Als de Kerstdagen en Oudjaar eindelijk voorbij zijn, is het eerste wat wij doen: wandelen. Het is voor ons de beste remedie tegen de dufheid, ontstaan als gevolg van te weinig beweging. En dan een gezond etentje, met hooguit één glas wijn (“want ik wil in 2019 gezonder gaan leven”). We sluiten de avond af met onze jaarlijkse guilty pleasure: de finale van het WK darts in Londen. Twee Michaels tegenover elkaar: Van Gerwen (29) en Smith (28). Aantal tv-kijkers bij RTL7: 1.543.000.
We gingen er goed voor zitten. Wilden geen seconde missen. We namen de anderhalf uur opwarming voor lief. Voor de vulling van het niveau ‘het ene oor in, het andere uit’ zorgden presentator Marcel Maijer, de analisten Raymond van Barneveld (met enige tegenzin, zo leek het) en Vincent van der Voort en de commentatoren Frank Visschraper en Jacques Nieuwlaat. Iedereen zat in de studio in Hilversum, zelfs bij een finale. Dat verbaasde me.
Boeiend werd het pas echt toen Arjan van der Giessen vanuit Londen het woord nam. Soms live, dan weer een repo en af en toe een merkwaardig kwisje met een deelnemer. De waarschijnlijk dikste Nederlandse presentator/interviewer (in beeld) heeft de x-factor, zeker voor dartfans. Hij ziet er sympathiek uit, is goed van de tongriem gesneden en heeft gevoel voor humor, althans, hij lacht veel.
Dankzij Van der Giessen kwamen we te weten dat Peter ‘hanenkam’ Wright drie uur in de opmaak zit om zijn pruik en nep-tattoos op zijn plaats te krijgen. Het verhaal van de schorre scheidsrechter, die zijn eerste parachutesprong maakte. Ook vernamen we dat er in Engeland al eens een darttoernooi was met een kwart miljoen deelnemers. De beloning mocht er wezen: twee tickets naar Torremolinos en een kleuren-tv. Verder heel wat ditjes en datjes, te veel voor de outsider die ik ben, maar toch aangenaam voor de oren. Hoe anders was het met de analisten en die arme presentator. Volkomen murw gekletst, niet vreemd na al die weken. Het gerucht doet de ronde dat Marcel Maijer zich drie weken opsluit in een stilteklooster. Ik hoop wel dat Arjan ‘obesitas’ van der Giessen nog lang doorgaat. Maar ik maak me wel zorgen.
Hij zal nooit sportman van het jaar worden maar hij is wel mooi de Dagobert Duck van Vlijmen.
Terug naar de beloningen. De prijzen bij dartstoernooien zijn omhoog geschoten. Een half miljoen voor een paar potjes pijltjes gooien, dat had Van Gerwen niet kunnen dromen. Het is typisch een gevalletje van moderne sporteconomie. Via handige zakenlieden als Barry Hearn (die de prijs uitreikte aan Van Gerwen) kwamen er een-drietjes tussen de sport, de televisie en het bedrijfsleven. Die laatste partij, essentieel voor het sponsorgeld, stapte op de trein toen men in de gaten kreeg hoe succesvol sporten als darts, snooker en boksen waren, qua lengte van de uitzendingen en in combinatie met de kijkcijfers. En dan waren de programma’s ook nog eens goed te verkopen, vooral aan Azië en Noord-Amerika.
Hoe anders is dat met ‘onze’ topsporten als hockey, schaatsen, handbal, korfbal en volleybal? Uitgezonderd enkele hoogtepunten zijn de kijkcijfers laag en dus niet interessant voor geldschieters. Schaatsen is een apart verhaal. Die sport scoort nog wel aardig, maar de afgelopen jaren bleek het toch knap moeilijk om voldoende sponsors te vinden. Dat komt omdat schaatsen geen mondiale tv-sport is.
Het zijn de keiharde wetten van de sporteconomie. Die arme Oranjesporters. Balen als je zes uur per dag traint en daar slechts een grijpstuiver voor krijgt. Er gaan gelukkig nog altijd voldoende sporters door. Wereldkampioen worden, streven naar olympisch goud - het trekt nog steeds. Maar financieel lacht Michael van Gerwen bijna iedereen uit. Hij zal nooit sportman van het jaar worden maar hij is wel mooi de Dagobert Duck van Vlijmen. Wie kan hem dat navertellen, behalve een aantal voetballers en Max Verstappen? En dat allemaal via een rond bord met een diameter van 451 mm en drie pijltjes…