De bezuinigingen op steden zijn niet uit te leggen. Dat vinden voorzitter van de G40, een netwerk van 40 grote en middelgrote steden, Paul Depla en wethouders Paul de Rook en Willem-Jan Stegeman. Daarom luiden ze in het AD aan de vooravond van Prinsjesdag de noodklok. "Het kán niet dat er op rijksniveau meer dan 10 miljard euro overblijft, terwijl wij moeten nadenken over het sluiten van zwembaden."
In elk gemeentehuis wordt op dit moment nagedacht over de noodzakelijke bezuinigingen, weet PvdA’er en burgemeester van Breda Paul Depla. "Het gaat echt om vele miljoenen", zegt de voorzitter van de G40 in het AD. "Er wordt bijvoorbeeld nagedacht over het sluiten van sportvoorzieningen, zoals zwembaden. Bezuinigen is niet meer het wegsnijden van het vet op de botten, want dat is de afgelopen jaren al gebeurd." Ook de Groningse wethouder van Financiën Paul de Rook (D66) voorziet problemen voor sportvoorzieningen. "Bij de discussies in gemeentehuizen ligt echt alles op tafel. Lukt het ons bijvoorbeeld om zwembaden open te houden?"
Volgens De Rook is het onvermijdelijk dat er voorzieningen gaan verdwijnen uit de steden. "Wij hebben directe invloed op ongeveer 150 miljoen euro van de begroting, daarop moeten we ongeveer 35 miljoen bezuinigen. Dat is bijna niet te doen. In Groningen hebben we 115 zoekrichtingen uitgezet waar wij nog op zouden kunnen besparen. Begin oktober moet dat duidelijk zijn." Willem-Jan Stegeman, voorzitter van de G40-themagroep Financiën, voegt daaraan toe dat de stadsbewoners ook geraakt zullen worden door deze bezuinigingen. "Kleinere steden met een zwembad hebben dan soms niks meer over."
De Rook weet te vertellen dat de klap het hardst is voor de steden buiten de Randstad. "In Leeuwarden, Nijmegen, Enschede, Groningen en Breda vallen de hardste klappen. Dat kan komen doordat die steden ook een centrumfunctie vervullen voor de regio."
Voor de oorzaak van de financiële tekorten, moeten we kijken naar de uitgaven het rijk, volgens Depla. "De uitgaven van de rijksoverheid zijn gekoppeld aan die van de gemeenten. Omdat het rijk veel minder heeft uitgegeven dan gedacht, worden gemeenten nu geconfronteerd met enorme bezuinigingen. Omdat wij géén rode cijfers mogen schrijven, moet er worden bezuinigd." De kosten zijn ongeveer met een miljard toegenomen, weet De Rook te melden. "Het is voor ons heel lastig om die kosten in de hand te houden. Het kan niet dat er op rijksniveau meer dan 10 miljard euro overblijft, terwijl wij moeten nadenken over het sluiten van zwembaden en bibliotheken. Volgens mij maak je dan als overheid een heel slechte beurt", besluit De Rook.
De Vereniging Sport en Gemeenten laat in een reactie weten dat het deze discussie vooral vanaf de zijlijn volgt. Directeur André de Jeu: "De gemeenten geven ook aan dat het niet gaat over de zwembaden of de sport zelf, maar de andere beleidsvelden. Het gaat vooral om het ter discussie brengen van dit vraagstuk en dat het wel serieus krap is voor gemeenten. Het probleem zit in de decentralisatie van heel veel taken. Dat zien wij ook."
De Jeu benadrukt dat het niet voor het eerst is dat gemeenten dit signaal afgeven. "In het begin van dit jaar speelde deze discussie al rond de jeugdzorg. Daar heeft toen wat reparatiewerk bij plaatsgevonden in de vorm van extra geld om de problemen aan te pakken de komende jaren. Dat was minder dan waar om gevraagd was en daar hadden vooral de grote gemeenten last van omdat ze niet alleen een functie naar de eigen inwoners hebben maar ook voor de regio.” Als een gemeente daar vervolgens meer aan moet uitgeven dan houdt het minder over voor zaken als sport en cultuur, omdat die zaken betaald worden uit lokale belastingen. "Dat is een heel klein stukje van de totale inkomsten van een gemeente. Op het moment dat het grote stuk het moeilijk heeft dan merkt dat kleine stukje dat direct. Dat zijn de enige knoppen waar een gemeente aan kan draaien."