Op 15 januari bestaat de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden precies 111 jaar. Naar verwachting stijgt de temperatuur die dag naar elf graden boven nul. En tóch is het feest.
De Elfstedentocht is ouder dan de Elfstedenvereniging. De eerste officiële tocht werd namelijk op 2 januari 1909 georganiseerd door de Friesche IJsbond, die er vanaf het begin bij zei dat één keer wel genoeg was. Mindert Hepkema uit Leeuwarden wilde er echter een blijvend evenement van maken en riep daarom de stedelijke notabelen bij elkaar, waarvan een groot aantal uit zijn eigen netwerk bij de Leeuwarder voetbalclub Frisia. Op 15 januari 1909, dertien dagen ná die eerste tocht, was dan de officiële oprichting van de Vereniging De Friesche Elf Steden, sinds 2009 Koninklijk. Hepkema werd voorzitter en bleef dat tot aan zijn dood in 1947.
Bij het eerste besluit in 1909 werd meteen vastgelegd dat de Elfstedentocht een nationaal evenement is, toegankelijk voor iedereen, maar dat de organisatie altijd in Friese handen zal blijven. Binnen een jaar sloten Bolsward, Franeker, Harlingen en Sloten zich aan en een jaar later volgde de rest. In diezelfde tijd steeg het ledenaantal naar 350, waaronder tachtig schaatsers uit Holland. Zo kwam Hepkema zijn belofte na: de organisatie is Fries, maar aan de tocht mag iedereen meedoen.
Niemand kon 111 jaar geleden natuurlijk voorzien welke enorme invloed de Elfstedentocht ook buiten Friesland zou krijgen. In 1909 deden er 23 schaatsers mee aan de eerste editie, waarvan negen de finish haalden. In 2020 zijn er 30.000 mensen startgerechtigd als ooit de zestiende editie wordt gereden, de eerste sinds 1997. Indien er inderdaad ooit weer een tocht komt, zal die realtime zelfs wereldwijd worden gevolgd – met dank aan de moderne media.
Ook onze taal is in die 111 jaar beïnvloed door de Elfstedentocht, merkte taalkundige Rolf H. Bremmer al eens op in 2012. “Tik klunenin op de zoekmachine van je pc en je zult verbaasd staan hoezeer dit vrij jonge Friese leenwoord tot in de meest onverwachte hoeken van het Nederlandse taalgebied (ja, tot over de landsgrenzen) is doorgedrongen.” Vóór 1985 was kluneninderdaad alleen in Friesland een bekende schaatsterm, maar door de rechtstreekse tv-uitzending van de Elfstedentocht dat jaar werd dat een gevleugeld begrip van Groningen tot Geleen.
Hetzelfde geldt voor de kaatsuitdrukking It giet oan, de kreet waarmee Henk Kroes de laatste editie aankondigde. Dankzij hem werden deze Friese woorden diezelfde dag nog opgenomen in het Algemeen Beschaafd Nederlands, nota bene vanuit het kaatsen, dat buiten Friesland een volkomen onbekende sport is. En dat is heel uitzonderlijk, omdat er in al die eeuwen bijna geen Friese leenwoorden in het Nederlands zijn opgenomen – uitzonderingen daargelaten als sjoelenen terp. Alleen via de Elfstedentocht kan een onbekende uitdrukking van een vreemde sport uit een vreemde taal tóch meteen in het Nederlandse woordenboek komen.
Op de 111e verjaardag van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden zal het buiten waarschijnlijk elf graden zijn – helaas bóven nul. Zo zijn althans de weersvoorspellingen en daarmee is het grootste probleem van deze vereniging samengevat: de winters zijn tegenwoordig veel te warm. Toch wordt het een bijzondere dag, omdat in het Fries Scheepvaart Museum in Sneek voor de eerste keer de Dag van de Elfstedentocht wordt gehouden.
De Elfstedencultuur bestaat namelijk uit twee delen: de Elfstedentocht zelf en het vertellen van verhalen over schaatsen, een eeuwenoud cultureel gebruik in Friesland. Het schaatsen is dan wel een probleem geworden, maar die verteltraditie biedt archieven en musea weer de mogelijkheid om die schaatscultuur vast te leggen – het idee achter de Dag van de Elfstedentocht. De eerste editie is al uitverkocht, maar de bedoeling is dat dit een jaarlijks evenement wordt op 15 januari, op de verjaardag van de Elfstedenvereniging. De Elfstedentocht zelf blijft natuurlijk de verantwoordelijkheid van die Friese organisatie, zoals vastgelegd in 1909.
Foto: Wikimedia (CC) / Ziko van Dijk
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.