De Olympische Dag werd in Nederland al in 1933 uitgevonden

Op 23 juni wordt wereldwijd Olympic Day gevierd als verjaardag van de Olympische Spelen. In Nederland bestond er al veel langer een Olympische Dag.

Olympic Day wordt georganiseerd, omdat op die dag in 1894 werd besloten om de Olympische Spelen nieuw leven in te blazen. In 1948 stemde het Internationaal Olympisch Comité er daarom mee in om die jaarlijks te houden. "De olympische waarden excelleren, respect en vriendschap staan centraal", aldus NOC*NSF.

Nederland

Nederland organiseerde toen al jarenlang een eigen Olympische Dag om geld op te halen voor uitzending naar de Olympische Spelen. Dat de Nederlandse overheid hier niet in was geïnteresseerd bleek wel in 1925, toen de Tweede Kamer het regeringsvoorstel besprak voor de financiering van de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam

Het idee was om hiervoor in de periode 1924-1928 jaarlijks een subsidie vrij te maken van tweehonderdvijftigduizend gulden als garantiestelling voor de organisatiekosten – in onze tijd vergelijkbaar met jaarlijks twee miljoen euro. Minister Colijn verdedigde dit in het parlement, maar vanuit de christelijke partijen kwam veel verzet.

Er volgde dan ook een heftig debat, omdat veel christelijke politici moeite hadden met de deelname van vrouwen aan de Spelen. Verder leidde het evenement volgens hen tot sportverdwazing, al was het maar omdat het olympische programma op zondag niet werd stil gelegd. Gerrit Hendrik Kersten van de SGP vond de Olympische Spelen toch al in strijd met de religieuze zeden, omdat de oude Grieken er ooit mee waren begonnen als eerbetoon aan de god Zeus: "De Olympische Spelen zijn in oorsprong en wezen heidensch. In niet één gereformeerd bestuurd land zijn ze ooit gehouden."

Liberale en progressieve toehoorders waren hogelijk verbaasd over dit debat vol theologische begrippen. De verbijstering werd nog groter toen een meerderheid van het parlement het regeringsvoorstel afwees, mede vanwege die religieuze bezwaren. De verantwoordelijke ministers waren diep gefrustreerd, omdat in één klap de financiële basis was weggevallen.

Inzamelingsactie

Het NOC kwam in actie met een nationale inzamelingsactie, samen met liberale dagbladen. Heel Nederland stond op zijn kop – van parlementsvoorzitter tot scholier. In deze bijzondere dynamiek werd binnen twee weken anderhalf miljoen gulden aan gelden en garanties opgehaald – nu vergelijkbaar met bijna twaalf miljoen euro. Dat was meer dan voldoende voor de organisatie van de Spelen.

Daarmee was het probleem slechts tijdelijk opgelost, want ook in de jaren daarna weigerde de overheid financiële steun voor de uitzending van olympiërs. Deze financiën ‘zouden moeten voortkomen uit de sport zelf’. Gelet op de steeds voortdurende ernstige tijdsomstandigheden in de Grote Depressie moesten sporters zelf hun broek maar ophouden. Het NOC moest daarom de grootst mogelijke moeite doen om geld op te halen voor de uitzending naar de Spelen van 1932 in Los Angeles - onder meer met de verkoop van olympische speldjes, postzegels en borden. Ook werd er een propagandafilm in omloop gebracht.

Olympische Dag

En dan was er nog een idee: een jaarlijkse Olympische Dag in het Olympisch Stadion in Amsterdam. In juni 1933 werd die voor de eerste keer georganiseerd in een uitverkocht stadion, wat 19.000 gulden opleverde – in onze tijd ongeveer twee ton in euro’s. Het was zo’n succesvolle bijeenkomst dat die daarna elk jaar opnieuw werd georganiseerd. Al in 1934 werden de wedstrijden uitgezonden op de nationale radio.

Hoogtepunt van iedere Olympische Dag was het optreden van een geïmproviseerd Nederlands elftal tegen een Europese topploeg, van AS Roma tot Bolton Wanderers. In 1958 was de laatste editie, omdat de Nederlandse voetballers het inmiddels te druk hadden voor een extra speeldag. Zo liep de populariteit snel achteruit, waarmee een einde kwam aan het tijdperk van negentien Olympische Dagen.

Fotobijschrift: Turnmannen bij de Olympische Dag in het Olympisch Stadion Amsterdam in 1950. Foto: Noske, J.D. / Anefo, Nationaal Archief (CC)