"Wij willen graag het gidsland zijn in het verduurzamen van kunstgras"

Bob Thomassen (NOC*NSF) en Stefan Diderich (ESTC) over de totstandkoming van het duurzaamheidslabel voor kunstgras

© Shutterstock.com

Op initiatief van NOC*NSF heeft een werkgroep zich afgelopen jaar gebogen over een onafhankelijk duurzaamheidslabel voor kunstgras-sportvloeren. Begin dit jaar werd deze Europese noviteit opgeleverd. Een soortgelijk label moet er uiteindelijk ook komen voor andere producten en toepassingen op de sportproductenlijst. “Jarenlang hebben we de problemen met kunstgras onvoldoende opgelost”, zegt Bob Thomassen, namens NOC*NSF projectleider van de werkgroep. “Nu hebben we de kans om voorloper te zijn. Die kans grijpen we.”

Belangrijke voordelen van het duurzaamheidslabel zijn dat opdrachtgevers en kopers van gecertificeerde sportproducten een duurzame keuze kunnen maken, omdat het label per product straks wordt weergegeven. Opdrachtnemers en aannemers kunnen op basis van het duurzaamheidslabel eenvoudiger een betrouwbare duurzaamheids-onder- bouwing in hun offertes opnemen. Het label met verschillende niveaus (A tot en met G, zoals we ze ook kennen uit de consumentenwereld) moet componenten bevatten die meet- en toetsbaar zijn volgens de Europees ontwikkelde PEFCR-methode.

De werkgroep is tot stand gekomen op initiatief van NOC*NSF dat ook de negen leden heeft benaderd.

Productlabel

Projectleider vanuit zijn rol als eindverantwoordelijke voor het Kwaliteitszorgsysteem bij NOC*NSF is Bob Thomassen. “De wereld van sportinfrastructuur in ons land is volop in beweging en de roep om te verduurzamen wordt zowel vanuit de samenleving als de markt steeds hoorbaarder”, licht hij noodzaak en belang van een duurzaamheidslabel toe. "Het label zal geïmplementeerd worden in het kwaliteitszorgsysteem 2.0 waardoor opdrachtgevers en kopers vanaf 2025 een bewuste duurzame keuze kunnen maken bij de aanbesteding en aanleg van kunstgrasvel- den. Opdrachtnemers en aannemers kunnen op basis van het duurzaamheidslabel eenvoudiger een betrouwbare duurzaamheids-onderbouwing in hun offertes opnemen."

"Met behulp van het duurzaamheidslabel kunnen gemeenten bij een aanbesteding zeggen: we willen alleen producten met een label A of B"

Bob Thomassen (NOC*NSF)

Omdat het duurzaamheidslabel in de eerste plaats een productlabel is, heeft NOC*NSF zich bij de samenstelling van werkgroep, naast de deelname van kennispartijen, vooral gericht op producenten van kunstgras. Daarnaast is ook Stefan Diderich, directeur van ESTC (European Synthetic Turf Council), de branchevereniging voor de kunstgrasindustrie in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, gevraagd zitting te nemen. Thomassen: "Een duurzaamheidslabel verzin je niet vanuit de blue. Je moet deel uitmaken van internationale ontwikkelingen. Ons label bouwt voort op het door ESTC en onder supervisie van de Europese Unie ontwikkelde model van PEF, de Product Environmental Footprint."

Uiteraard worden bij de ontwikkeling van het label op basis van de PEF niet de waarde van het in Nederland bekende MKI (milieukosteninindicator) weggegooid. Daarom wordt ook voor de PEF goed gekeken naar de borging en de toetsing van de verschillende aspecten van de LCA (levenscyclusanalyse) aspecten.

Vergrootglas

Een duurzaamheidslabel van sportproducten is al langer een wens vanuit het Kwaliteitszorgsysteem. Dat als eerste een duurzaamheidslabel voor kunstgrassportvloeren wordt ontwikkeld, komt doordat de kunst- grasbranche al jaren onder een vergrootglas ligt door het gebruik van rubber infill en latex in het kunstgras en de verspreiding van micro plastics. Terwijl milieuvriendelijk kunstgras produceren inmiddels echt wel mogelijk is. Thomassen: "ESTC werkt hieraan met zijn PEFCR-regels, wij haken hierop aan met een duurzaamheidslabel voor de Nederlandse markt, op grond waarvan gemeenten straks duurzame keuzes kunnen maken. Veel gemeenten willen graag duurzaam aanbesteden, maar aanbestedingen zijn veelal ingericht op de goedkoopste inschrijver. En de goedkoopste is zelden de duurzaamste. Met behulp van het duurzaamheidslabel kunnen gemeenten bij een aanbesteding zeggen: we willen alleen producten met een label A of B. Dan kunnen ze uiteindelijk nog steeds een keuze maken voor de goedkoopste oplossing, maar alle opties zijn dan wel getoetst op objectieve duurzaamheidscriteria. Het label sluit aan op de wettelijke verplichting om duurzaam en uiteindelijk circulair te kunnen inkopen en laat gemeenten zien hoe duurzaam een inkoop is. Daar is ook de labeling van ESTC en de Europese Unie op gericht."

Gidsland

Om dicht op de ontwikkelingen te zitten en ook op Europees niveau mee te werken aan duurzame kunstgrasoplossingen, werd NOC*NSF in juni jl. lid van ESTC. Thomassen: "Vanuit het partnerschap in de Routekaart Verduurzaming Sport is NOC*NSF in Nederland al langer bezig de kunstgrasbranche te verduurzamen. ESTC en NOC*NSF hadden al langer onderling contact over ontwikkelingen binnen de sector. Door lid te worden van de ESTC zitten we dichter bij de totstandkoming van Europese wetgeving en zijn we samen met de producenten onderdeel van het ontwikkelen van duurzame kunstgrasoplossingen."

Bijkomend voordeel is dat de ESTC het Nederlandse Kwaliteitszorgsysteem als het ideale model ziet om duurzaamheidsafspraken te implementeren en in de praktijk te toetsen. Thomassen: "Het Nederlands kwaliteitszorgsysteem is uniek in Europa. Met het certificeren van sportvelden en accommodaties via het kwaliteitszorgsysteem, hebben wij in Nederland iets afdwingbaars ontwikkeld. Het implementeren en toetsen van duurzaamheidsoplossingen via ons Kwaliteitszorgsysteem levert een win-win situatie op voor alle partijen. Vanuit verschillende landen wordt al met heel veel belangstelling naar ons kwaliteitszorgsysteem gekeken.”

"Dit label zal naar verwachting vrij snel gaan leiden tot een verduurzaming van de kunstgrasindustrie"

Stefan Diderich (ESTC

Begin dit jaar heeft NOC*NSF het duurzaamheidslabel in Nederland opgeleverd, als eerste land in Europa. Thomassen: "We willen graag het gidsland zijn. Jarenlang hebben we in Nederland de problemen met kunstgras onvoldoende opgelost, nu hebben we de kans om voorloper te zijn op het verduurzamen van kunstgras. Die kans grijpen we. De industrie gaat hierin mee. De vijf, zes grootste producenten van kunstgras hebben via hun internationale directeur gezegd: we moeten stoppen met greenwashing, we moeten een duurzaamheidslabel invoeren. Als NOC*NSF haken we hier op in. Ook om van daaruit een slag te kunnen maken naar verduurzaming in het algemeen."

Product Environmental Footprint

ESTC, de branchevereniging voor de kunst- grasindustrie in de EMEA-regio (Europa, Midden-Oosten en Afrika), werkt in deze gebieden samen met de sport- en de landschapssector aan verdere ontwikkeling en innovatie in de branche. Samen met zijn leden, eindgebruikers, sportbestuursorganen en wetgevers stelt ESTC zich ten doel vooral duurzame grasoplossingen in de sport- en landschapssector realiseren.

"Kunstgras", aldus ESTC-directeur Stefan Diderich, "is niet meer weg te denken uit de breedtesport, zeker niet in Nederland. De voornaamste reden hiervoor is dat het vele malen meer speeluren biedt dan een natuurgrasveld, in een verhouding van ongeveer 4 speeluren op kunstgras versus 1 uur op natuurgras. Door gebruik te maken van kunstgras is het mogelijk om voldoende speeluren ter beschikking te stellen, zodat men kan sporten en de beweging kan krijgen die belangrijk is voor de gezondheid en die de kosten van de gezondheidszorg kan beperken. Naast de positieve bijdrage van kunstgras heeft kunstgras, net als de meeste andere producten, ook impact op het milieu. ESTC ziet het als zijn verantwoordelijkheid de industrie te bewegen om deze impact zo goed mogelijk in kaart te brengen en te reduceren waar mogelijk."

Om die reden werkt de ESTC sinds 2019, onder toezicht van de Europese Unie, aan de ontwikkeling van de PEFCR (Product Environmental Footprint Category Rules) voor kunstgras. De Product Environmental Footprint (PEF) voor kusntgras is een methode die de impact op het milieu analyseert gedurende de gehele productie- en gebruikscyclus. "Te beginnen bij de winning van grondstoffen, zoals olie, de productie van garens, tapijt, shockpads, infill, et cetera tot en met het gebruik en zelfs de verwerking aan het einde van de levenscyclus. Kunstgras wordt dus gezien als een systeem, een sa- mengesteld product, bestaande uit shockpad, mat en infill."

In totaal worden er zestien ‘impactcategorieën’ in een standaard PEF meegenomen. Diderich: "Bij kunstgras is er op verzoek van de Europese Commissie een zeventiende aan toegevoegd, zijnde microplastics. Deze zeventien impactcategorieën bieden samen een zeer compleet overzicht van de milieuimpact van een product en geven zo een uitstekende basis voor gemeenten en andere organisaties die kunstgras kopen, om niet alleen naar kwaliteit en prijs te kijken, maar de milieu-impact hierin mee te nemen. Door hier actief op in te spelen en de leveranciers te vragen om een PEF-rapport te overleggen, worden bedrijven actief aangezet om hun milieu-impact, vertaald in een PEF-waarde, te verbeteren. Dit zal naar verwachting vrij snel gaan leiden tot een verduurzaming van de kunstgrasindustrie."

Dit artikel verscheen eerder in een uitgebreidere versie in het vakblad SPORTACCOM.

Ga voor meer informatie over het kwaliteitszorgsysteem en de handleiding die de werkgroep heeft ontwikkeld bij het duurzaamheidslabel naar: sportinfrastructuur.nl.

Lees ook: