'Vitaliteit is van iedereen'

Vitaliteit is de laatste jaren een prominent maatschappelijk onderwerp geworden. Het is zeker geen hype, maar eerder het resultaat van een evolutie in onze gezondheid. Dat stelt professor Philip Wagner, initiatiefnemer van de Executive MBA Sports & Health. "Het is een fenomeen waartoe iedereen zich verhoudt. Vitaliteit is een groot onderwerp, dat niet moet worden beperkt tot een instrumentele vertaling naar alleen taken voor de overheid, de zorg of de sportvereniging. Het vraagstuk is veel breder en gaat dieper."

Het is goed om eerst een aantal fundamentele ontwikkelingen te signaleren. Het is namelijk zo dat we langer leven, maar niet vanzelfsprekend gezonder. Dat betekent dat we een langere periode chronisch ziek zijn en daarmee een stijging van de zorgkosten veroorzaken. Maar als we minder vitaal zijn dan zijn we ook maatschappelijk minder productief en dat veroorzaakt geen kosten stijging maar vermindert waarde. De impact hiervan is misschien nog wel groter. Deze twee punten proberen we te beïnvloeden met aandacht voor vitaliteit.

Als we dat naar de politiek vertalen kunnen we stellen dat op macroniveau de zorgkosten niet dalen omdat steeds meer mensen in een zorgbehoevende positie komen. Op micro niveau kunnen de kosten dalen bij een goed gedrag, maar doordat er meer mensen ouder worden is de harde werkelijkheid dat de totale zorgkosten zullen stijgen. Dat is geen reden om het niet te doen. Anders wordt het helemaal een explosie.

Schaarste

Het belang van vitaliteit, naast de morele en menselijke waarde ervan, is de reductie van de zorgkosten per persoon. Maar ook het vermijden van noodzakelijk economisch waardeverlies op microniveau. Op macroniveau zal het probleem niet zo zeer liggen op de stijgende kosten, maar eerder op de beperkte beschikbaarheid van middelen. Dat is de machteloosheid van de politiek. Je hoeft maar een probleem te noemen en de regering zegt daar doen we een miljard bij. Dat is het probleem niet. Als we het hebben over duurzaamheid dan gaan we op allerlei gebieden in toenemende mate toe komen aan reële schaarste op frisse lucht, natuur en aan arbeid.

"Vitaliteit is een zijnstoestand die niet heel eenvoudig vanuit één beleidsfacet te pakken valt"

Philip Wagner

Einstein zei ooit al: "je kunt het probleem niet oplossen met dezelfde gedachte die het probleem veroorzaakt heeft". Zonder iemand iets te willen verwijten moet je dus altijd transformeren. Het vraagstuk moet een andere gedaante aannemen. Het klassieke idee dat we het probleem van meer zorgbehoeftigen kunnen oplossen met meer zorgtehuizen en meer personeel zal niet meer werken, want schaarste verschuift. Kortom: we zullen het gaan doen, maar het moet anders.

Evolutie

Als we teruggaan in de geschiedenis kun je zien dat er een evolutie plaatsvindt van de betekenis van het begrip gezondheid. Vroeger was het bestrijden van fatale ziekten belangrijk. Als je niet omkwam door een fatale ziekte dan werd je vanzelf heel oud. Belangrijkste doelstelling van WHO nu is epidemieën bestrijden en vaccinactieprogramma’s. Dat is nu met het Corona-virus natuurlijk ongelofelijk actueel. Door de globalisering is dat een wereldwijd probleem geworden. Zo zie je dat we door de globalisering zijn teruggeworpen in de tijd. De evolutie is dus gegaan van vaccineren naar een meer curatieve zorg, gericht op genezing. Nu zijn we meer met preventie begonnen met als resultaat dat bijvoorbeeld het gebit netjes en gezond wordt gehouden.

Van fysiek naar mentaal

Bij preventie is het belangrijk dat je bij jonge kinderen begint met gezond eten en bewegen. Dat draagt uiteindelijk op de lange termijn het meeste bij. Ik heb nu het gevoel dat we in de gezondheidszorg op het fysieke deel sterk zijn. Het geestelijke stuk is nu sterk in ontwikkeling. De onderzoeken van hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder naar de invloed van bewegen op het brein zijn daarbij erg interessant. Zo maken we de stap van het fysieke naar het mentale aspect. Ik verwacht dat in de nabije toekomst greep krijgen op de sociaal-relationele kant van de mens een belangrijk domein wordt om te ontdekken. Neem bijvoorbeeld het grote aantal jongeren tussen de 20 en 35 jaar met een burn-out. Dat probleem kun je van de fysieke en mentale kant bekijken, maar het heeft natuurlijk ook een sterk sociaal-emotioneel aspect.

Onderwerp van iedereen

Dat geeft ook de complexiteit van vitaliteit aan. Het is een zijnstoestand die niet heel eenvoudig vanuit één beleidsfacet te pakken valt. We moeten ons realiseren dat dit onderwerpen zijn waar maatschappelijke organisaties een rol in spelen, maar het is niet een onderwerp van alléén die partijen. Het is geen onderwerp van de overheid of de zorgverzekeraars. Het is een onderwerp van iedereen. De verschillende partijen kunnen iets doen, maar ze zijn zeker niet in staat dat hele probleem alleen op te lossen. Een zorgverzekeraar kan met bepaalde financiële prikkels het gedrag van verzekerden beïnvloeden. Dat zie je steeds meer verzekeraars doen. Zij hebben uiteindelijk ook maar een kleine rol. Zij verschaffen geen zorg, maar financiering. Zij zijn ook gewoon risicomanagers.

Lappendeken

Vitaliteit is een groot onderwerp en het gaat fout als we dat niet in zijn grootsheid zien. Als we alleen instrumentele oplossingen bedenken, krijg je een lappendeken van projecten en subsidies. Wat we organisatiekundig gezien doen sinds de jaren zestig is problemen opknippen en coördineren. Dan zeggen we: dat moet de sportvereniging doen, de zorgverzekeraar die taak, en dat kan de gemeente verzorgen. Maar dat is geen transformatie. Het gaat om het groter idee en daarbinnen kunnen partijen maatschappelijk gaan ondernemen. Vitaliteit moet je met meerdere mensen vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Dat is precies wat we bij de Executive MBA Sports & Health doen: het is een pallet aan kennis en een pallet aan mensen.