Ajax speelt komende maandag in het Olympisch Stadion een oefenwedstrijd tegen Panathinaikos. Op 3 april 1996 hadden de Amsterdammers hun laatste officiële wedstrijd in datzelfde stadion – nota bene tegen Panathinaikos. Een terugblik met David Endt, in 1996 teammanager van Ajax.
Ajax speelde in de vorige eeuw zijn internationale wedstrijden doorgaans in het Olympisch Stadion, omdat De Meer aanzienlijk kleiner was en er dus minder publiek op de tribunes kon plaatsnemen. Met de oplevering van de Amsterdam ArenA in de zomer van 1996 kwam hieraan een einde. Die wedstrijd begin april 1996 tegen Panathinaikos was de eerste van de halve finale van de Champions League. Het was tevens het officiële afscheid van Ajax van het Olympisch Stadion.
David Endt was toen teammanager bij Ajax. De Amsterdammers hadden alle vertrouwen tegen de Grieken. "Toen Panathinaikos als tegenstander tevoorschijn kwam, speelde vooral een gevoel van tevredenheid. Met alle respect, dat moest te doen zijn. In de voorgaande ronde was Borussia Dortmund vrij overtuigend verslagen, dat was een echte Europese topper."
Maar de Amsterdammers hadden de Grieken onderschat. "Ajax had wel zo'n beetje de sterkste formatie in het veld, maar de vorm ontbrak. Alsof we bergop voetbalden. Panathinaikos had zich verschanst in een defensieve stelling, maar brak regelmatig gevaarlijk uit. Zij kregen meer kansen dan wij. Vooral hun lange spelmaker Georgios Donis was een plaag, met zijn snelle loopacties. Op het moment dat Ajax zich al zowat neerlegde bij een gelijkspel, sloeg Donis toe. Hij spleet door de verdediging en legde de bal op de voet van de Poolse spits Krysztof Warzycha, die scoorde. Het was een ijskoud doelpunt. De kansen op de finale leken verkeken." Het zou 0-1 blijven.
"Ajax had wel zo'n beetje de sterkste formatie in het veld, maar de vorm ontbrak. Alsof we bergop voetbalden"
Er heerste na de wedstrijd een gevoel van weemoed vanwege het afscheid van het Olympisch Stadion – versterkt door die onverwachte nederlaag. Endt: "Speciaal was dat het de laatste wedstrijd was en daar waren de meesten, zeker de oudgedienden, zich zeer van bewust. Dat gaf een onwerkelijk gevoel."
Met dat stadion heeft Endt altijd een bijzondere band gehad. "De eerste keer dat ik daar een wedstrijd zag, ging er een speciale emotie door mij heen, vanuit de wetenschap hoeveel grote voetballers er op die heilige mat hadden gelopen, gescoord, gered, gejuicht, gehuild. Dat was in 1965 bij de vriendschappelijke wedstrijd Ajax - Benfica. Ook heb ik er als jonge Ajacied zelf gespeeld tijdens het Blauw-Wit Pinkstertoernooi en was ik ballenjongen bij de grote wedstrijden van Ajax in de succesperiode 1971-1973."
Ajax-Benfica in het Olympisch Stadion in 1965. Foto: Jack de Nijs / Anefo (Via Nationaal Archief)
Endt geniet ook van de architectuur. "Natuurlijk kende ik alle slimme toegangswegen om voor niets binnen te komen, en ik heb de lange smalle ladder van de Marathontoren beklommen tot bij de schaal waar de olympische vlam brandde. Ik was, en ben nog steeds, verliefd op het stadion."
Tegen Panathinaikos kwam zo in 1996 een einde aan het Ajax-tijdperk in het Olympisch Stadion met de laatste officiële thuiswedstrijd die de club daar speelde. In Athene won Ajax overigens met 0-3 en ging toch door naar de finale van de Champions League, maar daarin werd verloren van Juventus. Enkele maanden later werd de Amsterdam Arena geopend.
Headerfoto: De teamfoto van Ajax vorig jaar bij het duel tegen Anderlecht. Credit: Eigendom Olympisch Stadion/ gemaakt door fotograaf Bastiaan Heus
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.