Precies 75 jaar geleden debuteerde Jackie Robinson als zwarte Amerikaanse honkballer in de Major League Baseball. Het racisme was daarmee niet voorbij, merkten zelfs Nederlandse spelers later nog.
Zoals de gehele Amerikaanse samenleving in die tijd, was ook honkbal 75 jaar geleden raciaal gescheiden. Gekleurde spelers kwamen uit in de zogenaamde negro leagues. Op 15 april 1947 schreef Robinson sportgeschiedenis door te debuteren in de tot dan toe enkel uit blanke spelers bestaande Major League. Dat deed hij in dienst van de Brooklyn Dodgers.
Ook in Nederland ging dit niet onopgemerkt. De Telegraaf noemt Robinson dan de Abe Lenstra van het honkbal. "Beiden zijn uitblinkers in hun sport, primadonna-achtig in hun optreden en steeds controversieel. Maar daar houdt de vergelijking op. Want terwijl Abe in Nederland als voetballer met hoofd en schouders uitstak boven zijn collega's in een tijdperk van voetbal-middelmatigheid, was Jackie Robinson, behalve een uitblinkend atleet, tevens vaandeldrager voor een groot ideaal: de gelijkschakeling van de rassen in Amerika!"
Twee jaar later speelde er inmiddels nog een Afro-Amerikaan, Roy Campanello, bij de Dodgers. In het voorjaar van 1949 ging de ploeg een vriendschappelijke wedstrijd spelen in de zuidelijke staat Atlanta. In diverse Nederlandse kranten staat dan, nog met gebruik van het n-woord: "De Brooklyn Dodgers, met twee negers in hun gelederen, hebben nu in Atlanta de halfdode Ku Klux Klan tegen zich in het harnas gejaagd, door aan te kondigen dat wanneer de twee gekleurde spelers opgesteld zullen worden, dat dan geen enkele Dodger het Atlanta stadion zal betreden."
Gelukkig voor de Dodgers, trok de Klan aan het kortste eind. "Het ziet er naar uit dat de Klan niet het minste succes zal hebben, want in de ogen van negentig procent van het publiek is een sportman, ongeacht of hij blank of zwart is, een sportman. Voor een kleine minderheid is de dwaze vertoning van daglichtschuwe haatprofeten, gestoken in beddenlakens, echter nog altijd vol duistere zin: de onderdrukking van negers en Joden en katholieken en de overheersing van de zuivere Amerikaan van Angelsaksische herkomst."
Han Urbanus, een van de grootste honkballers die ons land ooit gekend heeft, zag toen ook al de grote betekenis van Robinson in het doorbreken van de kleurbarrière. Volgens hem maakte ‘het voorbeeldige optreden van Jackie Robinson, een wegbereider voor het normaal opnemen van de neger in het Amerikaanse honkbal’.
Begin jaren zestig werd Urbanus persoonlijk geconfronteerd met de discriminatie van de zwarte spelers in de Verenigde Staten. Dat gebeurde tijdens een tournee met de ploeg van Urbanus. De leider van de Sullivans zei toen dat "als de Nederlandse honkbalploeg in het besproken hotel in Wichita in Kansas zou arriveren, met de donkere spelers Bobo Echobardo, Simon Arindell, Rueben Leyssner en Rickey Kersout in de gelederen, dat zeker moeilijkheden zou opleveren". Urbanus en zijn mannen gingen echter op hun strepen staan: "Of er werd gezorgd dat deze spelers geen enkele moeilijkheid in een hotel ter plaatse zouden krijgen, óf wij zouden niet spelen." De eis werd ingewilligd en de ploeg bleef intact.
Robinson zou zichzelf zowel tijdens als na zijn carrière actief blijven inzetten voor de strijd tegen het Amerikaanse racisme. Hij deed mee aan talloze acties voor gelijke rechten, waaronder de beruchte demonstratie in mei 1963 in Birmingham Alabama.
Volgens De Waarheid ging Robinson daar heen met de zwarte bokser Floyd Patterson, een voormalige wereldkampioen zwaargewicht. ‘De twee beroemde Amerikaanse negersportlieden gaan deelnemen aan de strijd tegen de rassenonderdrukking in Alabama in het Zuiden van de Verenigde Staten. Begin volgende week begeven zij zich van hun woonsteden in het Noorden naar de hoofdstad van Alabama, Birmingham, waar de strijd op het ogenblik het felst is.’
De strijd was meer dan fel en zou zelfs ontaarden in een combinatie van demonstraties en rassenrellen, die indirect zou leiden tot invoering van de Civil Rights Act in 1964. Deze wet maakte een einde aan de rassenscheiding in de Verenigde Staten.
Zeven jaar daarvoor was Robinson al gestopt met honkballen. Sindsdien is het respect voor de speler alleen maar groter geworden. Zo speelde hij altijd met rugnummer 42. Sinds 15 april 2007, dus 60 jaar na zijn Robinsons debuut, dragen alle spelers op die dag rugnummer 42. Het rugnummer is ook officieel met pensioen: niemand mag het, behalve op 15 april dan, nog op zijn rug dragen.
Foto: Wikimedia (CC)