De monsterzege van Oranje op Noorwegen in 1972

Het Nederlands elftal speelt woensdag tegen Noorwegen. In 1972 werd dat land met 9-0 verslagen, de grootste zege ooit in een WK-kwalificatiewedstrijd. Dat was op zich geen wereldprestatie, want de Noren speelden voor een zak knikkers en een tegoedbon.

Ajax en Feyenoord behoorden begin jaren zeventig tot de beste ploegen van Europa, maar het Nederlands elftal had tot dan toe bitter weinig gepresteerd. Op het WK van 1974 in West-Duitsland moest daar verandering in komen.

KLM-voetbal

De Tsjechoslowaak Frantisek Fadrhonc moest Nederland als bondscoach naar het WK leiden. In NRC Handelsblad van eind oktober 1972 lichtte hij een en ander toe: "Toen ik hier kwam in 1949 noemde ik het Nederlands voetbal ook wel KLM-voetbal: alles door de lucht. Van de achterhoede door de lucht naar het centrum. Ik heb gesteld dat het beter gemaakt moest worden vanuit de achterhoede. Dus met opkomende backs, waardoor de rest van het elftal ook gedwongen wordt andere posities in te nemen en wij langzaam naar allroundspelers groeien."Totaalvoetbal dus. "De allround-spelers van nu moeten bij ruimte allemaal kunnen aanvallen en bij balverlies allemaal kunnen verdedigen."

Fadrhonc leidde zijn eerste kwalificatiewedstrijd met Oranje op 1 november 1972 in de Rotterdamse Kuip tegen Noorwegen. Een walk-over lag niet bij voorbaat voor de hand, want tot dan toe had Oranje in elf onderlinge confrontaties 24 keer gescoord en Noorwegen 23 keer. Daarbij had Noorwegen vier van die confrontaties gewonnen en Nederland maar drie.

Desondanks had de Noorse spits Harry Hestad er een hard hoofd in. In De Telegraaf zei hij toen: "Nederland is veel te sterk voor ons. Dat moet toch iedereen weten en beseffen. Het enige dat we kunnen doen is ervoor te zorgen dat de schade zo veel mogelijk beperkt blijft. Dat houdt in dat wij als Noren defensief zullen moeten gaan spelen."

Johan en Johan

Dat deden de Noren dan ook. Het duurde een half uur totdat Nederland tot score kwam. Bij rust stond het dankzij Johan Neeskens nog maar 1-0. In Het Parool gaf Piet Keizer een toelichting: "Kijk, in die eerste helft waren de Noren nog redelijk fit. Toen konden ze het met kunst- en vliegwerk nog redden. Maar na rust zagen ze het niet meer. Heus, wij gingen echt niet zoveel beter spelen, maar zij vielen weg." Na rust scoorde Oranje nog acht keer. Vijf van de scores kwamen voor rekening van de twee Johans, Neeskens en Cruijff dus.

Een enorme verassing was de uitslag toch ook weer niet, want in Nederland werd al lang profvoetbal gespeeld, terwijl Noorwegen slechts een amateurcompetitie kende. De Noorse international Tor Fugelset destijds in de Volkskrant: "Iedereen bewondert bij ons het Nederlandse voetbal, maar in feite loopt er bij ons evenveel talent rond. Er zijn genoeg jonge spelers met enorme mogelijkheden. Maar in ons amateuristische systemen wordt al dit talent verspild. Omdat toch niets met voetballen te verdienen valt zeggen de meeste ouders al gauw, denk maar eerst aan je studie."

Ook op lange termijn zag Fugelset in Noorwegen geen betaald voetbal van de grond komen. "Vergeet niet dat wij maar een erg kort seizoen hebben, van april tot oktober, met nauwelijks achttien wedstrijden. De clubs ontvangen te weinig recette om hun spelers te kunnen betalen. De spelers dragen wel reclame op hun trainingspakken. Dat levert per gewonnen wedstrijd 50 gulden aan waardebonnen op, maar daar houdt het wel mee op."

Doelsaldo

De eclatante zege op de Noren bleek uiteindelijk cruciaal. De kwalificatie in aanloop naar het WK verliep namelijk allesbehalve vlekkeloos. Nederland zat, naast Noorwegen, in een kwalificatiegroep met België en IJsland. Nederland won weliswaar alle wedstrijden tegen Noorwegen en IJsland, maar tegen België werd het twee keer 0-0. Zo eindigden ze gelijk in de groep, alleen het doelsaldo van Nederland was, mede dankzij de monsterzege op de Noren, veel beter dan dat van België.

En zo plaatste Oranje zich in 1974 voor het eerst sinds 1938 voor een WK voetbal.

Foto: Het Nederlands elftal voor de wedstrijd tegen Noorwegen. Foto: Hans Peters / Anefo, Nationaal Archief