Door het coronavirus is het doodstil op straat, een onwerkelijke situatie. Dat zijn we eigenlijk vooral gewend van belangrijke voetbalwedstrijden, al in 1934. Rugnummers zoekt deze stilte weer op.
Tijdens de WK-finales van het Nederlands elftal in 1974 en 1978 en de EK-finale van 1988 waren de straten helemaal leeg. Het was het tijdperk waarin iedereen inmiddels een eigen tv-toestel had, maar ook in de jaren daarvoor zorgden voetbalwedstrijden voor uitgestorven straten.
Han Hollander is de beroemdste voetbaljournalist van vóór de oorlog, de vaste stem van de radio-uitzendingen van de AVRO. Volgens AVRO-voorzitter G. de Clerq was Hollander zo populair, dat tijdens zijn verslagen het openbare leven in Nederland stil kwam te liggen. "Want een agent van politie in Deventer, die vertelde mij dat wanneer meneer Hollander spreekt voor de microfoon, en wij hebben straatdienst, dan konden we net zo goed op het bureau blijven, want dan is er nooit iets te doen op straat. Men heeft geen tijd om in te breken, men heeft geen tijd voor moorden, men heeft geen tijd voor ruzie, iedereen houdt zich even koest!"
Dat was inderdaad te zien in 1934, het jaar waarin Nederland voor de eerste keer meedeed aan het WK voetbal. Helaas bleef het slechts tot één optreden beperkt, want na een nederlaag tegen Zwitserland was Oranje meteen uitgeschakeld. "Het was die Zondagmiddag verbazend stil op straat in ons land, hoewel het prachtig voorjaarsweer was", zo blikte sportjournalist Max Adriani Engels terug in zijn boek Voetbalprestaties in Oranjeshirt. "Een automobilist, die van Rotterdam naar Amsterdam was gereden, vertelde ons de indruk te hebben gekregen in een uitgestorven land te zijn terechtgekomen."
Al in de begintijd van het Nederlandse televisietijdperk bleek voetbal opnieuw een trekker. In oktober 1959 speelde Nederland tegen West-Duitsland en verloor met maar liefst 7-0. In aanloop naar de wedstrijd vlogen de toestellen zo snel de winkels uit dat er een tekort ontstond. Het tv-verslag legde Nederland plat. Honderden zakenafspraken werden afgezegd. Bij een bakkerij in Laren brak brand uit tijdens de wedstrijd, maar omdat het personeel thuis voor de tv zat, duurde het even voordat iemand het door had. Omdat het zo stil was op straat kon de brandweer gelukkig wel extra hard doorrijden.
Zo was het tijdens het spitsuur uitzonderlijk stil op straat. In Amsterdam klaagden de verkeersagenten dat zij liever naar de televisie hadden gekeken. Ze hadden toch niets te doen. En ook vanuit de rest van de land kwamen meldingen van lege straten.
In november 1963 speelde PSV op een woensdagmiddag een Europese wedstrijd tegen het Bulgaarse Spartak. De tweede helft werd live uitgezonden door de radio; de televisie volgde pas ’s avonds met een samenvatting van een kwartier. Door heel het land namen daarom voetballiefhebbers stiekem kleine radiotoestellen mee om dit verslag te volgen. En ook bij Philips hadden duizenden arbeiders hadden een radiotoestel verstopt in hun bureaulade of onder de werkbank. En zo was het in 1963 vooral in Eindhoven stil op straat.
Foto: Jac de Nijs/ Anefo, Nationaal Archief (CC0)
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.