De website Voetbalzone is gisteren begonnen met een interviewprogramma met voetbaljournalisten. Rugnummers ging alvast in gesprek met de geschiedenis en kwam Wil Merkies zo op het spoor, de eerste vrouwelijke voetbaljournaliste.
De sportpagina van de Volkskrant van 19 september 1949 sloeg in als een bom. Onder het verslag van de voetbalwedstrijd Volewijckers – SVV stond opeens ‘Van onze verslaggeefster’. En ook in de weken erna liep er een vrouw rond op de Nederlandse voetbalvelden, wat zorgde voor een stroom verontwaardigde brieven voor de hoofdredactie. Die boog deemoedig het hoofd beloofde dat dit nooit meer zou gebeuren. Zo wist ruim zeventig jaar geleden niemand dat Wil Merkies de eerste vrouwelijke voetbaljournaliste van ons land was.
Van de eerste mannelijke voetbaljournalisten weten we erg veel, vooral omdat ze daar zelf voor zorgden. Doe Hans uit Rotterdam bijvoorbeeld werd in 1908 als eerste in de Nederlandse pers omschreven als voetbaljournalist, kort daarna gevolgd door Hans Meerum Terwogt van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Begin 1917 werd er een Vereeniging van Sportjournalisten opgericht, de verre en vooral vergeten voorloper van de huidige NSP. In het boekje De voetbalwereld in karikatuur uit 1927 schreef Meerum Terwogt een olijk tekstje over Hans. Het is eigenlijk net als nu: journalisten praten graag met journalisten, omdat journalisten andere journalisten erg belangrijk vinden.
Dat voorrecht ging voor Wil Merkies dan weer niet op, in 1931 geboren als Wil Jansen. Als kind ging ze met haar vader naar de wedstrijden van Ajax, schreef
ze in 2015 op de website Geheugen van Oost. "Sport was alles voor mij. Ik zwom en speelde in een straatvoetbalelftal. Als vijftienjarige schreef ik sportverslagen voor de Cetem, een sportblad dat elke zondagavond verscheen en voor tien cent werd verkocht. Zo verdiende ik mijn eerste geld."
Haar grootste ambitie was om als volwaardig sportjournalist in dienst te treden bij de Volkskrant, toen nog een katholieke krant. "Meisje, dat lukt je nooit", zei de chef personeelszaken. "Op de redactie werken geen vrouwen." Merkies mocht wel aan de slag op de abonnementenafdeling, wat ze deed om alsnog in de buurt te zijn van de sportredacteuren. "Toen ik hoorde dat er een voetbaltoernooi werd georganiseerd voor journalisten zag ik mijn kans schoon. Die dag heb ik voor het personeelsblad de wedstrijdverslagen geschreven."
Die verhalen waren zo goed dat ze alsnog werd aangetrokken door de sportredactie, onder de voorwaarde dat haar eigen naam niet bij haar artikelen werden geplaatst. En na het protest tegen 'onze verslaggeefster' mocht ze wel blijven, maar alleen als haar stukken voortaan werden ondertekend als 'onze verslaggever'. Merkies was zo niet alleen een naamloze voetbaljournaliste, maar ook een geslachtsloze voetbaljournaliste. Toch stond ze dit toe. "Als ik in opstand zou komen, zou ik mijn baan kwijtraken."
Die baan verloor ze in 1954 alsnog, omdat ze trouwde. Zo stond het in Nederland tot en met 1956 namelijk keihard in de wet: gehuwde vrouwen zijn handelingsonbekwaam, wat erop neerkwam dat ze zonder toestemming van hun man geen zelfstandige uitgaves mochten doen. En tot 1 januari 1958 was er een arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen.
Toch keek Markies zeer positief terug op haar pionierswerk. "Met de mannelijke collega’s van de andere kranten had ik goed contact. De veel oudere mannen wilden mij maar al te graag de spelregels uitleggen, maar dat was niet nodig omdat ik ze tot hun verbazing allemaal kende." Na haar huwelijk bleef ze wel schrijven, maar niet meer op de sportredactie. In 1982 verscheen een verhaal over Kasteel Amerongen in het Parool, onder haar eigen naam - eindelijk. Dat schrijfwerk hield ze vol tot aan haar dood drie jaar geleden.
Pas op hoge leeftijd kreeg Merkies de erkenning als Nederlands eerste vrouwelijke sportjournalist, tevens de eerste voetbaljournaliste. Voormalig hockeyster Lisette Sevens bijvoorbeeld schreef over haar in 1988 in een column in het NRC Handelsblad. Frits Barend sprak met haar in 2013 voor het boek De Nederlandse sportliteratuur in 80 en enige verhalen.
Maar het echte eerbetoon kwam pas ná haar dood in de necrologieën. Want zo gaat het bij pioniers: die krijgen het verdiende respect als ze in het graf liggen. Behalve als die pionier een man is natuurlijk, want dan staan de kranten er meteen al vol mee.
Foto: Louise van Lil / Geheugen van Oost