Eind deze week beginnen de Olympische Winterspelen met een enorme negatieve impact op de plaatselijke ecologie. Een idee uit 2012 voor de World Natural Ice Games wordt daarmee elke dag actueler.
Bijna alles is namaak op de komende Winterspelen: de sneeuw, het ijs en de olympische gedachte. Alleen de sporters en de medailles zijn nog echt.
Los van alle Chinese machtspolitiek is er dit jaar een groot probleem met het gebruik van vooral kunstsneeuw, zoals we hier
vorige maand al schreven. Dat is zeer slecht voor de plaatselijke flora en fauna, bovenop alle andere schade die de Winterspelen vaak aanbrengen in kwetsbaar natuurgebied. Dat weten we al tientallen jaren, onder meer in 1992 in het Franse Albertville. Alleen al voor de bouw van de olympische bobsleebaan werden zes hectare bos gekapt en 70.000 kubieke meter grond verplaatst.
Eeuwenoude ecologische structuren worden zo opgeofferd voor zeventien dagen aan sport, een terugkerend verschijnsel bij de Winterspelen. Anders gezegd: één van de grootste sportevenementen ter wereld levert geen enkele bijdrage aan het bestrijden van de opwarming van de aarde, het grootse maatschappelijke probleem van onze tijd. Integendeel, de Olympische Winterspelen zijn zélf het probleem. Heel cynisch, want nota bene de wintersporten zelf worden als eerste bedreigd door de opwarming van de aarde. We wachten niet voor niets al meer dan 25 jaar op een nieuwe Elfstedentocht.
Het zou daarom voor de hand liggen dat een organisatie als de Internationale Schaats Unie zich zeer bezorgd zou maken over het verdwijnen van het natuurijs, hun core-business en tevens unique selling point. Toch is daar geen enkele sprake van, ook al lanceerde de Argentijnse schaatsbond in 2012 het plan voor de World Natural Ice Games. Dit zou een jaarlijks buitensportevenement moeten zijn met schaatsen, ijshockey en curling op het buitenijs, inhoudelijk ondersteund door wetenschappelijke presentaties over de gevolgen van de opwarming van de aarde. Als speciale gasten worden er ook nog mensen uitgenodigd, die zelf in zulke bedreigde gebieden wonen en met hun verhalen de wereld bewust kunnen maken met welk probleem we te maken hebben.
Het was een idee van Marnix Koolhaas en schaatser Jorge Fazio, dat ze tien jaar geleden voorlegden aan ISU-voorzitter Ottavio Cinquanta. Koolhaas is dan wel Nederlander, maar al lange tijd betrokken bij het schaatsen in Argentinië, een land dat allang de gevolgen merkt van die opwarming. “De gletsjers in het zuiden van Patagonia en in de Andes smelten heel snel weg.”
De World Natural Ice Games gaan dus niet om de snelste tijden, maar om het maatschappelijk besef van de internationale sport. Davos zou de ideale plek zijn voor een eerste editie, denkt Koolhaas, omdat daar zowel het ijs als de sneeuw ernstig wordt bedreigd. “De gevolgen van de opwarming van de aarde zien we daar meteen.”
Koolhaas en Fazio hoopten Cinquanta ervan te overtuigen dat hun sport zonder natuurijs geen toekomst heeft, maar de Italiaan bleek hiervoor volkomen ongevoelig. Na zijn aftreden in 2016 toonde opvolger Jan Dijkema alsnog interesse voor dit plan en benaderde Koolhaas met het verzoek om meer informatie, mede met het voornemen om duurzaamheid in de schaatssport te integreren. “Daarna hebben we er nooit meer iets van gehoord,” zo zegt Koolhaas nu.
Inmiddels zijn we tien jaar verder sinds het eerste voorstel en is er nog niets gebeurd. Jammer, want dit plan is alleen maar actueler geworden.
Fotobijschrift: Een bevroren meer in Toronto. Foto: Jonrawlinson, Flickr (CC)