Friesland heeft een sporttraditie ouder dan Wimbledon, de Olympische Spelen en de Tour de France. Op iedere vijfde woensdag na 30 juni wordt er al sinds 1854 – dus ook morgen – in Franeker een kaatstoernooi georganiseerd. Dit toernooi kennen we tegenwoordig als de PC en is de oudste nog bestaande sporttraditie van ons land.
Vanwaar die naam, de PC? Kaatshistoricus Pieter Breuker legt uit. “Tot midden negentiende eeuw waren het vooral kroegbazen die voor eigen gewin kaatswedstrijden organiseerden. Toen namen burgers, exponenten van het beschavingsoffensief, langzaamaan de touwtjes in handen. Het ging om commissies, die vaak van jaar tot jaar een sport- of spelwedstrijd organiseerden. Op een gegeven moment werd duidelijk dat de Commissie der Franeker Kaatspartij een blijvertje zou worden. Sinds 1878 is daarom de naam Permanente Commissie – kortweg PC – in zwang.”
De PC is sinds 1854 slechts vier keer afgelast: vanwege cholera, oorlog en geldgebrek. Het evenement wordt sinds 1856 georganiseerd op ’t Sjûkelân, het terrein waar ooit het Sjaerdemaslot was opgetrokken. Toen dit slot in 1449 werd opgeleverd, deed er een geheimzinnige voorspelling de ronde: de burcht zou ooit plaatsmaken voor louter grasland. Ruim vier eeuwen later was het terrein daadwerkelijk één groot grasveld. Met kaatsers erop.
De PC en ’t Sjûkelân staan zo bol van de tradities. Op de vijfde woensdag na 30 juni, om precies acht uur ’s ochtends, leest de voorzitter van de PC in de Koornbeurs in Franeker zijn toespraak van drie kwartier voor. Uiteraard in het Fries. Om 9 uur start vervolgens de rijtoer naar ’t Sjûkelân, met de drie winnaars van de PC van het jaar daarvoor, de scheidsrechter en de Permanente Commissie.
Meteen na de finale is de prijsuitreiking. Een anonieme commissie kiest de Koning, de beste speler van het winnende team. Die ontvangt de Koningsbal, en is tot de volgende PC de ongekroonde koning van Friesland. Bij de volgende PC zit de heersende koning in de koets, en levert voor aanvang zijn Koningsbal en daarmee zijn eretitel weer in.
Hoewel in 1854 de kaatstraditie van de P.C. begon, is het kaatsen al veel ouder. Kaatsen werd al begin veertiende eeuw in de Nederlanden gespeeld. Ook de elite deed toen al aan kaatsen, bijvoorbeeld de Bourgondische landheer Filips de Schone. Door zijn liefhebberij liep het wel slecht met hem af. In 1506 blies hij kort na een verhit kaatspotje in de zon in het Spaanse Burgos, zijn laatste adem uit.
Wat was er gebeurd? Breuker: “Historicus Frans van Mieris schrijft: Naa de maaltyd viel de Koning Philips aan 't kaatsen, en door 't hevig en langduurig speelen verhit synde, aan 't doorslaan van veel met ys gekoelden dranks, welke hem zoodaange ontsteltenis verwekte, dat hy van eene kwaadaaardige koorts aangetast binnen weinige dagen in 't graf raakte'."
Het was dus waarschijnlijk een combinatie van een zonnesteek en teveel koude (alcoholische?) drankjes die Filips de das om deden. Het is dus verstandig om op de PC uit de zon te blijven en niet veel ijs in de Beerenburg te doen.
Op de PC spelen twee teams van drie spelers tegen elkaar. De sport blijft altijd in ontwikkeling. Breuker: “Zo introduceerden Sake Saakstra, Piet Jetze Faber en Johannes Brandsma in de jaren '80 van de vorige eeuw het totaalkaatsen. Ze waren door hun vliegensvlugge spel en grandioze spelinzicht in staat het hele speelveld van 60 x 30 meter in handen te hebben.”
Volgens Breuker wordt kaatsen momenteel in circa 50 landen gespeeld. “Het probleem is dat de sport niet gestandaardiseerd is: er zijn wereldwijd tientallen varianten. Kaatsen is daarom een wereldwijde sport, maar geen wereldsport.”
Kaatsen op de PC lijkt wel degelijk een wereldsport in Friesland. Volgens Breuker heeft voormalig PC-voorzitter Klaes Bijlsma het evenement eens getypeerd als een diamant, een dag met vele facetten: sport en sportief hoogtepunt, maar ook reünie, cultuur, bezinning en feest. Breuker: “En dat is nog altijd zo.”
De PC is daarmee niet alleen de oudste, maar waarschijnlijk ook de meest veelzijdige sporttraditie van ons land.
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.