In het in 2018 gesloten Nationaal Sportakkoord wordt het ondersteunen van trainers en coaches bij sportverenigingen als een belangrijke prioriteit gezien. Door buurtsportcoaches in te zetten als clubkadercoach kunnen trainers en coaches beter worden begeleid, met als doel het sportplezier van hun pupillen te vergroten en uitstroom te beperken. Vorig jaar werd met steun van het Ministerie van VWS 32 Proeftuinen Clubkadercoaches opgezet om buurtsportcoaches met deze nieuwe rol te laten kennismaken. Erik Lenselink vertelde eerder in het vakblad Sport & Strategie over de rol die NOC*NSF speelt vanuit het Sportakkoord bij de professionalisering van sportverenigingen.
De clubkadercoach is vooral bedoeld om de 400.000 trainers, coaches, teambegeleiders en jeugdleiders bij sportverenigingen te ondersteunen. Negentig procent van deze groep veelal vrijwillige trainers is niet opgeleid voor deze rol. Onderzoek leert dat zestig procent een ongemakkelijk gevoel ervaart, omdat ze onvoldoende begeleid wordt; bijna veertig procent voelt zich niet capabel genoeg. Daarnaast geven sporters die vroegtijdig stoppen bij een vereniging als reden vaak de (gebrekkige) kwaliteit van de training op. Reden te over om de begeleiding van trainers, met hulp vanuit de gemeenten, structureel te verbeteren en zo het plezier van miljoenen vooral jeugdige sporters te vergroten. Met als groter doel een sportklimaat te bewerkstelligen waarin mensen niet meer afhaken, maar tot in lengte van jaren blijven sporten.
Het idee om buurtsportcoaches op te leiden tot clubkadercoach die op lokaal niveau trainers en coaches kan trainen en begeleiden bij het realiseren van een positief en pedagogisch verantwoord sportklimaat, werd geboren bij de KNVB. Inmiddels doen tien gemeenten (Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Doetinchem, Zwolle en de Gelderse gemeenten Montferland, Ermelo, Heerde, Beuningen en Oldebroek) en acht sportbonden (met in totaal 55 verenigingen) mee aan het proeftuinenproject. Behalve de KNVB, dat de projectleiding verzorgt, doen ook Nevobo, KNKV, NHV, KNGU, Atletiekunie, NTTB en KNHB mee. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van NOC*NSF, KNVB, Nevobo, de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en Rotterdam Sportsupport.
"Juist de structurele basis heeft de buurtsportcoach body en identiteit gegeven. Verbinding leggen tussen en binnen netwerken kost tijd.
Vanuit NOC*NSF zette Erik Lenselink, manager Corporate Affairs zich sterk in voor de introductie en ontwikkeling van de clubkadercoach. "In het Nationaal Sportakkoord wordt met nadruk gewezen op het belang van de buurtsportcoach als spin in het web, als verbinder tussen gemeente, sportverenigingen, onderwijs, (jeugd)zorg en andere sectoren. Een oliemannetje, dat organisaties en sectoren bij elkaar brengt, waarvoor de eerste grondslag werd gelegd in de jaren negentig met de BOS-regeling. In 2012 kreeg deze functionaris (via het landelijke programma Sport en Bewegen in de Buurt) een structurele basis in de gedaante van de combinatiefunctionaris c.q. buurtsportcoach. Juist dat structurele heeft de functie body en identiteit gegeven. Want verbinding leggen tussen en binnen netwerken kost tijd. Als je dat laat doen door iemand die na een jaar weer weg is, kan zijn opvolger weer helemaal opnieuw beginnen."
Tweede essentiële kenmerk van de buurtsportcoachregeling is dat gemeenten de vrijheid hebben de functie naar eigen behoefte in te richten. Lenselink: "Uitgangspunt was: wat op lokaal niveau bedacht wordt, wat de problemen en uitdagingen zijn waarvoor de buurtsportcoach kan worden ingezet, weet men lokaal het beste. Daardoor zijn er zo veel vormen van buurtsportcoach. Niet alleen qua werkgeverschap, maar ook in thematiek. Er zijn gemeenten waar buurtsportcoaches gymlessen op school verzorgen. Bij andere gemeenten vervult de buurtsportcoach een coördinerende rol tussen sectoren, en brengt hij – of zij – partijen bij elkaar. Maar hij kan ook trainingen geven bij een club of beleidsmatig actief zijn. Er is geen strak, eenduidig profiel. De rol van NOC*NSF en van de betrokken bonden is vooral best practices ontwikkelen en bij elkaar brengen."
Met de introductie van de clubkadercoach wordt aan die veelheid van vormen dus nog een variant toegevoegd. Lenselink: "De clubkadercoach kan de buurtsportcoach zijn die wordt ingezet om de sport van binnenuit te versterken. Zijn rol is verenigingen te helpen bij scholing van hun vrijwilligers, onder wie de trainers en coaches."
Momenteel zijn er in heel Nederland ongeveer 6.000 buurtsportcoaches actief. "Dat lijkt heel wat", zegt Lenselink, "maar er zijn in ons land alleen al 6.000 basisscholen en ongeveer 30.000 sportverenigingen. Gezien het aantal organisaties waar buurtsportcoaches een verbindende rol kunnen spelen – naast scholen en verenigingen met name ook organisaties in de zorg – is de behoefte veel groter dan die 6.000."
Dit is een deel uit een artikel dat eerder in vakblad Sport & Strategie (editie 1-2020) verscheen.
Lees meer over de Proeftuinen Clubkadercoaching in deze artikelen: