Nederlandse boeren blokkeerden afgelopen week met hun tractoren in het hele land toegangen tot snelwegen en distributiecentra. Ook hun Franse collega’s hebben al regelmatig de Ronde van Frankrijk verstoord.
Tijdens de start van de Tour de France van 1978 in Leiden was er een heel klein protest tegen de aanwezigheid van Frankrijk in Afrika (zie foto boven). Niemand had er last van, in ieder geval een stuk minder dan wanneer boeren in actie komen.
Op 17 juli 1974 bijvoorbeeld gooiden ze tijdens de negentiende etappe van de Tour de France spijkers op de weg bij Mont-de-Marsan. Ze protesteerden tegen de in hun ogen veel te lage Europese garantieprijzen. Sommige renners kregen een lekke band. De coureurs werden dan ook gedwongen om over een afstand van enkele honderden meters met de fiets op de rug het parcours te vervolgen. Er deden zich verder nergens incidenten voor, de renners werden door de boeren zelfs hartelijk toegejuicht.
In de zomer van 1982 werd het protest groter aangepakt. Ook nu waren agrariërs boos over de te lage Europese landbouwprijzen. Op 20 juli 1982 waren de boeren van het departement Hautes-Alpes het zelfs spuugzat. Die dag zou de zestiende etappe naar L’Alpe d’Huez van start gaan. Daar staken zij een stokje voor. Aan de voet van de Merlette, vlakbij startplaats Pont-du-Fossé, hingen zij een spandoek op met de tekst: Paysans fondus - pays foutu! Boeren uitgemolken - land naar de donder.
Wielerschrijver Peter Ouwerkerk was er namens het Vrije Volk bij. Hij sprak een demonstrerende Franse boer en tekende uit zijn mond op: "Europa stelt de prijzen vast, wij draaien voor de kosten op. Kortgeleden kon je voor de prijs van een ei vier postzegels kopen: nu koop je met geld van vier eieren één postzegel. De Franse boeren voelen zich bedrogen!"
Dertig tractoren blokkeerden de weg naar de startplaats. Er was geen doorkomen aan. "We houden de reclamekaravaan een half uur op, we doen hetzelfde met de coureurs", zo zei de stakingsleider Michel Orciѐre. Er ging gejuich op. Ook de Franse kampioen Regis Clere deed een duit in het zakje. "Zeker begrijpen wij de actie. De Franse boeren zijn enorm onderbetaald."
Er klom vervolgens zomaar een renner van de Nederlandse Raleighploeg op een tractor. Het was Leo van Vliet, uit het Westland. Als agrariër wist hij alles van landbouwmachines. Hij friemelde aan wat handels, zette een boerenpet op en begon door het peloton te rijden. Iemand anders zette uit balorigheid een giertank open, waarin voor dit keer alleen water zat. Het werd bijna gezellig.
Ruim een half uur later kwam er een einde aan het protest, werd één van de dertig tractoren voorzichtig weggereden en mochten de circa 500 wachtende auto’s er eindelijk door. Wel onder voorwaarde dat de tractorstoet het peloton renners vooraf mocht gaan naar Pont-du- Fossé, het dorp van de officiële start.
Eind juli 2018 was het weer raak. Toen werd de zestiende etappe van de Ronde van Frankrijk na bijna dertig kilometer koers geneutraliseerd door de Tourdirectie. Lokale boeren hadden uit protest tegen een vermindering van enkele financiële hulpprogramma’s, strobalen op de weg gegooid en een kudde schapen losgelaten.
De renners hadden niet zozeer last van het stro en de schapen, maar vooral van de pepperspray die de politie had gebruikt. De getroffen renners spoten direct hun drinkbussen in het gezicht leeg om de pijn in de ogen te verlichten. Na een kwartier was de weg weer vrij en vlagde Tourbaas Christian Prudhomme de wedstrijd opnieuw op gang.
Fotobijschrift: Een kleine demonstratie tegen de aanwezigheid van Frankrijk in Afrika bij de Proloog van de Tour de France 1978 in Leiden. Foto: Hans Peters / Anefo, Nationaal Archief (CC).