Een onderzoek in Brabant en Zeeland heeft aangetoond dat het amateurvoetbal fout geld van criminelen accepteert. "Clubs zijn zich niet bewust van het risico", constateert Jeroen van den Broek, projectmanager bij de Taskforce Aanpak Ondermijning in dit deel van Nederland. De Taskforce houdt zich vooral bezig met de maatschappelijke weerbaarheid tegen zaken als het witwassen van crimineel vermogen. Van den Broek nam het initiatief om alle zestien topamateurclubs in dit district te ondervragen over mogelijke inmenging van criminelen.
Van de zestien verenigingen uit de Tweede en Derde Divisie en de Hoofdklasse in dit gebied kregen de onderzoekers van twaalf clubs een positieve reactie. "Er liep al een project onder de amateurclubs. Het voetbal neemt nu eenmaal een belangrijke positie in de maatschappij in." En blijkt vatbaar en kwetsbaar voor ongewenste weldoeners, die bijvoorbeeld als sponsor hun zwarte geld proberen te witwassen.
'Uit onderzoek bleek dat er in één op de drie gemeenten in Brabant criminele weldoeners actief zijn'
Het onderzoek, dat vorig jaar januari startte, spitste zich toe op de top van het amateurvoetbal in Brabant en Zeeland. "Aanleiding was een eerder onderzoek door de Universiteit van Tilburg, uitgevoerd door Toine Spapens. Daaruit bleek dat er in één op de drie gemeenten in Brabant criminele weldoeners actief zijn", onthult Jeroen van den Broek. Ter verduidelijking: dat onderzoek werd heel breed opgezet, ook buiten de sport.
Vier clubs gingen niet in op het verzoek om mee te werken, waarvan één een geplande reorganisatie als reden aanvoerde. De andere drie lieten niets van zich horen, ook niet na een aantal reminders. Van de twaalf clubs bleken vijf al ervaringen te hebben gehad met criminele activiteiten. "Ze gaven aan het te herkennen", aldus Van den Broek. In vrijwel alle gevallen draaiden de voorbeelden om twijfelachtige sponsors. "Van die bekende types van wie iedereen wel vermoedt dat ze een beetje tegen het criminele circuit hangen", zo valt te lezen in het lijvige rapport over het onderzoek.
Een andere bekentenis betrof een vreemd telefoontje bij een club, die net de financiële sores in een krant had opgebiecht. De persoon in kwestie kende de club van vroeger en stelde voor met tien partners voor langere tijd geld in de club te investeren als sponsor. Hij noemde daarbij een bedrag van jaarlijks 50.000 euro. Er werd een afspraak gemaakt in een hotel, voor een nadere kennismaking en meer informatie.
'Toen kreeg ik argwaan. Ik heb zijn naam opgezocht op internet en in een mum van tijd zat ik in een netwerk van Oost-Europese oligarchen'
Het verhaal haalde ondertussen via de NOS de publiciteit en leidde naar Baronie uit Breda, waar voorzitter Stan Gielen zich tijdens het bewuste telefoontje liet ontvallen dat hij in het verleden belastinginspecteur was geweest en dat hij twee medebestuurders zou meenemen naar de ontmoeting. De mysterieuze investeerder bleef weg en was daarna ook telefonisch niet meer te bereiken. "Toen kreeg ik argwaan. Ik heb zijn naam opgezocht op internet en in een mum van tijd zat ik in een netwerk van Oost-Europese oligarchen", vertelde de voorzitter van de zondag-hoofdklasser.
De zeven clubs van de twaalf, die weliswaar het gevaar van criminele inmenging erkenden maar (nog) geen voorbeelden konden delen, vatten het onderzoek op als een ‘eye opener’, zoals Van den Broek het noemde. "Wij zijn er vooral om de voetbalbestuurder te helpen. Ze gaven toe hoe kwetsbaar ze kunnen zijn voor foute sponsors. Maar ze weten niet hoe hiermee om te gaan. Ze hebben daartoe geen duidelijk beleid. Ze hebben geen idee hoe dit te voorkomen."
De insteek van het onderzoek, in opdracht van de Taskforce verricht door het bureau Bruinsma en de Tilburgse Universiteit, was niet zo zeer bedoeld om inzicht te krijgen in het aantal criminelen dat zich heeft ingevreten in het amateurvoetbal. Wel om te kijken of de clubs zich bewust zijn van het risico en weten hoe ze de criminele weldoeners buiten de poort kunnen houden. "Wij willen niet veroordelen maar alleen maar helpen", benadrukt Van den Broek. "Helpen om te voorkomen dat er problemen gaan ontstaan. Ze weerbaar of weerbaarder maken tegen criminaliteit. Verijdelen dat foute sponsors op die manier invloed verwerven binnen de vereniging." Kortom, in de bestuurskamer mag het best wel wat vaker over dit soort zaken gaan.
Ook de KNVB maakt zich grote zorgen over deze ontwikkeling en neemt het signaal uit het onderzoek uiterst serieus. “We zijn blij dat we met de KNVB erkennen dat er een risico is dat criminelen de voetbalsport met geld proberen te paaien en te verleiden”, betoogt Paul Depla, burgemeester van Breda en bestuurslid van de Taskforce. “Na erkenning volgt de herkenning hoe die verleiding in de praktijk eruit ziet. Zodat we daarna gezamenlijk kunnen optrekken om de voetbalsport te verschonen van criminelen. De samenwerking tussen KNVB, clubs en overheid is echt belangrijk. Want alleen zo boeken we succes. We willen toch niet dat criminelen ons mooie voetbal afpakken.”
Na ruim anderhalf jaar werd het onderzoek in Brabant en Zeeland eind september afgerond. “We gaan nu een volgende fase in, nadat we alle bevindingen in een rapport hebben verzameld”, verduidelijkt Van den Broek. Via een interventiekaart, op te vragen bij het programmabureau van de Taskforce, kan een club een gezamenlijk in te vullen kwetsbaarheid-scan ontvangen. Het resultaat geeft een beeld hoe kwetsbaar de betrokken vereniging is voor criminaliteit, witwassen en drugsgeld. “Daarop kunnen wij dan een plan van aanpak opstellen”, besluit Van den Broek.