Goddelijke zegen
De aartsbisschop van Parijs, monseigneur Dubois, hield een toespraak. Daarin herinnerde hij zijn toehoorders dat ‘Paulus reeds de Corinthiërs aanspoorde om in de renbaan te loopen en daar te zegevieren’. Hij herdacht vervolgens die deelnemers aan de Spelen van Stockholm, die tijdens de Eerste Wereldoorlog ‘op het veld van eer waren gevallen’. Het Te Deum – bij ons nu bekend als de hymne van het Eurovisie Songfestival – werd ten gehore gebracht, waarna aartsbisschop Dubois de Spelen zijn zegen gaf.
Later die middag was de officiële opening van de Spelen in het Stade Colombes. Gelukkig was het voor de duizenden toeschouwers heerlijk weer. Er namen 44 landen deel aan het défilé. J.H. van Dijk, masseur van de Nederlandse atletiekploeg en trainer van voetbalclub Hercules uit Utrecht, was vaandeldrager namens Nederland. Dat was hij in 1920 ook al geweest bij de Spelen in Antwerpen.
Van Dijk was, net als de rest van de Nederlandse ploeg, gekleed in een blauw jasje met daaronder een witte pantalon. Dat hadden de sporters niet zelf bedacht, het was namelijk voor het eerst dat zij een officieel kledingvoorschrift moesten nakomen tijdens de Spelen. Helaas is van die outfits niets meer fysiek terug te vinden.
