Benfica wint pas in 2062 weer een Europese voetbalfinale

Ajax speelt woensdag in de achtste finale van de Champions League tegen Benfica. Deze Portugese club heeft nu nog uitzicht op de volgende ronde, maar de finale van het Europese voetbaltoernooi zullen ze nooit winnen, aldus een vloek van inmiddels zestig jaar oud.

De op 27 januari 1899 in het Hongaarse Boedapest geboren Béla Guttmann is verantwoordelijk voor de vloek, die naar hem is vernoemd. In 1961 en 1962 won hij met Benfica de Europa Cup I, de voorloper van de Champions League.

Guttmann was van Joodse afkomst. Als voetballer speelde hij bij de beroemde Joodse club Hakoah Wien. In dienst van de Oostenrijkse club uit de hoofdstad won hij in 1925 zelfs de landstitel. Guttmann werd pas echt beroemd als trainer, onder meer van AC Milan, FC Porto, en natuurlijk Benfica.

Met die laatste club speelde hij in het voorjaar van 1962 de legendarische finale voor de Europa Cup I tegen Real Madrid. In het Olympisch Stadion in Amsterdam werd het een strijd tussen de wereldsterren Eusebio van Benfica en Ferenc Puskas van Real Madrid. Wereldwijd keken er circa 100 miljoen mensen via de televisie naar de confrontatie. De wedstrijd kreeg nog een Nederlands tintje, want de leiding was in handen van de Nederlandse scheidsrechter Leo Horn.

Uitzonderlijke kwaliteit

Het getoonde voetbal was van uitzonderlijke kwaliteit, aldus de aanwezigen. De Leeuwarder Courant schreef op 3 mei 1962: "De doelpunten waren in dit felle, maar toch niet bijzonder onsportieve duel vrijwel allemaal van heel goed gehalte en de toeschouwers hebben staaltjes voetbaltechniek en schoten gezien, waarvan de meeste voetballers in Nederland slechts dromen. De enorme schoten van de Portugezen Eusebio en Coluna en van de Hongaarse Spanjaard Puskas, waren alleen al een gang naar het stadion waard."

Ondanks een snelle voorsprong van Real Madrid won Benfica met 5-3, waarbij de laatste twee doelpunten werden gemaakt door Eusebio. Het eerste doelpunt van de wedstrijd bracht de toeschouwers al direct in vervoering en zo zou het negentig minuten doorgaan. "De wedstrijd zal nog lang in herinnering blijven’, aldus de Leeuwarder Courant. ‘Het was vooral het spel van Puskas, Eusebio, Coluna en Gento, dat had geïmponeerd, maar stuk voor stuk waren het toch allemaal grootmeesters. We zullen lang moeten wachten, voor we in Nederland weer een wedstrijd van een dergelijk formaat zullen kunnen zien."

Een wankelende Eusebio

De vreugdetaferelen bij de kleedkamer na afloop, waar zo’n beetje iedereen bij kon komen, waren immens. Eusebio wankelde snikkend door de gangen, dwars door het tumult van de supporters. Zonder dat hij het merkte, werd Eusebio de kleedkamer binnengeduwd, waar trainer Bela Guttmann hem opving. Zelfs toen keerde Eusebio nog niet terug op aarde. Volgens een aanwezige journalist werd hij daarom op de tafel gelegd, waar hij hevig schokkend langzaam tot zichzelf kwam. In korte tijd had de loopbaan van deze voetballer enorme hoogtepunten bereikt, want nog maar een jaar eerder "viste Eusebio nog schelpen langs de stranden van Mozambique". Scheidsrechter Leo Horn was ook heel tevreden. Hij was positief over het spel van de Portugezen en vond dat het geen moeilijke wedstrijd was geweest om te leiden.

De eeuwige vloek

Guttmann vond het na de glorieuze overwinning tijd voor een stevige loonsverhoging. Daar had de clubleiding alleen geen zin in. Guttmann sprong uit zijn vel, maar voor hij bij de club vertrok sprak hij de inmiddels historisch geworden woorden: "Zonder mij zal Benfica in geen honderd jaar een Europese finale winnen."

Sindsdien verloor Benfica acht internationale finales en is er dus sprake van de Vloek van Guttmann. De voetbaltrainer overleed in 1981 en werd toen in Wenen begraven, maar zijn vervloeking is gebleven. Zelfs Eusebio heeft hier niets aan kunnen doen. Begin jaren negentig bezocht hij het graf van Guttmann en smeekte hij om een einde aan de vloek - tevergeefs. Met een beetje pech moet Benfica tot 2062 daarom wachten op de eerstvolgende Champions League winst.

Fotobijschrift: Een uitzinnige Eusebio na de gewonnen wedstrijd tegen Real Madrid. Foto: Joop van Bilsen, Anefo / Nationaal Archief