen blijven behalen met de huidige minimale investeringen en vrijwilligerscultuur. Ik ken scholen in Australië die meer zwemcoaches in dienst hebben dan de hele Nederlandse zwembond. Vergelijkbare dingen zie ik in landen als Japan en Amerika. Nederland moet zich bewust worden van het gegeven dat op sommige vlakken de wereld heel snel van haar wegloopt."
"Ik ben nog steeds van mening dat Nederland een geweldig sportland is, maar het kan zoveel beter"
Als voorbeeld geeft Verhaeren de oprichting van het sportinstituut AIS begin jaren tachtig in Australië. "Tot aan de Spelen van 2000 waren de sportprestaties hier geweldig, maar in de tussentijd vergaten ze zichzelf te ontwikkelen en werden ze ingehaald door de rest. Ze maken nu een inhaalslag, alleen dat is rijkelijk laat. Als Nederland zo’n situatie voor wil zijn, moet er naar mijn mening veel meer geld worden geïnvesteerd in school- en topsport. Niet alleen de overheid is daar verantwoordelijk voor, ook verenigingen, bedrijven en ouders. In het verlengde daarvan ligt een mooie rol weggelegd voor de Nationale Sportraad, om dat heel duidelijk op de agenda te zetten en veel meer te stimuleren. De potentie in een compact land als Nederland is enorm, maar moet wel worden benut."
Solliciteert hij hiermee naar een topfunctie in de Nederlandse sport? Hij sluit niks uit, zegt hij in het gesprek met Nick Tol. Veel laat hij daar overigens niet over los: "De komende Spelen vereisen een dusdanige focus dat ik niet teveel kan mijmeren over mijn toekomstplannen. Daarover beslis ik hoogstwaarschijnlijk pas na Tokio 2020."
Dit artikel is een bewerking van een groter interview uit NLCoach. Het hele interview met Jacco Verhaeren lezen? Neem dan een abonnement op NLCoach.
Foto: Twitter / News Room Den Haag