Vanaf woensdag beginnen de European Company Sport Games op Papendal (22-27 juni). De Provincie Gelderland merkt bij dit sportevenement dat de coronapandemie nog niet echt ten einde is. Op het de mede door de provincie georganiseerde en gefinancierde 'mini Olympische Spelen' voor bedrijfssport zullen geen 5.000 deelnemers komen opdagen, maar 3.500. "De schrik zit er bij bedrijven kennelijk nog steeds in", concludeert Jan Markink, sportgedeputeerde van Provincie Gelderland.
De European Company Sport Games, geafficheerd als de 'mini-Olympische Spelen' voor de bedrijfssport, werden in 1977 in Eindhoven voor het eerst georganiseerd. Na 45 jaar komt het grootste meerdaagse bedrijfssportevenement van Europa dus weer terug naar Nederland. Met het thema 'The future is bright' had de 23ste editie een sportief hoogtepunt moeten zijn in het post-coronatijdperk, een moment om naar uit te kijken. Op 30 november 2021 verzorgde de toen nog optimistische sportgedeputeerde Jan Markink de officiële aftrap van ECSG 2022 door op Papendal het vuur van de campagne te ontsteken.
Markink moet even slikken als het teleurstellende aantal inschrijvingen ter sprake komt. "Op grond van het verleden leek 5.000 deelnemers in eerste instantie zeer wel haalbaar. Helaas heeft corona alles overhoop gehaald. In december 2021 hebben we een ondergrens gesteld van 3.000. Dat hebben we in elk geval gehaald, het heeft geen zin er verder sikkeneurig over te blijven doen." Lijdt het bedrijfsleven aan coronavrees? Markink: "Er zullen zeker bedrijven en werknemers zijn die het nog niet aandurven om te reizen en gezondheidsrisico’s te lopen, met het oog op een mogelijke COVID-besmetting. Vergeet ook niet dat bijna alle Europese landen een eigen coronaregime hebben en niet bij iedereen bekend is welke maatregelen in het ontvangende land, Nederland dus, gelden. Een derde reden is misschien dat het lange tijd onzeker was of de Games dit jaar überhaupt wel konden doorgaan. Dan is het lastig plannen natuurlijk."
Voor een goed begrip: de European Company Sport Games zijn vooral een participatie- en teambuildingsevenement. Werknemers van tientallen Europese bedrijven komen samen om een week te sporten, plezier te maken en te netwerken. Er zijn wedstrijden in 22 sporten, op verschillende niveaus en in verschillende leeftijdscategorieën, zonder enige selectie of kwalificatie vooraf. Ook kan elk bedrijf of organisatie meedoen, er is geen minimale groepsgrootte of deelname aan een minimumaantal sporten. Een zzp’er kan zich net zo goed als deelnemer aanmelden als een multinational met duizenden werknemers. Wie hoopt op massale publieke belangstelling, komt bedrogen uit. De meeste wedstrijden trekken niet meer dan een handjevol toeschouwers, meestal directe collega’s van de combattanten.
De aflevering van 2022 is in zoverre uniek, dat de ECGS voor het
eerst in een regio plaatsvindt in plaats van in één stad. Nationaal
topsportcentrum Papendal is het hart van het evenement en toneel van vijf
sporten. Daarnaast zijn er sporten in Apeldoorn (petanque, voetbal, darts en
hockey), Nijmegen (bowlen), Ede en een aantal gemeenten in de regio Achterhoek
(onder meer minigolf en badminton).
"De European Company Sport Games zijn een unieke kans om vitaliteit op de werkvloer te promoten"
Het tegenvallend aantal deelnemers verandert niets aan belang en doelstelling van het evenement, betoogt Markink. En al helemaal niets aan de provinciale inzet. "In de voorbije coronaperiode hebben we allemaal ervaren hoe belangrijk sport en bewegen zijn voor onze gezondheid en vitaliteit, ook in werktijd. Fitte werknemers zitten beter in hun vel, zijn duurzamer inzetbaar en werken meer ontspannen. De European Company Sport Games zijn een unieke kans om vitaliteit op de werkvloer te promoten en bedrijven te inspireren zich structureel in te spannen voor een gezonde levensstijl van hun personeel. En uiteraard blijft het onverminderd de inzet van Provincie Gelderland om de beste European Company Sport Games ooit te organiseren."
De 3.500 deelnemers komen uit twaalf landen; het gros is afkomstig uit Duitsland en Frankrijk. Nederland levert 300 à 350 deelnemers, daarna volgen Italië, België, Denemarken en de Scandinavische landen met 200 à 250 deelnemers. Dat Nederland als organiserend land een relatief gering aantal deelnemers afvaardigt, heeft volgens Markink een simpele reden. "In Nederland is de sport vooral georganiseerd op verenigingsniveau. In Oost-Europa, maar ook in Zuid-Europa is sporten via school, universiteit of bedrijf veel groter en normaler. Niettemin zijn er ook in Nederland op het gebied van de bedrijfssport grote sprongen gemaakt. Nu begrippen als vitaliteit, gezonde leefstijl en fit zijn voor de job steeds meer een thema worden, hebben veel bedrijven inmiddels goedgeorganiseerde interne sportprogramma’s. Ook Provincie Gelderland, met 1.600 medewerkers, heeft een eigen vitaliteitsprogramma waar sport onderdeel van is. Wij doen op de Games ook mee met een ploeg van dertig mensen. Ook gemeente Arnhem doet mee met een eigen team. Het is dat ik een pijntje aan mijn knie heb, anders had ik zelf ook meegedaan. Ik ben 67, maar nog best fit."
Dit artikel verscheen eerder in uitgebreidere vorm in vakblad Sport & Strategie. Het hele interview en andere artikelen uit dit nummer lezen? Bestel deze editie dan als los nummer.