Het WK judo in Tokio is in volle gang. Voor de judoka die de beste van de wereld wil zijn moet op zo’n toernooi alles precies kloppen. Coach Chris de Korte wist daar alles van, aldus Mark Huizinga – de olympisch kampioen uit 2000. Samen met Huizinga, Deborah Gravenstijn en Kees Jongkind zoeken we de kracht van De Korte.
Mark Huizinga komt uit Vlaardingen en was als tiener lid van Budo Instituut Schiedam. "Ik was vijftien jaar en zat daar aan mijn top. Op dat moment had ik nog nooit een seniorenwedstrijd gezien, vond ik mezelf een hele bink. Samen met vrienden en vriendinnen gingen we naar de club van Chris de Korte in Hoogvliet en daar werden mijn ogen geopend. Het was mijn kennismaking met topjudo."
De eerste periode trainde Huizinga zonder bemoeienis van De Korte. "Voor mij was hij de grote man, een god." Na anderhalf jaar kwam hij eindelijk in handen van zijn persoonlijke god. "Hij leerde discipline en hard trainen. Niemand haalde het in zijn hoofd om tegen de muur aan te leunen of even te zitten. De Japanse cultuur heerste daar, zonder mededogen. In het begin was ik vooral werpvlees en was ik al blij als ik het einde van de training had gehaald. Ik voelde me allang geen bink meer."
De trainingen waren bijzonder intensief. "Alles ging in heel hoog tempo. Een judowedstrijd duurt tenslotte ook niet lang." Eerst werd er gebouwd aan de ontwikkeling en daarna kwam het vechten. "De Korte leerde me de juiste variatie aan aanvallen te gebruiken. Elke tegenstander is tenslotte anders en zelf moet je zoveel mogelijk verrassen. Dat was ook mijn sterkste punt: ik kon in alle richtingen aanvallen en verdedigen. Er was nooit een tegenstander waar ik niets mee kon."
"Chris slaagde er in om zijn judoka's zo voor te bereiden dat ze op het belangrijke moment nog beter waren dan ze in de gaten hadden"
De Korte bewaakte de basis van Huizinga, die verder alle ruimte kreeg voor zijn eigen creativiteit. "Anders staat de trainer mijn ontwikkeling in de weg en maakt hij van mij enkel een slechter evenbeeld van zichzelf." In 2000 viel alles op het juiste moment samen tijdens de Olympische Spelen in Sydney. "Techniek, wedstrijdinzicht, ervaring – alles was goed. Chris had er met alle mogelijkheden voor gezorgd dat de vorm er was. Hij slaagde er namelijk in om zijn judoka’s zo voor te bereiden dat ze op het belangrijke moment nog beter waren dan ze in de gaten hadden. Ik was er ook verbaasd over dat ik zó goed was."
Huizinga won zo de laatste gouden olympische judomedaille voor Nederland tot nu toe. "Dankzij mijn eigen creativiteit en de basis van Chris."
Deborah Gravenstijnliep als zeventienjarige de judoschool van De Korte binnen. Dat gebeurde na advies van Jan de Rooy, haar coach in Goirle. Ze bleef wel gewoon lid van de Brabantse club, maar kreeg wekelijks twee extra trainingen in Hoogvliet. "Van alle judoka’s ben ik degene die het minste met hem heeft gewerkt", zegt ze daarom meteen aan het begin van het gesprek. "Ik ben ook niet echt een pupil van hem." Onder De Korte leerde Gravenstijn vooral overleven en vechten. "Bij mijn eigen club was het vooral technisch, maar in Hoogvliet kwam ik als lichtgewicht gewoon tussen de zware kerels. Er was daar geen verschil met de mannen." Ze bleef er komen tot aan het eind van haar carrière in 2009.
Ook Kees Jongkind, vanuit Tokio verslaggever voor Studio Sport, heeft veel bewondering voor De Korte: "Chris de Korte was er allang voordat ik verscheen. Hij is een hele goede leraar en trainer, met veel discipline." Tijdens de Olympische Spelen van 1988 was De Korte begeleider van Angelique Seriese toen vrouwenjudo een demonstratiesport was. De Nederlandse won dat toernooi. Twaalf jaar later was Mark Huizinga zijn pupil tijdens zijn olympische zegetocht in Sydney. "De Korte heeft dus zowel bij de mannen als de vrouwen Nederlands laatste olympisch kampioen afgeleverd", formuleert Jongkind droog.
De 81-jarige Chris de Korte was tot en met 2013 actief als coach op het hoogste niveau. Hij geeft nog wekelijks judoles in Hoogvliet.
Foto: Youtube / Open Rotterdam
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.