Een paar dagen lang leek Nederland stil te staan. Miljoenen mensen waren in de ban van Maarten van der Weijden. De oud-olympisch kampioen ging het ‘onmogelijke’ doen: de Elfstedentocht zwemmen (200 km) met als bedoeling geld op te halen voor het KWF (kankerfonds). Diverse deskundigen hadden zo hun twijfels. Het was ongezond en onmogelijk. Met dat laatste hadden ze in ieder geval gelijk. Maar ongezond? Daar wordt verschillend over gedacht.
Van der Weijden stopte na 163 kilometer op last van de dokter. De resterende 37 kilometer zaten er niet meer in. De media met de NOS als ‘aanvoerder’ (meerdere reportages, een livestream en maandagavond een rechtstreekse uitzending op NPO1) konden er niet genoeg van krijgen. Maarten werd als Koning Keizer Admiraal in het zonnetje gezet. Het leek wel alsof de nieuwe Heiland op aarde was neergedaald. Ik trapte er bijna zelf in. De Volkskrant publiceerde twee brieven onder elkaar met als titels ‘Als hij niet sportman van het jaar wordt, wie dan?’ en ‘Terugkomst Jezus’. Zou Maarten dan toch…? Maar bij lezing bleek het tweede stukje proza niet te gaan over de zwemheld / Zoon van God maar over misbruik in de roomskatholieke kerk. Zo sta je weer met beide benen op de grond.
Extreme sportinspanningen doen wat met de mens. Ook als je diep van binnen denkt "die man is gek geworden", dan fluistert het andere stemmetje: "Maar toch wel heel knap hè". Dat dubbele had ik ook. Ik dacht vooral aan wielrenners in de grote rondes; hun extreem lange (berg)etappes en dat drie weken lang. Maar ook aan hardlopers die superlange afstanden afleggen. Het volk schreeuwde maandagavond dat Maarten Sportman van het jaar moet worden. Held van het jaar oké, maar Sportman niet, want hij won niet. Er was geen tegenstander.
Als ik toch een suggestie mag doen voor Sportman en -vrouw, dan ga ik voor Rombout Breedveld en Leonie Ton. Zij slaagden er namelijk wel in om een Elfstedentocht te volbrengen en ook nog eens te winnen. Op zaterdag 19 en zondag 20 mei werd de Elfsteden Ultraloop gehouden. 230 kilometer hardlopen. Vertrek om 11.00 uur op de zaterdag, aankomst uiterlijk zondag 19.00 uur. Velen vielen af of kwamen te laat binnen. Een klein aantal oersterken haalden de eindstreep op tijd. De wedstrijd bij de mannen werd gewonnen door Rombout Breedveld. De geboren Fries deed er 22 uur en 14 minuten over. Bij de vrouwen ging de eer naar de 43-jarige Leonie Ton uit het Zeeuwse Wissenkerke. Ze liet met haar tijd van 26 uur 27 minuten de meeste mannelijke lopers achter zich.
Rombout Breedveld en Leonie Ton na hun overwinning in de Elfsteden Ultraloop. Foto: Koen de Vries.
In een bijna literaire blog op Facebook schrijft Breedveld onder andere: "De brandweerman, de politieagent en de piloot, als drie musketiers op pad. Een visioen van samen over de finish, wat zou dat mooi zijn. Vriendschap werd gesmeed. Maar vanaf zo’n kilometer of 100 liep ik plots alleen, en na Leeuwarden en Bolsward door een steeds verstilder landschap. Nu, zo vlak voor Workum, kwam de dip. De voorsprong was groot genoeg, ik kon en mocht nu ook wel even wandelen. Het lichaam had het nodig, de geest ook. Gelukkig bleek na 200 meter de pijn tijdens het wandelen groter dan tijdens het rennen, dus was er maar één oplossing, weer in sukkeldraf verder. Al calculerend bleek ik, aftellend naar de finish, weer bijna magisch vooruit te kunnen hobbelen. De sterren leken op één lijn te staan en de goden gunstig gezind vandaag. Nu nog voor de warmte uit finishen…"
Ultralopers zijn mensen met een bijzondere hobby. Maar stapelgek, zoals sommigen zullen opmerken? Integendeel. Een beetje verslaafd? Ja, dat wel maar dan ‘gezond verslaafd’. Ik was het ook ooit, met vrijwel dagelijks 30 km training. Hardlopers functioneren over het algemeen prima in de maatschappij. Ze komen veel minder dan gemiddeld met de geestelijke gezondheidszorg in contact. Breedveld is gezagvoerder bij de KLM. Mevrouw Ton werkt bij het Erasmus Medisch Centrum. En de winnaar heeft het over de brandweer- en politieman. Gewoon mensen met een baan en een aparte hobby in een wereld waarin je gemakkelijk vrienden maakt. In de media wordt weinig aandacht besteed aan deze atleten. Vreemd eigenlijk, want zij hebben de mooiste verhalen te vertellen. Binnenkort is de 100 km van Winschoten. Een heerlijk evenement. Ik heb het éénmaal mogen meemaken, als – letterlijk – waterdrager voor een vriend die helaas ‘al’ na 70 km moest opgeven op die bloedhete dag.
Maar dat is nog niets vergeleken met de Spartathlon, een jaarlijks ultralopersfeestje in Griekenland. De wedstrijd tussen Athene en Sparta heeft een lengte van 246 km. Daaraan deed negen jaar op rij ene Luc De Jaeger Braet mee. De 61-jarige Belg, fysiotherapeut van beroep, heeft ze allemaal op tijd, binnen de voorgeschreven 36 uur, uitgelopen. En hij is ook bij zijn tiende eind september weer van de partij. Een ouwe taaie, zou wijlen mijn vader zeggen. Om het nog gekker te maken, er bestaat zelfs een dubbele Spartathlon. De voorlaatste 592 kilometertocht werd gewonnen door een Amerikaanse vrouw. En waargebeurd: een Poolse deelnemer rent van zijn huis naar Athene. Als hij de Spartathlon heeft voltooid, rent hij ook weer naar huis.
De moraal van dit verhaal? De prestatie van Maarten van der Weijden was en is heel bijzonder. Hij heeft, zoals hij zelf zegt, bijna het onmogelijke gepresteerd. En hij heeft toch maar mooi miljoenen binnengezwommen voor het KWF. Het relativerende zit ‘m in het feit dat er in Nederland en wereldwijd heel wat ‘extreme’ sporters zijn die vrijwel geen aandacht krijgen. Wat me wel bezig houdt is de vraag: komt er nog eens zo’n zwemtocht? Niet door Van der Weijden, dat staat wel vast. Maar wat als de huidige buitenwatercracks van dit moment, Ferry Weertman en Sharon van Rouwendaal (beiden olympische kampioenen), het na een aantal intensieve trainingen eens gaan proberen? Ik zou dat graag willen meemaken. Ze zullen veel aandacht krijgen, dat is zeker, maar de hype rondom Maarten was eenmalig.