Nadenkend over het gebrek aan duurzame thema’s, meende onderzoeker Frank van Eekeren dat diverse bonden en sportverenigingen de accommodaties veelal niet in eigendom hebben. Daardoor blijft hun invloed op dat gebied klein. De KNZB scoorde in het rapport wel een kleine voldoende, wat ongetwijfeld te danken is aan het project '2521 Gewoon Zwemmen'. Dat probeert de exploitatie van moderne zwembaden in een slim, nieuw gebouw over te dragen aan de verenigingen.
“Bij het nieuwe bad in het Friese Workum, dat komend jaar open gaat, is een stichting opgezet, die de inzet van 350 vrijwilligers (naast een professionele schil) gaat organiseren”, vertelt Sander ten Broek van 2521 Gewoon Zwemmen. “Wij adviseren daar met de kennis van de andere zwembaden met dit concept. Het oude zwembad de Rolpeal was aan vervanging toe, maar de gemeente had daarvoor onvoldoende budget. Via het burgerinitiatief verminderden de exploitatiekosten. Daarnaast hebben de 2521-systemen een lagere bouwprijs dan de gebruikelijke zwembaden. Dat bracht de nieuwbouw binnen bereik.”
Bij het modelontwerp stelden de makers alle facetten van de accommodatie ter discussie, legt Ten Broek uit. “Ten eerste zijn de 'fun'-elementen geschrapt om de verenigingen te helpen in de exploitatie. Daarbij hebben we vooral de vier grote kostenposten bekeken: kapitaallasten, personeel, onderhoud en energie. We vroegen ons bij ieder punt af of iets nodig is of enkel 'nice to have'. Voor het gebruik stelden we de sporttakken, het leszwemmen, doelgroepactiviteiten en het baantjes zwemmen voorop, omdat daarvoor de kostprijs per persoon het laagst is. Ook zijn dit de traditionele en terugkerende doelgroepen. Dat biedt het zwembad een solide basis voor de komende jaren.”
Daaruit volgde het ontwerp van het gebouw. "Zo duurzaam mogelijk, maar beredeneerd vanuit de exploitatie. Ten eerste kwam het bad boven het maaiveld te liggen, hetgeen zes maanden bouwtijd bespaart. De isolerende schil kreeg de hoogst mogelijke waarde. Daarnaast kan het gebouw later een tweede bestemming krijgen. Het zwembad kan er desgewenst uit, waarna een bedrijfsgebouw of een kleine sporthal overblijft. Verder hebben we in ons standaard concept één multifunctionele bak met water aangelegd, waarin we met de beweegbare bodem in de lengterichting en toepassingen zoals wedstrijden en leszwemmen kunnen variëren. Dat bespaart ons één extra bad met de bijbehorende installaties, terwijl we door een slim geplaatst trommelfilter ook zuinig met water kunnen zijn. Verder denkend hebben we op papier ook een CO2-neutraal model met de gasaansluiting als uiterste backup ontwikkeld. Die is alleen in noodgevallen nodig. Economisch gezien kunnen we op dit moment geen duurzamere maatregelen meer vinden."
In ons land zijn nu drie 2521-baden in gebruik, besluit Ten Broek. "Intussen trekken we veel belangstelling voor dit energiezuinige concept uit het buitenland, waaronder Duitsland, België, Polen, Ierland en Noorwegen. Samen met de zwembond zoeken we nu verder naar verbeteringen in duurzaamheid, de rol van verenigingen en de exploitatie. Verder hebben we contact gelegd met diverse zaalsportbonden om daar de accommodaties door onze bril te bekijken."
Lees ook: