Mijn jeugd speelde zich af in Roelofarendsveen. Ons huis was letterlijk een steenworp verwijderd van het Braassemermeer. Daarin konden we zwemmen, zeilen, kanoën, roeien en ons op mooie zomerse dagen verlekkeren aan de aanblik van de fraai geboetseerde waterskimeisjes.
In dat volledig katholieke dorpje onder de rook van Leiden had ik als 8-jarige twee sportieve mogelijkheden: voetballen bij vierdeklasser DOSR of tafeltennissen bij topclub De Treffers. Aangezien mijn broer en zus al behoorlijk goed konden ‘pingpongen’ twijfelde ik niet. Het werd tafeltennis.
Twaalf jaar lang heb ik daar een prachtige tijd gehad. Een grote actieve jeugdafdeling met veel vrienden, spannende competitiewedstrijden en deelnames aan toernooien. Ik was niet zo geweldig goed, maar was daardoor des te trotser als ik eens een prijsje won. Het was de periode van toppers als schoolgenoot Bert van der Helm met wie ik nog wel eens mocht samenspelen op scholierentoernooien. Hij werd een Europese grootheid in het supersnelle tafeltennis en ik mocht er met veel genoegen over schrijven.
Een andere held uit mijn jeugd was Ad van Liempt. Hij was voor bijna iedereen onbespeelbaar. Hij had ver kunnen komen, maar koos voor de journalistiek en later voor de wereld van de historici. In beide disciplines blonk hij uit. Nu zien we hem nogal eens in programma’s als Buitenhofen De Wereld Draait Door.
Elke loopbaan is verschillend. Mijn pad was al vroeg uitgestippeld. Ik wilde per se journalist worden. Ik begon al op 11-jarige leeftijd met het schrijven van stukjes over onze club. Kennelijk waren ze te pruimen, want ze verschenen in lokale krantjes. Achteraf gezien concludeer ik dat ik mijn carrière als schrijvend journalist en later radio- en tv-verslaggever aan die oertijd te danken heb.
Ik kwam al snel in de wereld van de racketsporten terecht. Niet zo vreemd, want ik was dol op tafeltennis en tennis en later ook badminton. Toen ik begon waren er net zoveel tennissers als tafeltennissers. Dat waren dus echt andere tijden, want de KNLTB is al jarenlang de nummer twee achter de KNVB, terwijl de NTTB nog hooguit 25.000 leden heeft.
Ik had het geluk, dat ik de volledige periode-Bettine Vriesekoop heb mogen meemaken. Zij was een fenomeen en als journalist tel je dan mee. Als 16-jarige behoorde Bettine al tot de Europese top. Zij was in haar beste jaren de enige 'outsider' voor wie de Chinezen angst hadden. Tijdens een toernooi in Frankrijk versloeg ze de (Chinese) nummers één, twee en drie van de wereld.
Bettine had een serieuze kans om wereldkampioene te worden. Dat lukte niet. Het vermoeden was dat er af en toe sprake was van een gemanipuleerde loting. Opvallend was in ieder geval wel dat ze regelmatig werd ingeloot tegen een speelster, die met merkwaardig ‘materiaal’ (rubbers) speelde waar ze niet tegenop kon. Daardoor ontliepen de wereldtoppers in de laatste ronden dit Hollandse fenomeen.
'Met Bettine als uithangbord wordt de kans ineens veel groter dat sponsors weer interesse krijgen in de aloude volkssport tafeltennis'
Vriesekoop was regelmatig onderdeel van conflicten, waarvoor vooral haar omstreden trainer verantwoordelijk was. Hij zorgde ervoor dat Bettine haar tegenstandsters als ‘vijanden’ beschouwde, niet als collega’s met wie je ook best een goede band kon opbouwen. Pas nadat ze echt gestopt was, kon ze beginnen een aan normaal leven. Haar biografie ‘BETTINE overleven overwinnen’, geschreven door Alje Kamphuis, is de moeite van het lezen waard.
Bettine was altijd gefascineerd door China. Na haar actieve loopbaan veranderde dat niet. Integendeel. Mede dankzij haar studie sinologie kon ze met kennis van zaken over dat geheimzinnige land schrijven. Er verschenen meerdere boeken van haar hand. Een mooie kans om nog dieper te gaan werd haar door NRC Handelsblad geboden. Ze werd correspondent in Peking, in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008. Veel boeiende reportages hebben we daaraan te danken.
Na de Spelen verdween Vriesekoop langzaam maar zeker uit beeld. Tot ongeveer een jaar geleden. Ineens was ze er weer. Ze werd gepresenteerd als ‘ambassadeur’ van de NTTB met als opdracht ouderen aan het sporten te krijgen. Dat doet ze met veel plezier met als bijvangst veel lokale en regionale publiciteit. Maar er kwam onlangs een tweede functie bij. Bettine werd geïntroduceerd als bondscoach kadetten meisjes. En daar begint het te wringen.
Vriesekoop ademt tafeltennis. Ze heeft alles in zich om ambitieuze jongeren naar een veel hoger niveau te tillen. Maar dan moet je wel de kans krijgen en nemen. Je kunt niet én het land door trekken om ouderen te activeren én af en toe eens meisjes trainen en begeleiden om er toppers van te maken. Je moet er bovenop zitten, dag in dag uit.
Bettine Vriesekoop zal een keuze moeten maken, maar zij niet alleen. Vooral bestuurders als Jan Simons (bondsvoorzitter) en Stefan Heijnis (topsport) zullen knopen door moeten hakken. Op een afstand lijkt het zo eenvoudig. Het gaat zo slecht met de sector topsport, dat alleen echte toppers als Vriesekoop, Paul Haldan (technisch directeur) en oud-bondscoach Elena Timina in staat zijn om het tij te keren. En met Bettine als uithangbord wordt de kans ineens veel groter dat sponsors weer interesse krijgen in de aloude volkssport tafeltennis.
Foto: Nationaal Archief/Rob Croes