"Een van de bijzondere aspecten van cricket in ons land is de veelkleurigheid"

Opinie Jaap Wals (KNCB)

In 2017 won het Nederlands cricketteam de World Cricket League en promoveerde zo vanaf 2020 naar de ODI-League. Daarin spelen de dertien sterkste cricketlanden tegen elkaar, de absolute wereldtop, waaronder Engeland, Australië, Zuid-Afrika, India, Pakistan en Zimbabwe. Begin dit jaar ben ik aangesteld als interim-directeur om in het kielzog van het sportieve succes ook de cricketbond KNCB organisatorisch te versterken en naar een hoger plan te tillen en verder te professionaliseren.

Belangrijk onderdeel van mijn opdracht is om het strategisch plan aan te scherpen waarin de ontwikkeling van de cricketsport in Nederland in al zijn facetten wordt doordacht en dat als koers en uitgangspunt kan dienen voor het beleid in de komende jaren. Mijn aanstelling is vooralsnog voor een jaar. Als het nieuwe organisatie- en bestuursmodel en het strategisch plan eenmaal zijn ingevoerd en geborgd - en de organisatie ingericht is voor de toekomst – kijken we opnieuw of ik ook nog kan helpen bij de verdere implementatie of dat iemand anders dan wellicht beter past op mijn positie. Maar zover is het nog niet.

Duidelijke rolscheiding

Zoals gezegd behoort ook tot mijn opdracht de introductie van een nieuw organisatie- en bestuursmodel. In de praktijk gaat het hierbij vooral om de verhouding tussen bestuur en bureau – wederzijdse taken en verantwoordelijkheden waren onduidelijk en liepen vaak in elkaar over. Daarom komt er nu een duidelijke rolscheiding: het bestuur gaat op hoofdlijnen besturen, en het bureau kan, binnen de kaders van het jaarplan en het strategisch plan, veel zelfstandiger functioneren in de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Het gaat erom een structuur neer te zetten, die decennia mee kan en waarin zowel bestuur, bureau als de clubs zich kunnen vinden. Om zo snel resultaat te boeken, ben ik op veel fronten tegelijk bezig om de organisatie op te schudden en daar bij alle partijen draagvlak voor te krijgen.

Cricket is een relatief kleine sport in ons land: 5000 leden verdeeld over ongeveer 50 verenigingen. Tussen clubs en bond bestaat een moeizame verhouding. Het algemene gevoel bij de clubs is dat de bond alleen maar bezig is met het nationale team. Terwijl juist nu in de cricketsport veel veranderingen gaande zijn die nauwe samenwerking tussen bond en clubs vereisen. De introductie van nieuwe spelvormen als T20 biedt cricket de gelegenheid nieuwe doelgroepen aan te boren en zo de basis van de sport te verbreden. Maar dan moeten bond en clubs daar wel een gezamenlijke visie en strategie op ontwikkelen. Dus dat is ook een belangrijk onderdeel van mijn taak: inventariseren wat de clubs van de bond willen en daar in het strategische plan ruimte voor maken en eenheid van beleid te creëren .

"Om zo snel resultaat te boeken, ben ik op veel fronten tegelijk bezig om de organisatie op te schudden en daar bij alle partijen draagvlak voor te krijgen"

Jaap Wals (KNCB)

Vier pijlers

Het nieuwe strategisch plan heeft vier pijlers: 1. topsport en talentontwikkeling, 2. participatie – de vraag: hoe kan cricket meer leden en beoefenaars trekken, 3. marketing en communicatie - met als uitgangspunt: hoe kunnen we de sport beter voor het voetlicht brengen? En 4. bedrijfsvoering: welke competenties moet de KNCB in huis hebben om de organisatieontwikkeling en professionalisering in goede banen te leiden?

Traditionele cricketwedstijden kunnen dagen duren en dat vreet ruimte - aspecten die de groei van de sport niet ten goede komen. Dat is niet alleen in Nederland een probleem, maar wereldwijd. Daarom is de cricketwereld ook zo intensief bezig met het bedenken van nieuwe spelvormen - spelvormen die korter duren, met kleinere teams op kleinere velden - om zo vooral ook de jeugd te binden. In veel sporten is in de leeftijd 14-16 jaar een groot verval in ledental, juist voor die groep proberen we cricket zo interessant mogelijk te maken. Meest bekend is T20, nationaal en internationaal zeer populair geworden, omdat je een wedstrijd in 2,5 uur kunt afwerken. Maar er zijn ook versies en spelletjes die nog korter duren en nog andere afmetingen nodig hebben en op meerdere plaatsen gespeeld kunnen worden, ook indoor. We hebben tegenwoordig voor de jeugd kennismakingsprogramma’s lopen via scholen, en dat slaat heel erg aan.

Nieuwe spelvormen

Die nieuwe spelvormen kunnen voor een deel ook ons accommodatieprobleem oplossen. Cricket klassieke stijl wordt gespeeld op een veld van 150 meter doorsnede, twee voetbalvelden naast elkaar, met daar tussenin de pitch. Waar vind je zoveel speelruimte? Groot probleem is bovendien dat de hockey- en voetbalcompetities steeds langer doorlopen. Waardoor de cricketclubs in de zomer steeds later op de velden kunnen. De cricketclubs die deel uitmaken van een omni-vereniging, zoals bijvoorbeeld Utrecht Kampong of HBS in Den Haag, komen er in overleg met de voetbalclubs en/of KNVB vaak nog wel uit, maar de zelfstandige cricketclubs moeten zelf maar tot zaken met de voetbal- en hockeyclubs zien te komen en dat begint steeds meer te knellen.

Uitwijken naar kunstgras is vaak geen optie. Als er hekken en lichtmasten rond een veld zijn geplaatst, en bij kunstgras is dat vaak het geval, kunnen we dat veld niet voor cricket gebruiken. Daarnaast speel je cricket op een graswicket, een pitch van gemillimeterd gras op klei van speciale samenstelling en hardheid. Er wordt nu hard gewerkt aan de ontwikkeling van kunststof-pitches die je op kunstgras kunt gebruiken. Dat maakt het, in combinatie met de ontwikkeling van nieuwe spelvormen, al wat makkelijker om ruimte voor onze wedstrijden te vinden. Dit is een wereldwijd probleem, hoor. Overal wordt naar oplossingen gezocht om het ruimteprobleem te tackelen.

"Voor veel mensen, ook sportliefhebbers, is cricket nog altijd een ver-van-hun-bed-sport waarin ze zich nooit echt hebben verdiept"

Jaap Wals

Tot mijn opdracht hoort ook ideeën te ontwikkelen om de sport op een vernieuwende manier onder de aandacht brengen. Dat Nederland in 2020 uitkomt tegen de hele wereldtop, gaan we aangrijpen om zoveel mogelijk mensen via streaming, social media, televisie etc. met cricket kennis te laten maken. Voor veel mensen, ook sportliefhebbers, is cricket nog altijd een ver-van-hun-bed-sport waarin ze zich nooit echt hebben verdiept. Gelukkig zijn er prominente cricketminnaars, mensen als Matthijs van Nieuwkerk, Erik van Muijswinkel en Jack van Gelder, die met hun enthousiasme weer anderen kunnen bereiken en aansteken. Op onze site staan een filmpje waar je Jack van Gelder de spelregels hoort uitleggen (zie www.kncb.nl). We doen het dus al, maar moeten het nog meer benutten.

Veelkleurigheid

Een van de bijzondere aspecten van cricket in Nederland is de veelkleurigheid van onze sport. Teams van clubs maar ook van het nationale team zijn, onder andere door de instroom van expats, bijna altijd een mix van in Nederland opgegroeide spelers, en spelers die oorspronkelijk uit India, Australië, Zuid-Afrika of Nieuw-Zeeland komen. In die landen is cricket de grootste sport en is het even logisch om in je jeugd cricket te spelen als bij ons voetbal. Die veelkleurigheid kunnen we misschien wel gebruiken in promotiecampagnes, als pluspunt, als teken van de internationale oriëntatie van de sport.

Cricket is geen Olympische sport en het Nederlands team behoort ook niet bij de beste acht ter wereld. Dat betekent dat we het dus moeten stellen zonder steun van NOC*NSF voor de topsportprogramma’s. Gelukkig ontvangt de KNCB door de plaatsing voor de ODI-League aanvullende middelen van de internationale federatie ICC. Dat geld is bedoeld voor de sporttechnische voorbereiding van het team en om de wedstrijden op de juiste manier te organiseren. Maar de KNCB laat een deel van die extra middelen ten goede komen aan activiteiten voor de clubs. Bijvoorbeeld door vanuit de KNCB trainers beschikbaar te stellen. Of door activiteiten over te nemen, waarvoor zij dan geen kosten meer hoeven te maken.

Overigens weten we pas aan het eind van dit jaar op hoeveel geld we precies kunnen rekenen. Het betekent wel dat de KNCB nog meer op internationale middelen gaat draaien. Nu al komt 80% van de begroting - dit jaar tussen de 2,5 en 3 miljoen euro - van ICC, die het belangrijk vindt dat de sport in zoveel mogelijk landen op hoog niveau gespeeld wordt. Bij de KNCB dragen de leden via contributies hoogstens voor 10 procent bij. Met de extra ICC-gelden wordt de percentuele inbreng van leden dus nog kleiner.

Jaap Wals

Voor zijn aanstelling bij de cricketbond werkte Jaap Wals 27 jaar bij de KNGU en daarna twee jaar voor de KNZB.