Amnesty roept de FIFA op om meer invloed uit te oefenen op Qatar om een einde te maken aan het misbruik van arbeidsmigranten. De mensenrechtenorganisatie richt zich inmiddels al meer dan een halve eeuw op de relatie tussen sport en mensenrechten.
Het Nederlands elftal begint deze week aan de kwalificaties voor het WK van 2022 in Qatar. De discussies gaan alleen niet zozeer over de selectie van de spelers, maar of het überhaupt wel verantwoord is om aan dit evenement mee te doen. Amnesty International trekt de meeste aandacht met een speciale campagne, die is gericht op Qatar.
De mensenrechtenorganisatie richt zich niet voor de eerste keer op sportevenementen, want iets vergelijkbaars gebeurde ook in aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. En dan was er nog het WK voetbal van 1978, waarbij Amnesty met de KNVB in gesprek wilde over de situatie in gastland Argentinië. Een jaar eerder stond in een internationaal rapport dat er in dat land minstens 5000 politieke gevangenen werden vastgehouden zonder een officiële beschuldiging. Ook waren er tussen de 2000 en 5000 mensen spoorloos verdwenen.
De KNVB sloeg het aanbod van Amnesty af, net als aanvoerder Ruud Krol. Het WK werd uiteindelijk gewoon gespeeld. Nederland haalde zelfs de finale. Voor Amnesty was deze wereldwijde actie wel degelijk een groot succes, mede omdat haar eigen naamsbekendheid enorm was gestegen. Voor de eerste keer werd er wereldwijd een link gelegd tussen een groot sportevenement en mensenrechten.
Toch was het WK van 1978 niet de eerste keer dat Amnesty zich uitsprak over de mensenrechtensituatie vanwege een sportevenement. Tien jaar eerder waren de Olympische Spelen in Mexico geweest, in die tijd een land waar de mensenrechten grondig werden geschonden. Enkele weken voor de openingsceremonie waren zo’n 300 actievoerders doodgeschoten, omdat ze demonstreerden tegen de organisatie van die Spelen. De overlevenden kregen allemaal zware straffen.
In 1968 zelf was dit verband tussen mensenrechten en een groot sportevenement nog absoluut geen discussiepunt in de internationale pers, maar voor Amnesty was het wel een reden om deze ontwikkeling in de gaten te blijven houden. Zo werd in 1970 duidelijk dat er nog minstens 120 Mexicanen in de cel zaten, die bij die Olympische Spelen van 1968 waren gearresteerd. Met een handtekeningenactie werd daarop de aandacht gevestigd.
Later dat jaar kregen deze politieke gevangenen alsnog zeer zware straffen – niet geheel toevallig vlak voor aanvang van het WK voetbal van 1970 dat óók in het mensenrechtenschendende Mexico werd gehouden. ‘Volgens Amnesty International staat het optreden tegen de studenten wellicht in verband met het voornemen van een groep studenten tijdens de wereldkampioenschappen te demonstreren tegen het sedert 1968 zonder vorm van proces gevangen houden van nog ruim honderd anderen die ook tegen de Olympische Spelen hebben gedemonstreerd.’ Het ene sportevenement beïnvloedde zo dus het andere.
In juli 1970 publiceerde Amnesty een zwartboek, waarin de situatie verder werd beschreven van deze arrestanten in Mexico. ‘Bijna twee jaar later zitten deze nog steeds in voorarrest. Slechte tien van hen zijn inmiddels veroordeeld, tot straffen van drie tot vijfentwintig jaar. Vrijwel dagelijks laat de minister van Binnenlandse Zaken zijn politieke tegenstanders oppakken. De gevangenissen zijn overvol met boeren, studenten en arbeiders.’
Het bleven acties in de marge, want zowel bij de Olympische Spelen van 1968 als het WK voetbal van 1970 werd door maar weinig mensen een direct verband gelegd met de Mexicaanse dictatuur. Zo was er in die acht jaar veel veranderd, want bij Argentinië 1978 denken we nog steeds evenveel aan de vreselijke situatie in dat land als aan het voetbal zelf – mede door Amnesty.
En zo zal ook het WK van 2022 in Qatar altijd in de herinnering blijven, ongeacht of het wel of niet doorgaat: als het evenement waarvoor duizenden mensen zijn omgekomen om stadions te bouwen, die meteen na afloop weer werden afgebroken. Amnesty heeft na een halve eeuw dus nog steeds veel werk te doen, net als de sportwereld zelf trouwens.
Foto: JPstock / Shutterstock.com