Nederland presenteert zich graag als een evenementenland. Deze geschiedenis gaat terug tot het EK roeien van 1921 in Amsterdam, deze week exact een eeuw geleden. Er is alleen niemand die het weet.
Met zekere regelmaat merkt de Nederlandse Sportraad op dat ons land goed is in het organiseren van grote sportevenementen. Natuurlijk kan het altijd beter en daarom moet er een Nationale Sportevenementenagenda komen, zo luidt een advies. ‘The Dutch approach zou wel eens hét antwoord kunnen zijn op de wereldwijde kritiek die internationale sportorganisaties (zoals IOC of de FIFA) ten deel valt,’ schreef deze organisatie in april 2019. Dat was weliswaar nog vóór corona, maar toch. Uit die woorden spreekt een gretigheid om het allemaal nog beter te doen dan we al deden, om zelfs een internationale standaard neer te zetten.
Ambities zijn mooi, zolang het maar geen ambities zónder tradities zijn. De Sportraad introduceerde daarom de term sporterfgoed voor terugkerende sportevenementen met een bijzondere waarde voor Nederland. Een mooi begin, maar dit begrip moet nog veel dieper worden onderzocht door te kijken naar de rol van Nederland in de internationale sportwereld – in dit geval als organisator van evenementen. Sinds wanneer worden er grote sportevenementen in ons land georganiseerd? Was de rol van de overheid daarin sturend, belemmerend of intern volkomen tegenstrijdig? Hoe heeft zich dat in al die jaren ontwikkeld?
Deze geschiedenis gaat inmiddels minstens honderd jaar terug, want op 9 september 1921 begon in Amsterdam het EK roeien, alleen voor mannen. Het was de eerste keer dat dit evenement in Nederland werd gehouden. Zeven jaar vóór de Olympische Spelen in Amsterdam zou dit zelfs wel eens het allereerste internationale sportevenement in ons land kunnen zijn geweest, georganiseerd volgens de regels van een internationale sportbond! Alleen het WK schaatsen van 1893 in Amsterdam is een uitzondering, maar dat was eenmalig. Bij het WK allround van 1905 in Groningen deden slechts vier schaatsers meer, waaronder twee grappenmakers. Die tellen we dus niet mee.
Zo’n historisch onderzoek naar Nederland Evenementenland zal zeker leiden tot belangrijke inzichten, zoals de invloed van grote politieke gebeurtenissen. Drie jaar na afloop van de Eerste Wereldoorlog had de organisatie van dat roeikampioenschap in Amsterdam daar in ieder geval mee te maken, onder meer omdat de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije uit elkaar was gevallen. Zo was er een nieuwe internationale situatie was ontstaan, waar de internationale roeibond FISA ernstig mee worstelde. De dubbelmonarchie was officieel nog lid van de FISA, maar de nieuwe landen Hongarije en Oostenrijk niet. Er was daarom niets om op terug te vallen toen Hongarije zich in Amsterdam als onafhankelijk land meldde om ook mee te doen. Pas op het allerlaatste moment stemde de FISA in met deze deelname. Ondanks al dat gedoe won Hongarije zilver bij de Acht.
Al deze wedstrijden werden gehouden op de Amstel, omdat de Bosbaan nog niet bestond. Hieronder staan fantastische filmbeelden, waarop we zien hoe druk en versierd het was langs de route. Precies honderd jaar geleden had Amsterdam duidelijk zin in een internationaal sportfeestje. Het werd helemaal een succes met twee Nederlandse titels bij de skiff en twee zonder stuurman, en twee keer brons.
In de jaren erna groeide de sport internationaal snel, vooral na de terugkeer van de verliezers van de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van Zuid-Amerika en Japan. Het EK roeien van 1921 was daarbij voor Nederland een belangrijk moment als sportland, zowel als organisator en als succesvol deelnemer.
Zo heeft Nederland Sportevenementenland deze week een bijzonder jubileum zónder het zelf te weten. Toch gefeliciteerd.
Fotobijschrift: Met de Tourstart van 2015 in Utrecht had Nederland een van de grotere sportevenementen in het land. Foto: Victor Werkhoven, Wikimedia (CC).