Voor veel sportverenigingen is het nog een ver-van-mijn-bed-show, maar ze zijn wel degelijk van groot belang voor de lokale sportakkoorden die veel gemeenten aan het sluiten zijn. Coen van den Bemt, adviseur bij NOC*NSF: "Voor veel verenigingen en andere sportaanbieders is het niet duidelijk wat het voor hen aantrekkelijk maakt om mee te doen aan het lokale sportakkoord van hun gemeente of regio. Dat willen we verbeteren door sportadviseurs in te zetten."
Vorige week viel te lezen op Sport en Strategie dat de helft van de Nederlandse gemeenten inmiddels aan de slag is met de uitvoering van lokale sportakkoorden. Onder andere de sportformateurs en de buurtsportcoaches hebben een belangrijke rol hierin, maar ook de sportverenigingen zijn van groot belang bij het sluiten van een lokaal akkoord. NOC*NSF, sportbonden en brancheorganisatie NLActief werken samen om ervoor te zorgen dat juist de sportclubs aan tafel komen om te praten over de lokale sportakkoorden.
Van den Bemt merkt dat er nog wat achterstand in communicatie en kennis over dit onderwerp is bij de sportverenigingen. "Ik ben op een paar informatieavonden geweest en dan is de eerste vraag van de verenigingen wat het sportakkoord eigenlijk is. Ze vragen zich af waarom ze mee zouden doen. Om dat te verbeteren, zetten we nu sportadviseurs in die de verenigingen het belang van het sportakkoord kunnen laten inzien. Het is namelijk cruciaal dat de lokale sportaanbieders aan tafel komen te zitten."
"Het is voor een sportvereniging al enorm waardevol om mee te kunnen praten over waar het heen moet met de lokale sport"
De sportadviseur moet een eerste aanspreekpunt zijn voor verenigingen in het proces om te komen tot een lokaal sportakkoord. Van den Bemt: "Het is best lastig voor voorzitters om in de jungle van beschikbare ondersteuning de weg naar de juiste hulp te vinden. De sportadviseur kan ze makkelijk doorverwijzen naar de juiste personen. Als clubs aan de slag willen met het sportakkoord, maar nog niet zo goed weten hoe en wat, kunnen ze bij de adviseur aankloppen." Eén van de vragen die Van den Bemt vaak krijgt van verenigingen is: hoeveel geld krijgen we als we meedoen met het lokale sportakkoord? "Maar het gaat dit moment niet direct om geld, het gaat vooral om het proces. En het is voor een sportvereniging al enorm waardevol om mee te kunnen praten over waar het heen moet met de lokale sport in jouw gemeente. Het is de kunst om een kruisbestuiving te krijgen van goede ideeën en lokale partners en zo gezamenlijk de krachten en budgetten te bundelen."
De sportadviseurs kunnen ook helpen bij het vinden van antwoorden op lokale uitdagingen van de sportaanbieders, volgens Van den Bemt. "Ze kijken ook mee naar de ambities van de vereniging en proberen dat in lijn te brengen met de lokale ambities. Uiteindelijk hopen we dan een toekomstbestendige sport te realiseren, die zich organiseert tot een blijvend collectief van de lokale sport." Van den Bemt noemt de Utrechtse Heuvelrug als succesvol voorbeeld. "Heuvelrug SportInitiatief is een bundeling van de lokale sporten. Inmiddels zijn er al zeventig gemeenten waar zo’n lokale sportraad actief is. Dat zijn hele krachtige organen die een prima geluid brengen vanuit de sport en kunnen aangeven wat er nodig is om de vitale infrastructuren staande te houden. Daarom is het van belang dat ook de sportverenigingen het belang van dit soort akkoorden gaan inzien."
Dat de sportaanbieders als belangrijk onderdeel worden gezien voor de lokale sportakkoorden ziet Van den Bemt als een stukje erkenning voor hun rol. "Ze staan heel centraal in het sportakkoord. Dat vind ik een mooie bevestiging van de waarde van verenigingssporten. Het akkoord moet ook zeker een kwaliteitsimpuls zijn voor de mensen die actief zijn binnen sportverenigingen. Dat kan bijvoorbeeld door de trainers van de E’tjes en de F’jes te helpen pedagogisch goede training te geven zodat iedereen met plezier blijft sporten."
Wat vaak een knelpunt is bij verenigingen, is het aantal vrijwilligers. "Ze willen dan wel ergens aan beginnen, maar hebben simpelweg te weinig handjes om dat voor elkaar te krijgen. Ook daar zien we een kans als verenigingen zich aansluiten bij een lokaal sportakkoord. Het doel is dat verenigingen van elkaar kunnen leren, dat ze met elkaar in gesprek gaan over hoe je vrijwilligers kunt werven en behouden. En misschien kunnen ze wel bij de gemeente aankaarten dat het van enorme waarde is om buurtsportcoaches voor een aantal uur per week in te zetten om de clubs professioneel te kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld als clubkadercoach."
NOC*NSF heeft samen met de sportbonden en NL Actief de rol om de lokale sportadviseurs goed op te leiden. "Mede omdat we best veel zien in het land kunnen we veel ervaringen uitwisselen. We kunnen als verbinder meebouwen aan een sportnetwerk en zorgen dat mensen elkaar leren kennen." Verder kan NOC*NSF van dienst zijn in de lokale sportakkoorden in de vorm van een stukje data. "We hebben bijvoorbeeld cijfers over sportdeelname en lidmaatschappen. We zien landelijke trends en zien dat verenigingen het best lastig hebben. De markt groeit, maar nog niet iedereen weet daarvan te profiteren. Daar kunnen wij bij helpen."
Van den Bemt hoopt dat er dankzij een akkoord op lokaal niveau, bij sportclubs, onderling een betere samenwerking ontstaat. "En dan het liefst dat het dan ook nog geborgd is in een soort sportraad, zoals in de Utrechtse Heuvelrug al gedaan is, zodat er voor de komende jaren een stevig fundament staat."