Hoe kunnen Khelif, Petrillo en Semenya deelnemen aan een eerlijke sportcompetitie?

Martin Bax (Vissers Legal) onderzoekt de juridische kant van genderregels van internationale sportbonden

© ProPhoto1234 / Shutterstock.com

Tijdens de Olympische Spelen in Parijs was veel te doen rond de gouden medaille van de Algerijnse bokser Imane Khelif. Door haar deelname laaide de discussie over gender in de topsport hevig op. Martin Bax, juridisch adviseur bij Vissers Legal, kijkt naar de juridische kant van genderregels van de internationale sportbonden en onderzoekt een mogelijke oplossing voor een meer inclusieve en eerlijke sportcompetitie.

De Olympische Spelen zitten erop. Eén van de grote gespreksonderwerpen was de deelname van de Algerijnse bokser Imane Khelif. Zij pakte de gouden medaille bij het boksen onder de 66 kilo, maar er was veel ophef over haar deelname. Bij de boksbond IBA slaagde zij namelijk niet voor twee gendertests. Het IOC, dat vanwege de schorsing van de IBA zelf het bokstoernooi en de kwalificatie daarvoor organiseerde, liet haar wel toe. Vanwege alle aantijgingen en haat die Khelif ontving, heeft ze nu zelfs aangifte gedaan bij de Franse politie. Ook in aanloop naar de aankomende Paralympische Spelen laait de discussie over gender weer op, nu de Italiaanse sprintster Valentina Petrillo zal deelnemen. Zij is de eerste openlijke transgender vrouw die deelneemt. Dat doet veel stof opwaaien, aangezien zij in het verleden ook bij de mannen medailles heeft gewonnen. Welke juridische voorwaarden zijn er voor dergelijke atleten om mee te doen en zijn er ook andere oplossingen?

De zaak Caster Semenya

De Zuid-Afrikaanse middellangeafstandsloopster Caster Semenya is ongetwijfeld het bekendste voorbeeld van een atlete die te maken kreeg met de regels omtrent gender. Vanwege haar intersekseconditie maakt zij veel testosteron aan en is haar natuurlijke testosteronniveau ongeveer gelijk aan die van een man. Zij raakte betrokken in een langdurig juridisch proces dat begon in 2009, na haar overwinning op de 800 meter bij de wereldkampioenschappen atletiek. Twijfels over haar geslacht leidden tot geslachtstests, maar uiteindelijk mocht ze blijven deelnemen en won ze onder andere nog twee Olympische gouden medailles.

In 2018 introduceerde de IAAF, de internationale atletiekbond, een nieuwe regel die vrouwelijke atleten met "differences of seks development" (DSD) verplichtte om hun testosteronniveaus onder een bepaalde drempel te houden om te mogen deelnemen aan middellangeafstandsraces, zoals de 800 meter. Dit naar aanleiding van een arbitragezaak van een andere atlete, Dutee Chand, bij het Court of Arbitration for Sports (CAS). Het CAS had in die zaak namelijk geoordeeld dat de reglementen geen stand konden houden, omdat er onvoldoende bewijs was dat testosteron de prestaties van vrouwen zou verbeteren. De nieuwe regels verplichtten atletes met DSD medicatie te nemen om hun testosteronlevels beneden een bepaald niveau te houden. Semenya vocht deze regels aan, maar het CAS oordeelde in 2019 in het voordeel van de IAAF, met het argument dat de regels weliswaar discriminatoir, maar desalniettemin noodzakelijk waren om eerlijke concurrentie te waarborgen.

Fotobijschrift: Atlete Caster Semenya tijdens 800 meter op de Olympische Spelen van Rio 2016. Foto: Celso Pupo / Shutterstock

Semenya ging in beroep bij het Zwitserse Federale Hooggerechtshof, dat in 2020 de uitspraak van CAS bevestigde. Vervolgens diende ze een zaak in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat in juli 2023 oordeelde dat haar rechten waren geschonden. Het EHRM stelde dat de Zwitserse autoriteiten haar privacy, waardigheid en het recht op gelijke behandeling hadden geschonden. Inmiddels is de zaak verwezen naar de grote kamer van het EHRM en is het dus wachten op een definitieve beslissing.

De genderregels van sportbonden

Sportbonden ondervinden problemen bij het opstellen van juridisch steekhoudende genderreglementen waarbij de belangen van alle sporters worden beschermd. Aan de ene kant willen de bonden een zo eerlijk mogelijke vrouwencategorie in de sport. Aan de andere kant moet iedereen de kans krijgen om mee te dingen naar de prijzen. Bovendien is de wetenschap ook nog eens niet altijd eensgezind over de criteria die bepalen wanneer transgender, non-binaire en intersekse personen eerlijk aan de vrouwencategorieën kunnen deelnemen.

Dat leidt er dus ook toe dat verschillende sportbonden verschillende regels hanteren over de vraag wanneer iemand kan deelnemen aan de vrouwencategorie. Veel sportbonden hanteren voor transgenders de regel dat transgender vrouwen hun transitie voor de pubertijd moeten hebben voltooid. Sommige bonden voegen daar nog de regel aan toe dat de atletes officieel in hun paspoort als vrouw staan geregistreerd en dat de atletes een bepaald maximaal testosteronniveau halen, maar ook dat testosteronniveau kan weer verschillen. Zo mag een transvrouw van de WTA Tour, die de meeste vrouwenwedstrijden organiseert, 10 nmol/L aan testosteron in haar bloed hebben, terwijl de internationale tennisfederatie maar een testosteronniveau van 5 nmol/L toestaat. Andere bonden zoals de FIFA kennen op dit moment helemaal geen specifieke regels omtrent transgender of intersekse personen.

"Het huidige systeem in de sport lijkt eerlijkheid van de competitie boven inclusie te zetten"

Martin Bax

De diversiteit in regelgeving vinden we ook terug bij de Italiaanse transgender sprintster Valentina Petrillo. Volgens de richtlijnen van World Para Athletics mag iemand die wettelijk als vrouw wordt erkend, meedoen in de categorie waarvoor hij of zij vanwege de handicap in aanmerking komt. Dit wijkt af van het beleid van World Athletics, dat transgendervrouwen helemaal van deelname heeft uitgesloten.

Het standpunt van het IOC

Het IOC heeft een document opgesteld waarin zij sportbonden richtlijnen geven voor het opstellen van reglementen omtrent de deelname van transgender en intersekse personen. Het Comité stelt voorop dat sportbonden daarbij rekening moeten houden met de veiligheid van andere atleten en de eerlijkheid van de competitie. Daarbij moeten ze ook voorkomen dat atleten een genderidentiteit aannemen met als enige doel deel te nemen aan de bijbehorende categorie. Als atleten op bepaalde gronden worden uitgesloten, dan moet er voldoende wetenschappelijk bewijs zijn dat deze gronden een disproportioneel voordeel opleveren in de competitie. Daarnaast moet de atleet in beroep kunnen gaan tegen de beslissingen van de sportbond en moet het recht op privacy van de individuele atleten gerespecteerd worden. In de zaak van Caster Semenya was dat bijvoorbeeld niet het geval toen veel details over haar gendertests uitlekte vlak voor haar race op de WK Atletiek.

De beslissing van de IBA om Imane Khelif uit te sluiten van bokswedstrijden, is volgens het IOC gebaseerd op een arbitraire beslissing van de voorzitter en secretaris-generaal van de boksbond zonder dat daarvoor een procedure bekend was. Die beslissing voldeed dus niet aan de richtlijnen van het IOC, dat benadrukte dat Khelif voldeed aan alle voorwaarden voor deelname aan het Olympisch bokstoernooi.

Andere oplossingen mogelijk?

Het huidige systeem in de sport lijkt eerlijkheid van de competitie boven inclusie te zetten. Een combinatie tussen die twee is echter zeker wel mogelijk, maar dan moeten we afstand doen van het onderscheid tussen een mannen- en vrouwencategorie. Dit onderscheid is gemaakt omdat het vanwege de fysiologische verschillen oneerlijk is mannen en vrouwen tegen elkaar te laten strijden. Deze verschillen bestaan echter ook tussen mannen en vrouwen onderling: een lange basketballer dunkt nu eenmaal makkelijk over een korte basketballer heen. In vechtsporten wordt daarom al gewerkt met gewichtsklassen.

Daarom zouden we ook naar de paralympische sport kunnen kijken. Hier worden sporters ingedeeld in categorieën op basis van de functionaliteit van het lichaam van de atleet. Elke sporter wordt dan ingedeeld in een categorie waarin andere atleten met ongeveer dezelfde lichaamseigenschappen zitten. De relevante lichaamseigenschappen kunnen dan ook per sport en discipline verschillen. Deze sporters nemen het tegen elkaar op en verdelen onderling de prijzen. Het vereist een compleet andere manier van denken. De sportwereld zal daar nu nog niet klaar voor zijn en er kleven nog een heleboel haken en ogen aan dit voorstel, maar het zou de sport wel inclusiever alsook een stuk eerlijker maken.

Lees in dit artikel van Valentijn de Hingh van De Correspondent meer over dit idee.

Foto boven artikel: ProPhoto1234 / Shutterstock.com

Over de auteur

Martin Bax is juridisch adviseur bij Vissers Legal en specialiseert zich in onder meer het sportrecht. Vissers Legal is in Nederland hét kantoor op het gebied van het Sport- en Ondernemingsrecht. Ze werken dagelijks met veel liefde voor atleten, sportbedrijven, verenigingen en overheidsinstanties, met één gezamenlijke passie: sport.

Dit is de zestiende aflevering van een maandelijkse rubriek rond sport & recht door de specialisten van Vissers Legal. Lees ook deze eerdere bijdragen: