Vanuit meerdere hoeken weerklinkt de oproep het uitdijende probleem van te weinig sporten en bewegen bij vooral de jeugd grondig aan te pakken. Burgemeesters van vijftien grote en middelgrote steden waarschuwen in een manifest aan het kabinet dat door de coronacrisis de tweedeling in de maatschappij verergert. Sport en bewegen werd daarbij nadrukkelijk als middel benoemd. Dat lijkt geland, want deze week aanvaardde de Tweede Kamer een voorstel van de niet-alledaagse combi SP en VVD om sporten en bewegen een impuls te geven.
De verheugde reactie van SP-leider Lilian Marijnissen: "Het coronavirus heeft ons veel laten zien, maar zeker ook hoe groot het belang is van een vitaal en weerbaar land. Sporten en voldoende bewegen hebben hierin een cruciale rol." Eerder drongen de gezamenlijke burgemeesters bij de regering aan ‘om samen met ons extra te investeren in kwetsbare gebieden." Hulporganisaties waarschuwen bij herhaling: "Door corona komen meer kinderen in armoede."
Met als onvermijdelijke consequenties dat na de zomer geld ontbreekt voor de contributie aan de sportclub. "Vergis je niet in verborgen armoede", aldus Monique Maks, directrice van Jeugdfonds Sport en Cultuur. "Ook buiten achterstandswijken vallen klappen." Nu al is bekend dat één op de elf kinderen in arme gezinnen opgroeit. Met enige huiver wacht zij de actuele cijfers af na de zomer. "De inschatting is dat de groep groter zal zijn." Het jeugdfonds helpt op jaarbasis 82.000 kinderen toch te laten sporten, of aan kunst en cultuur te kunnen doen.
Uiteraard schaart ook Monique Maks zich enthousiast achter het initiatief van SP/VVD, maar begin wel bij de jeugd, vraagt zij logischerwijs. "Vroeg beginnen is en blijft mijn boodschap. Zet in op de kwetsbare groep. Daar leeft vaak helemaal niet de behoefte om te sporten, en al evenmin het belang hiervan. Tracht de ouders te overtuigen dat sporten voor kinderen juist zo belangrijk is. Het is ook nog eens leuk en goed voor de sociale contacten. Richt vooral daar de aandacht op", betoogt ze.
Ook André de Jeu, directeur van de Vereniging Sport en Gemeenten, juicht meer aandacht voor dit onderwerp louter toe. "Dat is prima." Maar hij beschouwt het als politieke aandacht, eenvoudig te koppelen aan het momentum. "De motie in de Kamer is geweldig. Maar ik zie dat als een politieke lobby. Laten we oppassen dat het waterbedeffect gaat optreden." Hij doelt daarmee dat er al liggende een bubbel kan ontstaan op een andere plek in het waterbed.
Hij somt op dat er al het nodige gebeurt, als het Sportakkoord, het aanbod en de activiteiten van buurtsportcoaches. "Er gebeurt al heel veel", herhaalt Andre de Jeu. "Probeer te voorkomen dat je weer het zoveelste project gaat doen." Hij is meer een voorstander om wat er al in gang is gezet, te versterken. "We hebben meer professionals nodig, meer gespecialiseerde buurtsportcoaches. Dat moet echt gebeuren. Projecten beklijven nu zelden of nooit. Als het geld op is, stoppen we ermee", voorziet hij, al wil hij niet als doemdenker overkomen. "We moeten het project-diarree achter ons laten."
"Het probleem van meer sporten en bewegen geldt voor de hele samenleving. Als we nu niet aan de slag gaan, verzuipen we met ons allen"
De directeur van de Vereniging Sport en Gemeenten pleit om structureel meer geld te besteden aan sporten en bewegen voor kinderen, maar vanzelfsprekend voor iedereen. "Geef het met meer handjes en voeten, zodat je dichter in de buurt komt van de kinderen." Want, zo weet hij, "het gaat niet lukken vanuit het sportbeleid alleen. Sport heeft het laagste budget in vergelijking met alle andere beleidsvelden. De totale zorgkosten zitten nu al op een begroting van 75 miljard. Als we zo doorgaan, is dat bedrag in 2040 opgelopen naar 175 miljard. We worden nog steeds allemaal ouder."
Lilian Marijnissen onderkent dat belangrijke aspect. "Dit keer kan het niet bij woorden blijven, maar actie is harder nodig dan ooit", zo laat ze via de SP-site weten. "Er liggen al heel veel voorstellen, zoals het voorstel om meer gymlessen op scholen te geven, meer speelplaatsen te maken in buurten, ouderen meer bewegingsprogramma’s aan te bieden als zij herstellende zijn van ziektes." Zij benadrukt dat meer gymlessen op scholen forse meeropbrengsten zullen hebben. "Dat kan op veel meer terreinen onderzocht worden. Dat maakt de kans van slagen alleen maar groter."
Martin van Rijn, nog tot 9 juli tijdelijk minister van sport, heeft meer actie daadwerkelijk ook beloofd. Hij ondersteunt de oproep en wil met de verschillende partijen en ministeries om de tafel zitten, om een agenda op te stellen die meer sporten en bewegen stimuleert en te kijken hoe meer mensen aan de beweegnorm gaan voldoen. Maar André de Jeu wil nog verder gaan. "Voor de komende kabinetsformatie moeten er twee hoofdlijnen zijn: gezondheidspreventie en klimaat of energie. Het probleem van meer sporten en bewegen geldt voor de hele samenleving. Als we nu niet aan de slag gaan, verzuipen we met ons allen. Alle alarmbellen moeten rinkelen…"