Het EK honkbal wordt deze week in Italië gehouden. Indien het Nederlandse team met succes zijn titel verdedigt, moet het wel even opletten of het de goede trofee ontvangt. In 1966 werden de Haarlem Nicols namelijk nog opgelicht door de Italianen na het winnen van de Europa Cup.
In de lente van 1973 slaagden Haage politici erin om een kabinet te formeren. Een historisch moment volgens dagblad De Tijd, want voor het eerst in de Nederlandse sportgeschiedenis werd een ex-honkbalcoach tot staatssecretaris benoemd. "De tweede-kamerfracties van de vijf politieke partijen hebben hun fiat gegeven aan de kandidaat-ministers voor het kabinet-Den Uyl en daarin is ook een plaats ingeruimd voor Jan Schaefer van de PvdA als staatssecretaris voor volkshuisvesting."
Het was de meest progressieve regering die Nederland ooit heeft gehad, waarin de voormalige honkballer Schaefer opviel door zijn stevige uitspraken. "In gelul kan je niet wonen" is het absolute hoogtepunt van zijn oeuvre, een tekst die afgelopen weekend moeiteloos opnieuw op een spandoek had kunnen staan bij het woonprotest in Amsterdam.
Al in het verre verleden waren er bekende politici met een verleden in de sport. Willem Drees kwam uit het korfbal, Dirk Stikker was badmintonpionier en Jo Stokvis begon zijn loopbaan als voetbalbestuurder. Schaefer vertelde over zijn eigen sportverleden in Het Parool op 14 april 1977, onder meer over zijn eerste jaren als honkballer bij ASV Arsenal. "Ik ben niet goed in jaartallen, maar dat moet ongeveer in 1958 geweest zijn. Ik was toen een jaar of achttien. Ik heb ook nog even bij OVVO gehonkbald maar vond het coachen toch boeiender." Hij was eenmalig bondscoach van Zweden tijdens een Europees Kampioenschap. "Ik vond dat allemaal best leuk." Ook was hij voor korte tijd de honkbalmedewerker van het communistische dagblad De Waarheid.
In 1964 werd Schaefer hulpcoach bij Haarlem Nicols, waar hij twee jaar later medeverantwoordelijk werd voor het winnen van de Europa Cup - een hoogtepunt uit de Nederlandse sportgeschiedenis. Nooit eerder had een Nederlandse honkbalclub die prijs gewonnen. Sterker nog, zo benadrukken de betrokkenen van toen keer op keer: dat deden ze vier jaar éérder dan Feyenoord! Onnodige informatie, want die prestatie van de Haarlemse honkballers is uit zichzelf al belangrijk genoeg om goed vast te leggen. Daar is die vergelijking met Feyenoord helemaal niet voor nodig.
Dit honkbalhistorische moment vond deze maand precies 55 jaar geleden plaats in het Pim Mulier Sportpark in Haarlem in de finale tegen Europhon Milaan, de titelhouder uit Italië. Die werd met 10-4 gewonnen in een uitverkocht huis. "De beste slagman was Leo Kops", staat op de Honkbalsite. "De meest waardevolle speler was Robert Maat. Als meest spectaculaire spelmoment werd een geweldige vangbal van Bob Estavillo gekozen."
Bij de prijsuitreiking misdroeg de Europese Honkbalbond FEB zich schandelijk, want de Europa Cup stond nog steeds in de prijzenkast van Europhon Milaan! Er werd daarom snel een ander bekertje geregeld om de schijn op te houden. ‘De echte beker was nog steeds in Italië,’ schreef Het Vrije Volk vol verbazing. "De voorzitter van deze club, prins Steno de Borghese (tevens voorzitter van de FEB) had toegezegd de Europa-cup zaterdag persoonlijk te komen uitreiken. Maar dat heeft Borghese niet gedaan. Hij zond zelfs geen bericht van verhindering."
De FEB deed er daarna vijf (!) jaar over om die Europa Cup in Haarlem af te leveren – schofterig lang. "Thans heeft het bestuur van de FEB in Parma de cup alsnog aan Boudewijn Maat, als aanvoerder van de Nicols, overhandigd", meldde De Telegraaf op 15 september 1971. Zo wonnen de Haarlem Nicols vier jaar éérder dan Feyenoord als eerste Nederlandse club een Europa Cup, maar kregen die een jaar later dan de Rotterdammers.
Schaefer bleef na de Europa Cup nog een jaar in Haarlem, maar kreeg het daarna te druk met zijn politieke loopbaan. De honkbalwereld zou hem nooit vergeten. Na de dood in 1994 van Schaefer wemelde het van de rouwadvertenties van politieke organisaties en overheidsinstellingen, maar als laatste stond er ook nog één van de Haarlem Nicols, als laatste eerbetoon voor de man die een bijdrage had geleverd aan een hoogtepunt in de Nederlandse sportgeschiedenis. Jammer alleen dat iedereen vijf jaar had moeten wachten tot die Europa Cup was gearriveerd, maar gelukkig ging het leven gewoon verder. In gelul kun je tenslotte niet honkballen.
Fotobijschrift: De Harlem Nicols maken een rondrit door Haarlem nadat zij in 1965 kampioen zijn geworden. Foto: Ron Kroon / Anefo, Nationaal Archief