Op 6 juni 1920 werd Be Quick uit Groningen voetbalkampioen van Nederland, als eerste noordelijke club ooit. Be Quick was dan ook een uniek team met unieke spelers, te beginnen met de voetballende schaatskampioen Max Tetzner.
Het is deze week precies een eeuw geleden dat Max Tetzner op één dag twéé keer geschiedenis schreef. Met Be Quick won hij de landstitel, nog steeds de enige keer dat een voetbalclub uit Groningen, Drenthe of Friesland dat presteerde. Daarnaast was hij heersend kampioen allroundschaatsen, waarmee hij de enige Nederlandse sporter aller tijden werd met een nationale titel bij het schaatsen én het voetbal op hetzelfde moment – nota bene onze twee nationale sporten bij uitstek.
Een unieke prestatie heeft ook een uniek verhaal en dat geldt zeker voor Be Quick. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen de Groningers in aanraking met zeer goede Engelse voetballers, die als militair waren geïnterneerd in hun stad. Aan het begin van de oorlog was namelijk een bataljon van 1.500 Britse militairen naar Antwerpen gestuurd om het Belgische leger te ondersteunen tijdens de Duitse aanval op die stad. Toen de Duitse legers te sterk bleken, trokken de Britten zich terug aan de Nederlandse kant van de grens. Ons land was echter neutraal, waarna de Britse troepen volgens het oorlogsrecht hun wapens moesten inleveren. Voor de rest van de oorlog werden zij geïnterneerd in kamp HMS Timbertown in Groningen. Tijdens dit gedwongen verblijf zag de Engelse kampleider Wilfred Henderson erop toe dat de moraal van zijn manschappen hoog bleef, onder meer door sport.
Deze nabijheid van het Engelse Kamp had grote consequenties voor Be Quick, schreef de club in 1927 in haar jubileumboek. "Al gauw verneemt Be Quick dat er — hoe zou 't anders onder zoo'n paar duizend Engelsche boys — vele beoefenaren van allerlei sporten en in 't bijzonder ook van de voetbalsport onder zijn." Er kwamen onderlinge wedstrijden, waar de Engelsen en Groningers elkaar beter leerden kennen. Door deze sportieve vriendschap sprong het niveau van Be Quick omhoog. "Zonder twijfel mede één van de groote oorzaken van den opbloei van ons spel."
Voor de uit het Engelse kamp afkomstige Harry Waites was dit het begin van een jarenlange loopbaan in het Nederlandse voetbal, want in 1916 werd hij door Be Quick aangenomen als coach, nog zonder loon. "Onze trainer blijkt een prettig mensch en een voortreffelijk masseur, die eenheid, saamhoorigheid en, last not least, organisatie in de training brengt." Zijn eerste betrekking duurde maar kort, maar in maart 1920 werd hij benoemd tot hoofdcoach, ditmaal mét loon. Zo leidde Waites de Groningers naar de landstitel door de beslissende wedstrijd tegen het Rotterdamse VOC te winnen. Maar liefst 10.000 toeschouwers waren hierbij aanwezig, waarna het de feestvreugde zich van het veld over de hele stad verspreidde.
Waites werkte daarna nog bij LAC Frisia, Feyenoord en zelfs het Nederlands elftal, al was dat maar één interland. In 1925 keerde hij terug naar zijn vaderland, zeven jaar later dan alle andere Engelse geïnterneerden.
Naast Tetzner zaten er bij het kampioenselftal van 1920 nog enkele zeer opmerkelijke spelers. Evert van Linge trok niet alleen de aandacht als aanvoerder, maar was in 1919 ook de eerste speler van Be Quick in het Nederlands elftal. In de vier jaar daarna werden er nog eens negen Groningse spelers opgeroepen als het ultieme bewijs hoe vreselijk goed er een eeuw geleden in die stad werd gevoetbald, al helemaal in de tijd dat bijna alle internationals uit het westen kwamen.
Zoveel goede spelers in één team was natuurlijk een enorme publiekstrekker, zodat Be Quick een nieuw stadion nodig had. En dat werd weer ontworpen door Van Linge, in het dagelijks leven architect. In 1921 werd dat nieuwe onderkomen in gebruik genomen, waarmee Van Linge de enige Nederlandse voetballer en architect is, die een stadion heeft ontworpen, waarin hij zelf speelde. Dat stadion bestaat nu nog steeds en viert daarmee volgend jaar zijn eeuwfeest.
Foto: Screenshot afkomstig uit opname met Be Quick als heersend kampioen in 1921. Collectie: Beeld en Geluid
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.