De Amsterdamse familie Urbanus staat synoniem voor honkbal: drie generaties werden in totaal twaalf keer Europees kampioen. Pater familias Han (92) zeven keer, zoon Charles (64) drie keer en kleizoon Nick (27) twee keer. Grootvader Han is meer dan een kampioen; hij is ook een innovator die Nederland in de jaren vijftig opnieuw leerde honkballen. Zoon Charles kijkt met ons terug.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog was Han Urbanus al een nationale honkbalheld: zijn sterke werparm bezorgde zijn club OVVO uit Amsterdam-Oost vijf keer op rij de landstitel. Albert Balink – een tot Amerikaan genaturaliseerde honkbalgekke Nederlander – bezocht in die succesperiode tijdens een vakantie een wedstrijd van OVVO. Hij was direct in de ban van Han.
De in New York woonachtige Balink was bevriend met Horace Stoneham, eigenaar van het vermaarde honkbalteam de New York Giants (de huidige San Francisco Giants). Balink regelde voor Han een stage bij de giganten. "Dat was een hele reis hoor, want hij ging niet met het vliegtuig, maar gewoon met de boot", zo weet zoon Charles. "Hij was niet alleen de eerste Nederlander, maar zelfs de allereerste Europeaan die toen op de Amerikaanse professionele honkbalvelden rondliep."
Het was groot nieuws dat deze Amsterdamse honkballer naar de bakermat van zijn sport ging. Alle kranten schreven over deze reis, die het Nederlandse honkbal voor altijd zou veranderen. Dat bleek meteen na aankomst van Han op het trainingskamp, waar hij aanlegde om te werpen. De Amerikanen wisten niet wat ze zagen. Er was blijkbaar een enorm verschil tussen het werpen in Nederland en in de VS. Daar waar Nederlanders hun achterste been tijdens het werpen altijd op de werpplaat hielden, lieten de Amerikanen dat been los zodra de bal de handschoen verliet. De Nederlanders hadden simpelweg de Amerikaanse spelregels uit het instructieboekje verkeerd vertaald.
"Met die filmrollen onder zijn arm is mijn vader toen aan een roadtrip door Nederland begonnen en bezocht hij een hele reeks honkbalclubs"
Dat maakte nogal een verschil. Charles: "Als je je been los mag laten, gooi je zo 30 kilometer per uur harder. Dat scheelt een slok op een borrel. En je raakt minder snel geblesseerd, omdat je been eerder los van de grond komt, en dus minder kans maakt om rare bewegingen te maken."
Om ook de Nederlanders van de Amerikaanse werpwijze te overtuigen, gaven de Giants Han twee films mee met voorbeeldmateriaal. "Daarop stonden alle basistechnieken. Met die filmrollen onder zijn arm is mijn vader toen aan een roadtrip door Nederland begonnen en bezocht hij een hele reeks honkbalclubs. Op basis van de filmbeelden gaf hij dan zelf instructies." Hiermee was de grootste revolutie in het Nederlandse honkbal bereikt: na een halve eeuw werden de Amerikaanse spelregels op juiste wijze toegepast – óók bij het werpen.
"Een jaar later in 1953 ging mijn vader opnieuw naar de Verenigde Staten", zo weet Charles. De dijken in Zeeland waren doorgebroken, de watersnoodramp was niet te overzien. Balink ging daarom in de VS geld inzamelen voor de slachtoffers van de ramp. Hij richtte de Holland Flood Relief op en vroeg Han, als bekende Nederlander in New York, om mee te werken aan de inzameling. "Maar deze reis was wel een stuk luxer hoor", aldus Charles. "Nu kon mijn vader met het vliegtuig de oversteek maken."
Bij aankomst bleek Balink een reizend circus op te hebben gezet. Hij had een zogenaamde 'Dicht-de-dijk-trein' geregeld, die reed tussen New York en Albany, door de Hudson Valley, een gebied waar veel Hollandse immigranten woonden. De trein zat volgepakt met beroemdheden. Actrice Jane Wyatt had de trein voor vertrek officieel gedoopt met water uit het Nederlandse rampgebied.
Mensen die langs het traject stonden, konden de trein laten stoppen. Dan kwamen de beroemdheden uit de trein en kon het publiek geld doneren. Charles: "Het was een gigantisch succes. Mensen tekende hun cheques ter plekke gewoon op de rug van mijn vader." Er werd zo in totaal 10.000 dollar opgehaald. Na de inzamelingsactie liep Han weer stage bij de Giants. Hij kreeg nu zelfs een contract aangeboden, maar de Nederlander bedankte uiteindelijk vriendelijk voor de eer. Een moeilijke beslissing, maar Urbanus was net zijn accountantsopleiding aan het afronden en stond op het punt om te gaan trouwen. "Ik wilde eigenlijk wel, maar ik kon gewoon niet", zei hij later.
Foto: Wim van Rossem / Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.