Vanaf vandaag komt de Nederlandse paralympische ploeg in actie, onder leiding van chef de mission Esther Vergeer. Door haar prestaties is de Nederlandse gehandicaptensport voor altijd veranderd.
Met een jaar vertraging beginnen vandaag de Paralympische Spelen. Ongeveer de helft van de Nederlanders heeft er geen idee van dat dit evenement ook een keer in Nederland is georganiseerd, in 1980 in Arnhem, zo blijkt uit een wetenschappelijk onverantwoord onderzoek van ons op Twitter. In werkelijkheid zal het aantal mensen, dat hier niet van weet, ongetwijfeld nog veel hoger zijn.
Mede daarom opende prinses Margriet vorige week op Papendal een fototentoonstelling over de Paralympische Spelen. De historische cirkel werd zo gesloten, omdat Margriet in 1980 op precies dezelfde plek die handeling verrichte bij de openingsceremonie van de Paralympische Spelen, die toen nog de Olympische Spelen voor Gehandicapten werden genoemd. Het meest opmerkelijke verschil alleen is dat de prinses dit keer een andere toorts gebruikte dan die ze in 1980 in handen had. Op de foto is duidelijk te zien dat ze dit keer de fakkel droeg van de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, in plaats van de originele versie van 41 jaar geleden. En dat terwijl in Arnhem zelf die historische toorts wordt bewaard door NOC*NSF.
Even voor de mensen die ook niet wisten van Arnhem 1980: er deden toen bijna 2000 sporters mee uit 42 verschillende landen. Er waren 108 Nederlanders en die wonnen precies honderd medailles. Eigenlijk had de Sovjet-Unie dat jaar de gehandicapte sporters moeten ontvangen, als organisator van de Zomerspelen in Moskou, maar volgens het regime was het communisme zo perfect dat er daarom geen gehandicapten in dat land woonden. Een speciaal sportevenement was zinloos, zo zei het Partijbureau. De botheid van deze opmerking was gigantisch, zelfs voor geharde communisten. Overigens weigerde Los Angeles vier jaar later ook de organisatie van de Paralympische Spelen, die de stad blijkbaar niet sexy genoeg vond.
Een jaar na de Paralympische Spelen van 1980 werd Esther Vergeer geboren en dat blijkt met terugwerkende kracht de meest bepalende factor te zijn voor de ontwikkeling van de gehandicaptensport in ons land. Ze was als rolstoeltennisser zo succesvol dat ze na de Paralympische Spelen van 2012 in verschillende nationale media werd omschreven als olympisch kampioen, onder meer door de NOS en RTL. En ook op de sociale media werd ze door heel veel mensen een olympisch kampioen genoemd, iets wat nog nooit eerder bij een gehandicaptensporter uit ons land was gebeurd. In haar eentje had Vergeer de status van de Paralympische Spelen naar olympisch niveau gebracht.
Vergeer was in 1994 begonnen. Zes jaar later al werd ze paralympisch kampioen in Sydney (geen olympisch kampioen dus), toen nog een daverende verrassing. Dat dit geen ongelukje was bleek in de jaren daarna, want ze won nog eens zes keer paralympisch goud. Vanaf januari 2003 won ze 470 wedstrijden achter elkaar! Wimbledon, Roland Garros, US Open – gewoon allemaal. In 2013 stopte Vergeer als wedstrijdsporter, zodat ook andere rolstoeltennissers eens iets konden winnen. Nu is ze dus chef de mission van de Nederlandse paralympische ploeg in Tokio, net als in 2018 op de Winterspelen.
In 2016 kreeg Vergeer de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs, een soort Nobelprijs voor de allerbeste sporters die ons land ooit heeft gehad. Ze is nog steeds de enige gehandicaptensporter met dit eerbetoon, waarmee haar naam in dezelfde lijst staat als Johan Cruijff, Leontien van Moorsel en Anton Geesink.
En dan is er sinds kort ook nog de Esther Vergeerstraat in Schiedam, zodat ze ook als eerste gehandicaptensporter op deze manier is vernoemd. Laten we daar dan maar de eventuele huldiging organiseren als ze is teruggekeerd uit Tokio.
Foto: Wikimedia (CC)