Op 25 maart 1821 begon de Griekse opstand tegen Turkije. Precies 75 jaar later begonnen de Olympische Spelen in Athene – de eerste in de moderne tijd. En dan was het ook nog eens Pasen, zowel in het Westen als in het Oosten. Rugnummers gaat helemaal terug naar het begin.
De Olympische Spelen bestaan 125 jaar, maar het is lastig om te bepalen op welke dag we dat moeten vieren. Die eerste editie was in Athene en in Griekenland werd toen nog de Juliaanse kalender gebruikt. Volgens die tijdrekening begonnen die Spelen op 25 maart 1896. In ons land werd echter allang de Gregoriaanse kalender gebruikt, zodat het hier 6 april was.
Voor het goede historische perspectief moeten we uitgaan van 25 maart 1896, want dat was exact 75 jaar na de Griekse onafhankelijkheidsverklaring na een eeuwenlange Ottomaanse (lees: Turkse) overheersing. Er werd bewust voor die datum gekozen om met die Olympische Spelen de onafhankelijkheid extra te benadrukken, voor het Griekse nationalisme van onschatbare ideologische en diplomatieke waarde.
Het Algemeen Handelsblad vond dat ook en schreef dat die Olympische Spelen heel belangrijk waren voor Griekenland. "Want het maakt zich tot vriend ieder die het kennen leert en die van den Akropolis neerziet op het hernieuwde land. In de aanstaande maand nu zullen van alle zijden der wereld de nieuwe vrienden toesnellen naar de heilige stad der beschaving, het met olijvengroen bekroonde Athene aan de blauwe zee." Alleen Turkije was geen vriend en mocht niet meedoen.
De Grieken maakten dus heel bewust gebruik van die 25ste maart om de wereld te laten zien dat ze een onafhankelijk volk vormden. Zoals het Leidsch Dagblad later in 1896 hierover schreef: "Het was te gelijk een feest ter herdenking van de heldhaftige daden van een vorige generatie." De Griekse koning verrichte zelf uiterst plechtig de opening op die historische dag: "Hierbij verklaar ik de eerste internationale Spelen voor geopend. Lang leve de natie, lang leve het Griekse volk!"
Wie beweert dat de Olympische Spelen en politiek niets met elkaar te maken hebben, begrijpt het dus niet helemaal, want dankzij de Grieken is dat verband er al vanaf de allereerste seconde in 1896.
De festiviteiten rond de eerste Olympische Spelen van de moderne tijd waren een dag eerder al begonnen, een bewuste keuze van IOC-oprichter Pierre de Coubertin. Het was namelijk Pasen en hiermee werd de symboliek van de wederopstanding ook toegepast op de olympische beweging. Zo wemelde het van de symboliek bij Athene 1896 met een verwijzing naar de Griekse opstand van 1821 en Pasen.
En terwijl in Nederland de bevolking zich op de paaseieren stortte, was in Athene slechts één landgenoot aanwezig die verslag deed van de sportactiviteiten. Dat was Maurits Wagenvoort, beter bekend onder zijn pseudoniem Vosmeer de Spie. Hij was particulier correspondent van het Algemeen Handelsblad.
Vooral bijzonder is zijn ooggetuigenverslag van de marathonzege van de Griekse atleet Spiridon Louis, het absolute hoogtepunt van deze Olympische Spelen. Tot dan toe waren die niet zo heel bijzonder en was het maar de vraag of er ooit nog een volgende editie zou komen. Door die gigantische vreugde-explosie na die marathon werden de Olympische Spelen tóch een succes, groter dan sport alleen.
Op dat historische moment stond Wagenvoort tussen al die uitzinnige Grieken. "Hoe u het onbeschrijfelijke te beschrijven?", stamelde hij, "deze honderdduizend menschen, als de overwinnaar een Griek blijkt te zijn, bewogen door een bezielende geestdrift. Dat is een heerlijk schouwspel om aan te zien en door meegesleept te worden tot geestdriftig juichen ook!"
En zo kwamen precies 125 jaar geleden nationalisme, geloof en sport dus op een heel bijzondere manier samen bij de geboorte van de moderne olympische beweging.
Fotobijschrift: Het Panathinaiko stadion (in 2014) waar de eerste moderne Olympische Spelen in 1896 werden gehouden. Foto: Wikimedia (CC)