Het Internationaal Olympisch Comité viert zondag zijn 125ste verjaardag. In de lange historie van dit internationale sportorgaan slaagde het IOC ondanks verwoede pogingen nog niet in het ontvangen van de zo gewenste Nobelprijs voor de Vrede. In 1994, bij het eeuwfeest, maakte het IOC zich zelf nog onmogelijk bij het Noorse Nobelcomité met een reclamebureau.
Op 23 juni 1894 werd het Internationaal Olympisch Comité opgericht. Sinds die tijd zijn de Olympische Spelen uitgegroeid tot het grootste terugkerende evenement ter wereld, samen met het WK voetbal.
Tot grote frustratie van het IOC is het alleen nog nooit gelukt om de Nobelprijs voor de Vrede te winnen, ondanks verschillende pogingen. En dat voor een club, die keer op keer benadrukt dat sport verbroedert. Ook tijdens de Winterspelen van 2018 in PyeongChang werd hierop gewezen met de toenadering van Noord-Korea en Zuid-Korea.
Het Noorse Nobelcomité is verantwoordelijk voor de Nobelprijs voor de Vrede. De relatie met het IOC is al sinds het begin uiterst pijnlijk. In 1928 werd het IOC namelijk voor de eerste keer genomineerd, na de Olympische Spelen in Amsterdam. "De sport brengt de naties vaak gemakkelijker tot elkaar dan de diplomatie", vond De Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Volgens de Nederlandse pers had het IOC die prijs zelfs al gewonnen, maar het Nobelcomité sloeg dat jaar een prijsuitreiking juist over wegens gebrek aan kwaliteit. Liever helemaal niemand dan het IOC.
In 1956 droeg het IOC zichzelf voor bij monde van de voorzitter Avery Brundage. Tijdens een persconferentie zei hij dat zijn organisatie aan de lopende band vraagstukken oplost van internationale betekenis. Ook in dat jaar werd de Nobelprijs voor de Vrede niet uitgereikt. Liever helemaal niemand dan het IOC.
In 1993 maakte het IOC zichzelf helemaal belachelijk met een campagne om het Nobelcomité ervan te overtuigen dat die Nobelprijs nou toch maar eens overhandigd moest worden. Vanwege het naderende eeuwfeest had voorzitter Juan Antonio Samaranch hiervoor zelfs een reclamebureau aangetrokken. De vijf verantwoordelijke leden van het Nobelcomité stikten van het lachen toen ze hiervan hoorden. "Volkomen belachelijk", zei Hanna Kvanmo van het Nobelcomité, wat door haar collega Odvar Nordli werd beaamd. "Natuurlijk worden er voor kandidaten campagnes gevoerd, maar om daarvoor een reclamebureau in te schakelen, is volledig nieuw. En nogal smakeloos."
"Het IOC-beleid staat in veel opzichten haaks op het idee van de Nobelprijs voor de vrede. Dat men nu de Nobelprijs praktisch wil kopen, zegt in wezen alles over het IOC"
Ook in Noorwegen zelf werd het IOC bedolven onder hoon. "Het zou bespottelijk zijn de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen aan het IOC, een organisatie van zelfgekozen bonzen met een voormalige falangist als voorzitter", oordeelde politica Aud Inger Aure, die zo verwees naar het fascistische verleden van Samaranch. Drievoudig olympisch langlaufkampioen Vegard Ulvang zorgde voor de uitsmijter: "Het IOC-beleid staat in veel opzichten haaks op het idee van de Nobelprijs voor de vrede. Dat men nu de Nobelprijs praktisch wil kopen, zegt in wezen alles over het IOC."
In aanloop naar het 125-jarige bestaan houdt het IOC zich stil over de Nobelprijs. Wel kreeg het eerder deze maand een Griekse vredesprijs, onder meer vanwege de Koreaanse toenadering in 2018. In het najaar weten we of er na ruim negentig jaar wachten een Nobelprijs bijkomt.
Foto: Leonard Zhukovsky / Shutterstock.com
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.