Adviseurs Lokale Sport – ze waren er al, ten tijde van het eerste Sportakkoord en ze blijven er ook, na de ondertekening van het tweede. Hun functie krijgt echter een andere inhoud. Nog steeds is het hun taak de lokale sportnetwerken te versterken en als gesprekspartner te functioneren namens sportbonden en het platform ondernemende sportaanbieders (POS), maar ze zullen dat veeleer doen vanuit een helikoptervisie en als schakel met het landelijke en regionale niveau doen. Waar de Adviseur Lokale Sport in Sportakkoord I nog veel operationeel werk deed, zal de opvolger de regie aan het lokale veld overlaten. Vanuit deze uitgangspunten is nieuw functieprofiel ontstaan, waar ook 'nieuwe' mensen op hebben ingesprongen.
Roel van der Weide is coördinator adviseurs lokale sport bij
NOC*NSF en als zodanig nauw betrokken geweest bij de selectie van de nieuwe
groep adviseurs. De afbakening van de nieuwe rol dwingt hen om niet verstrikt
te raken in de operationele taken en vooral te adviseren, wat niet wegneemt dat
ze wel degelijk lokaal zaken mogen regelen. Zolang ze daarbij maar niet op de
stoel van een bestuurder gaan zitten.
"Elke adviseur moet beseffen dat de regie in handen blijft van de lokale besturen"
"Hun opdracht is drieledig. In de eerste plaats moeten ze ervoor zorgen dat het belang van de sport én van sportverenigingen goed gewaarborgd wordt in de nieuwe sportakkoorden. Wat staat daarin over de sportclubs én over de ondernemende sportaanbieder? In de tweede plaats moeten ze oog hebben voor de organisatiestructuur van de lokale sport. Hoe goed functioneren de clubondersteuners? Hoe actief is de uitvoeringsorganisatie? Hoe betrokken zijn de lokale sportaanbieders? En in de derde en laatste plaats hebben de adviseurs lokale sport een schakelfunctie, tussen het landelijke, regionale en het lokale niveau. We vragen dus nogal wat van deze adviseurs, want ze moeten over een enorme parate sportkennis beschikken en daarnaast goed weten waar ze snel een antwoord op een vraag kunnen vinden. Het grote risico dat elke adviseur loopt, is dat de rol nog wordt gezien zoals het is uitgevoerd in Sportakkoord I, terwijl de nieuwe rol significant anders is. Daarnaast moeten adviseurs lokale sport beseffen dat de regie in handen blijft van de lokale besturen. Lokaal moet het beleid worden opgesteld en geïmplementeerd. De rol van de adviseur is expliciet die van raadgever en verbinder."
Farhana Bharos is een van de tien nieuwe adviseurs, met de 27 gemeenten om Den Haag tot aan de duin- en bollenstreek. Maar een echte nieuwkomer kan ze niet genoemd worden, in ieder geval niet in de wereld van de sport. "Ik heb hiervoor bij VWS gewerkt en was daar belast met het helpen formuleren van beleid", legt ze uit. "Nu ben ik dat weer, maar dan op lokaal niveau in plaats van landelijk. Het is dus in wezen dezelfde rol." Naast haar halve baan als Adviseur Lokale Sport is ze actief als zelfstandig ondernemer, ook weer in de sport, maar dan in het ontwerp van sportkleding. "En er is nog een derde aspect dat mij heeft voorbereid op deze rol", zegt Bharos. "Ik behoorde als puber tot die grote groep die voordien enthousiast sportte en daar op de middelbare school mee ophield. Als jongvolwassene heb ik het sporten gelukkig weer opgepakt en ook nu ben ik heel actief op dat vlak, maar ik betreur het nog steeds dat ik er zoveel jaar tussenuit ben geweest en ben dus erg gemotiveerd om verenigingen, ondernemers en gemeenten te helpen met het zoeken naar een oplossing, vooral voor de uitstroom van bepaalde groepen 12 tot 18-jarigen bij sportclubs. Dat afhaken van middelbare scholieren is immers een van de grootste uitdagingen waar we voor staan."
Haar ervaring als beleidsmedewerker op het ministerie heeft Farhana geleerd dat het niet nodig is telkens het wiel opnieuw uit te vinden. "Ook op lokaal vlak is er vaak al heel veel beleid bedacht, maar het wordt niet altijd geïmplementeerd of gedeeld en dus gebeurt er te weinig mee. Het is mijn taak mijn gesprekspartners te wijzen op de mogelijkheden van wat ze zelf al hebben uitgedokterd, in zekere zin hun ogen te openen voor wat er kan met wat er al is. Dat geldt natuurlijk niet voor elke gemeente in even sterke mate. Ik heb lokale sportakkoorden gezien in allerlei varianten, zowel wat omvang als detaillering betreft. Als adviseur kan ik bij dat proces helpen door mijn gesprekspartners gericht feedback te geven, maar dat lukt me alleen als ik zelf voldoende afstand kan nemen en een helikopterview kan ontwikkelen. Ik merk dat mijn ervaring bij het ministerie me ook in dat opzicht erg goed van pas komt. Er moet ook tegelijk een zekere afstand en nabijheid zijn in mijn contacten op lokaal vlak. Afstand, door telkens als mijn gesprekpartner zegt 'u gaat dus voor ons…' die te corrigeren en te zeggen: nee, niet 'ik', 'wij gaan dus.' Tegelijk is een goede relatieopbouw erg belangrijk, opdat ambtenaren gemakkelijk 'even' mailen of appen als ze een vraag hebben en er ook op communicatief vlak geen tijd verloren gaat met overbodige plichtplegingen."
Tom Sloetjes is een van de adviseurs die deze rol in Sportakkoord
I ook al uitvoerde. Hij combineert zijn jarenlange ervaring in het adviseren
met een grondige kennis van de regio’s waar zijn gemeenten zich bevinden, want
zijn tweede werkgever is Sportservice Flevoland, waar hij projectleider is. "Flevoland is deels een landelijke provincie, maar deels ook echt stedelijk.
Almere is inmiddels de op zeven na grootste stad van het land, met alle
grootstedelijke problematiek die daarbij hoort, ook op sportief gebied. Mijn
andere regio is de noordelijke Veluwe, met veel dorpsgemeenten. Het uitvoerende
werk heb ik achter me weten te laten. Ik heb niet alleen die helikopterview
ontwikkeld waar Fahra het over had, maar ik houd me bij elke gemeente ook voor: 'Jullie zullen het straks zonder mij moeten kunnen'."
"Ik houd me bij elke gemeente voor: 'Jullie zullen het straks zonder mij moeten kunnen'"
Een schakel vormen tussen enerzijds de sportbonden, de POS en het landelijk beleid en anderzijds de plaatselijke spelers gaat hem goed af, maar minstens zo belangrijk is volgens Sloetjes die schakelfunctie op het lokale en regionale niveau zelf. "Ik moet meedenken met mijn gesprekspartners maar ik hoor ook het enthousiasme dat ik om me heen ontwaar te stimuleren en sportaanbieders en andere partijen met elkaar in contact te brengen. Vaak zie je om je heen al van alles gebeuren, dat er van alles in gang is gezet. Op de noordelijke Veluwe wérken de gemeenten bijvoorbeeld al intensief samen om hun krachten te bundelen. Toch heeft het vliegwiel ook dan een duw nodig om werkelijk te gaan draaien. Aanjagen, dat is soms net zo belangrijk als informeren en adviseren zelf."
De adviseurs lokale sport vormen met elkaar wel een groep met nu al een indrukwekkende hoeveelheid expertise, die de komende jaren stelselmatig zal vergroten en verdiepen. "Daarom is het erg belangrijk dat we geregeld met elkaar kunnen sparren over de problemen en kansen die we in ons werk tegenkomen", zegt Bahros. Leren van elkaar is een van de uitgangspunten van dit jarenlange project, op lokaal vlak maar ook bij de adviseurs onderling, zodat die vervolgens des te beter het geleerde bij hun gemeentes in praktijk kunnen brengen. In het Sportakkoord 2.0 wordt sterk gefocust op het vormen van een gezonde en actieve generatie en worden onderwijs en zorg nog sterker bij de doelstellingen betrokken. Dan dreigt er helaas een vorm van ondersneeuwen in de aandacht voor de sport. Als de Adviseurs Lokale Sport hun werk doen zoals Farhana en Tom dit geschetst hebben, lijkt het erop dat die sneeuwvlokken krachtig zullen worden weggeblazen.
Meer weten? Kijk op nocnsf.nl/sportakkoord/adviseur-lokale-sport.
Dit artikel verscheen eerder in het Magazine Sport & Gemeenten van de VSG.
Op de foto boven het artikel staan de Adviseurs Lokale Sport bijeen: Boven, van links naar rechts: Jordi Maassen van den Brink, Pascal Kamperman, Ruben Nijhuis, Manon Zwakenberg, Tom Sloetjes, Hans Slender, Paul Broers en Natasja Heijink.
Onder, van links naar rechts: Jens van der Kerk, Marja
Nieuwenhuis, Farhana Bharos, Allard Donker, Jos Kuipers, Hein Veerman, Juul van
Cruchten, Egbert Bakker en Thom Gordijn. Ontbrekend op de foto: Ruben Buijserd,
Ine Klosters en Gerben Schram.